'Kloof tussen design en confectie te groot'
bezig met laden...
Een groot verschil tussen Nederland en andere Europese landen is dat de ontwikkeling van de confectiemarkt en de couture hier niet in de pas lopen: De afgelopen vijftien jaar zijn er veel ontwerpers bijgekomen, maar desondanks is de confectiemarkt onevenredig veel groter dan de markt van de Haute Couture en Prêt-a-porter. Volgens ING komt dat doordat de zelfstandig ontwerpers en de gevestigde merken te veel langs elkaar heen werken. Ontwerpers beginnen liever een eigen label en richten zich met hun shows op pers en vermogende klanten in plaats van op mogelijke opdrachtgevers uit de confectiemarkt, terwijl dat wel zou kunnen zorgen voor een afzetmarkt en een inkomstenbron.
De oplossing ligt bij het inzetten van ontwerpers, zo betoogt ING: "De uitdaging is om ervoor te zorgen dat consumenten bereid raken meer geld uit te geven aan mode," zo meldt het rapport. "En dat wordt niet bereikt door neutrale op elkaar gelijkende collecties uit te brengen."
Goed nieuws is er ook: Er wordt aan gewerkt om de kloof tussen confectie en design te dichten. Zo proberen Modint, Dutch Fashion Foundation (DFF) en de Stichting Premsela gezamenlijk de banden te versterken die bestaan tussen de werelden van de zelfstandige ontwerpers en de gevestigde merken in de modebranche. Een voorbeeld is de modebeurs White waar afgelopen februari twee modelabels werden gepresenteerd. Vorig jaar werd er een handelsmissie naar Rome gehouden en in december is Nederland partnerland bij de prestigieuze `Business of Design Week Hong Kong'. Ook dan zal de Nederlandse modebranche met één krachtig gezicht naar buiten treden met de gecombineerde kracht van topontwerpers en topmerken.
Verder proberen ook organisaties als de Amsterdam International Fashion Week, HTNK, Syntens, Kunstenaars en CO en Co-Lab een bijdrage te leveren door exportpromotie, gezamenlijke activiteiten en scholing.
Foto: Daite