Het was druk in Kopenhagen tijdens de Fashion Week. Er was geen hotel te krijgen en de restaurants waren volgeboekt. Modemensen bevolkten de straten en dat waren heus niet alleen maar Denen. Met veertig modeshows op de meest fantastische locaties (onder andere in musea,fabriekshallen en de Copenhagen Zoo) en drie modebeurzen (met in totaal 1.100 exposanten en 2.300 merken) is de Copenhagen Fashion Week dé plek in Scandinavië om als inkoper en verkoper zaken te doen. Het bezoekersaantal overschreed afgelopen winter de 55.000, waarvan meer dan de helft uit het buitenland en deze modeweek (6 tot en met 10 augustus) zou dat minimaal hetzelfde zijn.
Hoog bezoek voor CIFF. Normaal komt de Deense kroonprinses Mary langs. Deze keer bezocht societyprinses Paris Hilton de beurs in Kopenhagen. |
Eerst bestond de Deense modeweek louter uit de CIFF (Copenhagen International Fashion Fair) vakbeurs. Later, door de opkomst van nieuwe, hippe Deense labels groeide de behoefte aan een exclusieve plek voor deze merken en werd Denenmarkens tweede modevakbeurs opgericht; in 1998 ging CPH Vision van start. Een hippe, exclusieve beurs met zowel streetwear als modieuze labels. Nu, tien jaar later, exposeren daar bekende en minder bekende merken, variërend van Lee, WESC (een hot Zweeds streetwearlabel) en Dr. Denim tot het modieuze Naja Lauf, Margit Brandt en het lieflijk ondergoed van Hoff by Hoff.
De Deense mode-industrie zat echter niet stil en waar CPH Vision eerst de beurs met 'vision' was (overigens staan er nog steeds veel nieuwe, upcoming designers op deze beurs; er is zelfs een grote afdeling ingericht voor studenten van modeacademies uit heel Scandinavië) kwam er een derde groep labels naar voren die een eigen plek opeiste. Intussen was ook het Danish Fashion Institute (het equivalent van de Dutch Fashion Foundation) opgericht dat tot doel heeft de bekendheid van Deense mode te vergroten. En niet zonder ucces; het werd tijd voor weer een nieuwe beurs. Twee jaar geleden werd daarom - door dezelfde organisatie als CIFF - een derde modevakbeurs opgericht. En ook die beurs groeit. Gallery, dat afgelopen weekend zijn vierde editie beleefde, presenteerde behalve acht shows in een tent buiten het eigenlijke beursgebouw alweer veertig merken meer dan vorige editie op een beursoppervlak van 5.200 vierkante meter (ter vergelijking: Showroom is 12.000 vierkante meter). Niet slecht voor een beurs die twee jaar bestaat en slechts de meest exclusieve labels herbergt. By Malene Birger, Day Birger et Mikkelsen, Designers Remix, Filippa K en BZR verhuisden van Vision naar Gallery en het waren ook deze labels die shows gaven.
Dat is ook meteen de kritiek op de huidige situatie. Het aanbod van CIFF, ooit de plek om zaken te doen, is nu volgens sommigen achteruit aan het gaan. "Fashion Week is killing itself," laat Kate Lindner van herenlabel Jameson zelfs weten. Ondanks dat zij goed gescoord heeft, vindt Lindner het jammer dat de mode door de afsplitsing van merken uit het hogere segment zo wordt gespreid over de stad. Inderdaad, logistiek is het bijna niet te doen om de drie beurzen in korte tijd te bezoeken. Een andere veelgehoorde klacht is die van de jonge, nieuwe designer die denkt dat hij beter op een andere beurs had kunnen staan (lees: op Gallery i.p.v. Vision of op Vision i.p.v. CIFF). Zo laat Karin Säby, die met haar label Säby op Vision staat, weten dat zij meer aandacht van de pers heeft gehad dan van eventuele klanten. Dat duidt er op dat zij misschien beter op Gallery had kunnen staan. Maar, voegt ze er meteen aan toe, het is haar eigen schuld; ze was te laat met aanmelden. Wel heeft Säby waarschijnlijk een agent in het Midden Oosten gevonden en dat is natuurlijk ook niet niks. Craig de Groot van het nieuwe label Noir valt de hoeveelheid Nederlandse pers op. Maar hij denkt wel dat hij op de juiste beurs staat. "Het is hier een goede representatie van merken, een goede lay-out en mix van accessoires en apparel. Dat trekt de juiste mensen," zegt hij over Vision.
En dat is wel de algehele tendens: Ondanks de rustige en relaxte indruk die de beursvloeren wekten wordt er goed zaken gedaan in Denemarken. De meeste bezoekers, afkomstig uit Denemarken, Zweden, Finland, Noorwegen en Duitsland, wat Japanners, Russen en een enkeling uit het Midden Oosten wisten hun weg te vinden en hoewel je zou denken dat drie beurzen en tig modeshows genoeg te bieden hebben om ook als Nederlandse detaillist een reisje Kopenhagen te boeken (al is het alleen maar voor het Smørrebrød en het knusse (vast een Deens woord) haventje) leek het aantal Nederlanders minder dan voorheen.