• Home
  • V1
  • Leads
  • MLY: 'Het is een extra service voor de eindconsument'

MLY: 'Het is een extra service voor de eindconsument'

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more
Leads

Modemerk MLY maakt het nu mogelijk om de collectie al vooruit te bestellen. Ook samples die nog niet zijn besteld door winkels, zijn verkrijgbaar in de pilotstore aan het Ketelhuisplein 7-9 in Eindhoven. “Het is een extra service voor de eindconsument,” zegt Emily Hermans.

“Het is mogelijk om de items aan te passen naar de smaak van de klant.” FashionUnited praat met Hermans over de nieuwe service en haar plannen voor MLY.

Hoe zou je het merk beschrijven?
“MLY bestaat nu tien jaar. Wat mij onderscheidt als label is dat ik alle materialen in eigen beheer ontwikkel.

Alle prints, gebreid, geprint of geweven, zijn allemaal eigen ontwerpen. De duidelijke signatuur op grafisch gebied en de modelleringen zijn heel erg vrouwelijk en flatterend. Dus ik zoek het niet in autonomiteit qua modelleringen, maar in materialen met een mooie dienstbare pasvorm. Hierdoor worden de positieve punten van de vrouw benadrukt.” De Eindhovense modeontwerper werkt bij voorkeur vanuit het materiaal en de techniek.

Op je website staat vermeld dat MLY zich steeds nadrukkelijker profileert als ecologisch label. Zou je dat kunnen toelichten?
“Ik heb geen ecologisch merk, maar ik maak het merk zo duurzaam mogelijk. Er is denk ik een groot verschil als je het merk bestempelt als 100 procent ecologisch. De duurzame materialen waar ik mee werk komen allemaal uit Europees gefabriceerde garen. Alles wordt in Nederland gebreid en geconfectioneerd. Voor de digitale print ligt het aan het halffabricaat waar het vandaan komt. Het wordt dan wel in Nederland geprint, waardoor het duurzaam is. Het voordeel van digitaal printen, ten opzichte van rotatie printen, is dat er geen afval is. Ook is het een stuk milieuvriendelijker, omdat het geen water gebruikt. Met digitaal printen kun je alleen van biologische afbreekbare inkt gebruik maken.”

“Ik kan dus niet zeggen dat het 100 procent ecologisch is. Dat zou ik best willen, maar dat is niet mogelijk. Anders zou ik alleen maar ecologische materialen moeten kopen, en dan loop je tegen het probleem aan dat je geen gedessineerde collectie kan maken. Daarbij moet het voor mij een modische collectie zijn en vind ik het belangrijk dat die lang meegaat. Mensen hebben vaak wel veel ecologische materialen, maar dan gaat het heel snel pluizen of pullen en dan kun je het maar een seizoen aan. Soms maak ik gebruik van viscose garen. Dat is minder ecologisch, omdat hout minder snel groeit dan bijvoorbeeld bamboe. Viscose garen zijn minder duurzaam dan bamboegaren, maar ze gaan wel langer mee.”

Je maakt het nu mogelijk om je collecties vooruit te bestellen. Zou je hier iets meer over willen vertellen?
“Het is een extra service voor de eindconsument. De kledingstukken die ik heb geshowd op Amsterdam Fashion Week gaan niet allemaal in productie. Voor die kledingstukken zijn wel sample kosten gemaakt. Bepaalde klanten willen die kledingstukken wel graag hebben. Door middel van de pilotstore kan ik klanten nu de extra service bieden om die kledingstukken wel beschikbaar te stellen. Daarnaast kunnen de klanten de pasvormen en prints van de nieuwe collectie bekijken. Het is mogelijk om de items aan te passen naar de smaak van de klant. Verschillende prints combineren en de pasvorm aan de precieze maten van de klant aan te passen. Op die manier is de collectie voor vrouwen met elke maat beschikbaar. Voor de prijs maakt het niet uit of de klant de kledingstukken in een winkel koopt of via de pilotstore, omdat het om samples gaat die winkels nog niet hebben besteld.”

Wat heeft je geïnspireerd dit concept te starten?
“Ik werk voornamelijk B2B, dus met winkels samen. Sinds drie jaar heb ik een pilot-store in Eindhoven, deels om een beter zicht te krijgen op de markt. Wat ik merk is dat de consument en de B2B anders kijken naar de collectie. De consument wil graag unieke kledingstukken hebben en de B2B zoeken naar kledingstukken die meerdere mensen zullen aanspreken. Ik heb de afgelopen paar seizoenen ieder half jaar brainstorm sessies met de meest invloedrijke klanten gehad. Een aantal klanten die al jaren kleding bij mij koopt vindt het leuk om wat meer betrokken te worden bij het merk. Ieder half jaar pitch ik mijn nieuwe collectie aan die klanten. Zo kunnen ze meedenken over de pasvorm en het kleurgebruik.”

Je biedt de klant de mogelijkheid om gebruik te maken van een personal shopping sessie. Doe je dat zelf of een van je medewerkers?
“De personal shopping sessies begeleid ik helemaal zelf. Ongeveer elke dag komt er een klant binnen voor een persoonlijke shopping sessie, dus het is goed te doen. Als dit er ooit heel veel worden, dan moet ik iemand opleiden om dit over te nemen. Over het algemeen komen er vrouwen rond de 36 en ouder op af. De oudste klant die hier gebruik van maakt is 75 jaar en weet precies wat ze wil hebben.”

Twee jaar geleden vertelde je in een interview met FashionUnited dat je het het grootste deel van de bedrijfsvoering zelf deed. Is dit nog steeds zo?
“Dit is een beetje veranderd. De bedrijfsvoering is nog steeds voor het grootste deel in mijn handen, maar mijn partner, Mark Vrolingf, en ik zijn gefuseerd. We zijn van een eenmanszaak naar een VOF gegaan. Hij is verantwoordelijk voor de visuele kant van het bedrijf, zoals marketing, de website, sociale media. Daarnaast heb ik twee mensen in dienst en meestal drie stagiaires.”

Is er een mannencollectie inzicht?
“Toen ik afstudeerde heb ik een mannen- en vrouwencollectie gemaakt. Dit heb ik ongeveer drie à vier jaar volgehouden. Gezien de dessins die ik ontwikkel zou ik het ook goed kunnen. Op het moment heb ik een selecte groep mannen, voornamelijk designers en architecten, die ik kleed. Dan gaat het om maatwerk. Uit mijn studieperiode heb ik een viertal prototypes; een mooi jasje, een vest, een polo en en trui. Die maak ik voor hen dan met de prints die ik op dat moment gebruik. Ik hoop dat ergens in de toekomst meer te gaan doen, alleen zakelijk gezien zou dat betekenen dat ik een grotere collectie moet gaan ontwikkelen en iemand apart op stap moet sturen om die markt te verkennen. Daar ligt nu niet de focus, maar als ik meer tijd zou hebben dan is dat absoluut iets dat ik graag zou willen doen.”

Je hebt nu 26 verkooppunten in Nederland en België. Ga je dit nog uitbreiden?
“Ten opzichte van vorig seizoen ben ik 40 procent gegroeid. Vanaf januari 2015 komt er een aantal verkooppunten bij, waardoor de kleding in 30 verkooppunten wordt verkocht in Nederland en België. We zijn nu de Duitse markt aan het verkennen, maar daar ligt in 2015 de focus. Verder zou ik graag mijn kleding verkopen in Scandinavië en als de markt aantrekt misschien richting Rusland. Vrouwen in die landen hebben ongeveer dezelfde pasvorm en dezelfde lichaamsverhoudingen. Ik focus me op een Europese vrouw met wat meer vorm en wat meer lengte.”

Wat staat er voor het jaar 2015 in de agenda?
“In januari 2015 vertrekken wij naar IJsland om de wintercollectie voor 2015 en 2016 te shooten. De keuze om naar IJsland te gaan is logisch, omdat die collectie door IJsland geïnspireerd is. Voorheen was het niet mogelijk buiten Nederland te shooten, omdat ik net een dochtertje had gekregen en ze te jong was om mee te reizen of bij opa en oma te blijven. Nu is dat wel mogelijk. Verder ga ik in januari 2015 de nieuwe Green Orange Fashion beurs doen. Hier krijgen jonge duurzame merken een podium geboden. Daarnaast zijn we druk bezig met het maken van uitbreidingsplannen naar Duitsland.”

Laurie van Deventer
Emily Hermans
MLY