Frans Molenaar heeft vrijdag officieel het eerste Nederlandse Fashion Museum geopend. Daarbij werd het logo en de locatie van het museum onthuld. Op 1 juli moet het museum dan echt open gaan voor publiek. Nu al beschikt het museum over een collectie van Nederlandse ontwerpers, zoalswijlen Percy Irausquin –van wie een van zijn laatste creaties in de collectie is opgenomen- en Bas Kosters. Deze collectie zal permanent worden tentoongesteld. In aanvulling daarop staat er zo’n vier a vijf keer per jaar een expositie op het programma. Deze exposities kunnen bijvoorbeeld bestaan uit overzichtstentoonstellingen van gevestigde ontwerpers, prijswinnende collecties van jong talent of eindexamencollecties van Nederlandse modeacademies. Het museum zal dan naar behoefte kunnen worden uitgebreid, bijvoorbeeld met de beursruimte in het gebouw.
Met het openen van dit museum hoopt het WFC het imago van de Nederlandse mode verder te verbeteren, vertelt Edwin Denekamp, de directeur van het WFC. “En daarbij is het een andere manier om de laatste ontwikkelingen op modegebied te laten zien dan de wijze waarop we dat nu al doen. We hopen daarmee nog beter als inspiratiebron te kunnen dienen.” Het Fashion Museum is een samenwerking tussen de stichting Nederland Positief en het World Fashion Centre. Nederland positief wil met het modemuseum een ode brengen aan talentvolle ontwerpers uit binnen- en buitenland.
Voor het samenstellen van de tentoonstellingen is geen officiële conservator aangesteld, maar wel zal journalist Phia Baruch, die eerder aan de wieg stond van de Nederlandse Vereniging van Modejournalisten en de Max Heijmanprijs, optreden als adviseur. Het Fashion Museum is vanaf 1 juli dagelijks voor iedereen toegankelijk via de receptie van het WFC in de centrale hal. De toegangsprijs is nog niet vastgesteld, laat Edwin Denekamp weten. “Die zal laag zijn, want we willen het museum laagdrempelig houden.”