"Ik focus meer op vorm en kleur dan op details"

Het is niet makkelijk voor startende ontwerpers om hun label naamsbekendheid te geven. Toch bestaan ze: succesvolle, self-made ontwerpers. Deel 10: Modeontwerpster Dido Yland (23).

FashionUnited: Je hebt gestudeerd aan de Artez, nadat je al studies in Deventer en Noorwegen had gevolgd. Waarom deze studie en waarom Artez?
Dido Yland: “Toen ik in het laatste jaar van de middelbare school zat, deed ik al de vooropleiding aan de Artez in Arnhem. Ik kreeg van alle vakken wat, maar grafische vormgeving en mode vond ik toen het leukst. Uiteindelijk voelde ik mij bij mode het meest op mijn plek en de academie staat goed aangeschreven, dus ik ben er gewoon voor gegaan.”

FU: Welke specialisatie heb je gevolgd?
DY: “Modevormgeving met vakken als Experimenteel Ontwerp, Modetekenen, Grafische vormgeving, Textiel-ontwerp, Zeefdrukken, Moulage en Computervaardigeheden.”

FU: Een van je kenmerken als ontwerper is je grafisch talent. (Bijvoorbeeld je musthave panty's!). Waar komt dit talent vandaan?
DY: “Ik denk dat ik die interesse van huis uit heb meegekregen, we hadden veel minimalistische meubels en een grote kast vol met (kunst)boeken thuis. Mijn favoriete kunst was ook van de Bauhaus of de Stijl, daar heb ik veel inspiratie uit gehaald. Wat ook kan meespelen is dat ik geen tekentalent ben en veelal op de pop ontwerp, ik focus daarom meer op vorm en kleur dan op details. Wat eerst mijn zwakke punt was heeft dus uiteindelijk geleid tot mijn sterkste punt!”

FU: In de modewereld ben je al aardig bekend. Zo heb je op Fashionclash gestaan (niet voor iedereen toegankelijk!), was je finalist bij de Frans Molenaar Award in 2009 en stond je op de Exhibition Talent 2009. Heeft deze promotie veel opgeleverd?
DY: “Doordat ik in de Items Eindexamenselectie heb gestaan, mocht ik deelnemen aan de expositie “ Modebelofte 2009” op de Dutch Design Week in Eindhoven. Daar ben ik toen gevraagd om mijn panty’s in een museumwinkel te gaan verkopen. Dat was een succes en zo is het balletje wel gaan rollen.”

FU: Hoe vind je het om je eigen label te hebben?
DY: “Leuk! Ik vind het heerlijk om nieuwe dingen te ontwerpen en te maken. Soms is het wel zwaar omdat je alles alleen moet beslissen en regelen. Op de academie kreeg je natuurlijk veel feedback, nu moet je zelf bepalen of iets goed is of niet.”

FU: Waar bestaan je dagelijkse werkzaamheden uit?
DY: “Ik ben nu bezig met verschillende freelance projecten. Ik ga kostuums maken voor een dansvoorstelling en ik ben bezig met outfits voor bekend Nederlands merk. En ik ben natuurlijk bezig met mijn eigen ontwerpen.”

FU: Dat klinkt erg druk...
DY: “Het is best lastig als je voor jezelf werkt om een ritme te behouden. Daarom heb ik mijzelf aangeleerd om vroeg op te staan en rond zes uur te stoppen met werken, net als de normale werkuren! Wat ik minder leuk vind aan zelfstandig ondernemer zijn, is de administratie doen, zoals belastingaangiftes. Maar daar ontkom je niet aan. Later hoop ik een secretaresse te hebben die dat doet, haha!”

FU: Een van je inspiratiebronnen is kleding uit de jaren '50 en '60. Wat spreekt je zo aan in deze periode?
DY: “De meisjesachtige elegantie. Ik geef er mijn draai aan door te spelen met vernieuwende kleurencombinaties en door vormen uit te vergroten of de verhoudingen te veranderen. Ik vind het wel belangrijk om een modern beeld neer te zetten, dus deze periode is voor mij vooral een uitgangspunt waar ik verder omheen borduur.”

FU: Wat zijn je ambities?
DY: “Ik ben momenteel druk bezig met het opzetten van een webshop voor mijn panty’s en andere accessoires. Verder hoop ik meer freelance opdrachten te doen en ik wil me meer gaan focussen op dessinontwerp.”

FU: Kun je al leven van je werk?
DY: “Op dit moment kan ik helaas nog niet van mijn werk leven, omdat mijn inkomen elke maand verschillend is. Daarom heb ik voor de zekerheid een bijbaantje van acht tot zestien uur in de week voor vaste inkomsten”

FU: Heb je tips voor startende ontwerpers?
DY: “Het is belangrijk om een netwerk te creëren, dus houd contact met collega’s en bezoek veel exposities en winkels. Daarnaast is het belangrijk om je eigen, unieke stijl te ontwikkelen. Daardoor val je op en gaan mensen je werk herkennen.”