Mannenmode goed vertegenwoordigd op AFW

Hoewel vrouwenmode nog altijd de overhand heeft, was ook mannenmode goed vertegenwoordigd op de achttiende editie van Amsterdam Fashion Week. Vier herenmerken toonden voor elk wat wils: chique pakken van Sjaak Hullekes, kleurrijke

klassiekers van Cold Method, experimentele evening wear van Marije de Haan en vernieuwde denim van Melissa Siegrist.

Het

meest spraakmakend was Marije de Haan. Na twee keer op Fashion Week Lab – het platform voor jong talent – te hebben gestaan, gaf De Haan nu zelfstandig een show. De winnares van Lichting 2010 staat erom bekend zich te laten inspireren door de de rauwranden van de maatschappij, het weerzinwekkende en criminaliteit.

Eerder creëerde ze een collectie gebaseerd op politiefoto’s van moordzaken, dit keer was Lucifer (de duivel) haar grote inspiratiebron. “Hoe zou hij eruit zien als hij een mens van vlees en bloed was?” Vroeg de ontwerpster zich af. “Als we Mick Jagger mogen geloven (Sympathy for the devil) is hij een ‘man of wealth and taste’.” Het ontwerpproces was daarom een onderzoek naar hoe je duister en charmant tegelijk kunt zijn.

De Haan opende met de duivel als een wolf in schaapskleren: een korte, aaibare cape met duivelsoren gecombineerd met een lang, smetteloos wit overhemd en taps toelopende broek. Om het mysterie dat rond de duivel hangt uit te beelden, maakte De Haan twee stellages van zwarte, rijkelijk versierde doeken. Verleidelijk en angstaanjagend tegelijk.

Gezichtsbedekkingen – een terugkerend aspect in haar collecties – waren er ook in de vorm van een hoed met een lap glinsterende zwarte pailletten er overheen gedrapeerd en een muts met ronde, kanten sluier. Behalve experimentele stukken zat er ook zeer draagbare evening wear in de collectie, zoals hagelwitte overhemden en truien met kant en franjes, en een chique
pak met verticale strepen.

Sjaak

Hullekes liet met zijn show zien waar hij in uitblinkt: spelen met de klassieke mannengarderobe zonder afbreuk te doen aan traditioneel vakmanschap. Zo maakte hij de trenchcoat iets langer en verving hij de kraag voor gebreid wol. Overhemden waren korter en voorzien van een elastieken band en pakken werden opgeleukt met een gele of bordeauxrode coltrui.

Ook bij Cold Method was de coltrui – een grote trend in vrouwenkleding – veel te zien. Hoofdontwerper Dieter de Cock combineerde de col met een andere trend uit vrouwenmode: neon. Naast fluorgele truien en overhemden, keerde de kleur ook terug als voering van capuchon, op kragen van overhemd en als pochet in een grijs pak. Net zo kleurrijk waren zijn overhemden met retro paisleyprint en zwart-rode skaprint pakken.

Melissa Siegrist, die net als De Haan na twee keer op Fashion Week Lab nu zelfstandig showde, gaf haar eigen interpretatie op denim. Een gewaagd idee, aangezien spijkergoed flink uitgemolken is nu de gemiddelde Nederlander zo’n vijf paar jeans in de kast heeft hangen.

Maar door de doorsnee bootcut jeans achterwege te laten, liet Siegrist juist zien hoe leuk en veelzijdig denim kan zijn. Van verschillende tinten en vlakken denim maakte ze spijkerjacks en truien gecombineerd met lange overhemden en chino’s met opgerolde pijpen. En vooruit, skinny jeans waren er ook, maar dan in zwart in plaats van in blauw. Door de smalle broeken te combineren met oversized blouses en truien, wist Siegrist haar mannenmode dat kleine vleugje vrouwelijkheid mee te geven waar het om bekend staat.

Stephanie Broek

Foto's: Marije de Haan