Inspecties Bangladesh onthullen grote veiligheidsrisico's

Overbeladen gebouwen, vergrendelde nooduitgangen, het ontbreken van sprinklerinstallaties en chaotische bekabeling. Dat zijn enkele van de grote veiligheidsrisico’s die rapporteurs bij de eerste tien inspecties in kledingfabrieken in Bangladesh zijn tegengekomen, zo blijkt uit een tussentijds

rapport van The Bangladesh Accord Foundation.

In de tien fabrieken, waar vanaf december in totaal dertig inspecties zijn uitgevoerd, werden geen eventuele problemen aangetroffen van dezelfde grootte die de instorting van Rana Plaza in april 2013 veroorzaakten. Wel werden twee fabrieken tijdelijk gesloten wegens ernstige structurele veiligheidsproblemen.

Twee fabrieken tijdelijk gesloten wegens ernstige veiligheidsproblemen

In textielfabriek Grameen Knitwear toonde een plafond tekenen van doorzakking vanwege een ongecontroleerde hoeveelheid aan zakken katoen die op de verdieping daarboven waren opgeslagen. Ook zitten er scheuren in de gevel van het gebouw en in de ondersteuning van de brandtrap en wordt de tussenverdieping zwaar overbelast door een grote watertank. Nadat de overbelasting van het gebouw werd verminderd, is het werk in Grameen weer in gang gezet.

Op de website van het Veiligheidsakkoord zijn de bouw-, brand- en elektriciteitsrapporten van de geïnspecteerde fabrieken gepubliceerd. Per fabriek is aangegeven welke veiligheidsproblemen aangepakt moeten worden en binnen welke termijn; onmiddellijk, binnen drie maanden of binnen zes maanden. Fabriekseigenaren zijn verantwoordelijk voor het betalen van de veiligheidskwesties, hoewel merken hebben beloofd te helpen bij de financiering indien de eigenaren het zich niet kunnen veroorloven.

Eind augustus moeten alle 1.500 Bengaalse kledingfabrieken geïnspecteerd zijn

Het Veiligheidsakkoord is een wettelijk bindende overeenkomst ondertekend door 150 kledingmerken en retailers uit 20 landen, waaronder Europa, Noord-Amerika, Azië en Australië en mondiale vakbonden IndustriALL en UNI. Tot september 2014 werken 38 teams van internationale brand-, elektriciteit-, en bouwingenieurs samen met Bengaalse ingenieurs en technici om in totaal 1.500 fabrieken te inspecteren.

De werkomstandigheden in de kledingindustrie van Bangladesh staan, sinds de instorting van kledingfabriek Rana Plaza vorig jaar april waarbij meer dan 1.100 arbeiders om het leven kwamen, onder toezicht. Rana Plaza was een acht verdiepingen tellend gebouw gelegen op drassige grond zonder de juiste vergunningen, waar meer dan 3.000 werknemers – de meesten van hen jonge vrouwen – werkten, zelfs nadat scheurtjes werden opgemerkt op pilaren een dag voor de instorting.