Modeorganisaties bedachten dat Nederland jeansland is
bezig met laden...
Een doctor op hoge hakken is Maaike Feitsma sinds deze week. Fashionista en wetenschapper ineen. Feitsma is aan de Radboud Universiteit gepromoveerd op haar proefschrift 'Nederlandse mode? Een verkenning van mythevorming en betekenissen'. Ze richtte zich op de perceptie van de Nederlandse modeidentiteit. In de jaargangen van drie damesbladen -
Spijkerbroek is klasseloos, praktisch, duurzaam en betaalbaar
Volgens Feitsma is het opvallend dat Nederland zichzelf ziet als spijkerbroekenland met Amsterdam als denimhoofdstad. Jeans worden namelijk vooral gezien als een icoon van de Amerikaanse cultuur. In de Verenigde Staten ontstond het kledingstuk, als stevige kleding voor mijnwerkers, cowboys, houthakkers en boeren.
Rond Amsterdam heeft een flink aantal nationale en internationale denimbedrijven een kantoor. Al is Scotch & Soda, met Amsterdams Blauw, het enige Nederlandse denimmerk dat zich expliciet als Nederlands profileert. En of Nederlanders echt zo veel meer spijkerbroeken kopen dan consumenten in andere landen, valt volgens Feitsma te betwijfelen. Een onderzoek door Ruigrok Netpanel uit 2008 wijst uit dat de gemiddelde Nederlander 5,4 spijkerbroeken heeft. Onderzoek van Cotton incorporated uit 2005 toont echter dat de gemiddelde Amerikaan er 8,3 heeft.
In haar proefschrift schrijft Feitsma: 'De drijvende krachten achter de beeldvorming van Nederland als toonaangevend spijkergoedland met Amsterdam als jeanshoofdstad vormen dan ook niet de merken, maar organisaties die de Nederlandse mode of de stad Amsterdam op de kaart proberen te zetten. Het gaat hierbij om organisaties als Modint, de Modefabriek, DutchDFA en het Fashioncluster van de metropoolregio Amsterdam.' Al zegt Feitsma ook dat spijkerbroeken passen bij het idee dat Nederland een casual modeland is. De jeans is populair omdat het een egalitair, praktisch, duurzaam en betaalbaar kledingstuk is. "In Nederland is de spijkerbroek geen symbool voor de arbeidersklasse zoals dat in Amerika wel is," zegt Feitsma tijdens de verdediging van haar proefschrift in Nijmegen.
Nederlanders letten niet op esthetiek
Dé Nederlandse mode-identiteit bestaat niet, is de conclusie van Feitsma's onderzoek. Al zou je wel kunnen zeggen dat het, in tegenstelling tot mode in Frankrijk of Italië, niet om esthetiek gaat. Het gaat om het verhaal achter de kledingstukken. In haar proefschrift schrijft Feitsma: 'De nadruk op ideologie - de focus op het 'waarom' een bepaalde modestijl geschikt is voor Nederlanders en niet op 'hoe' het eruit moet zien - is wellicht het onderscheidende kenmerk van den Nederlandse mode'.