Motoren, gepimpte auto's en zwembad op beurzen Parijs

Jonge ontwerpers en designer brands vormen het DNA van de Parijse vakbeurs Who's Next die dit jaar twintig jaar bestaat. Wat in 1993 begon in een tent met veertig jonge labels op het terrein voor de deur van de belangrijke vakbeurzen in

damesmode, schoenen en lederwaren van dat moment, is twintig jaar later uitgegroeid tot een van de grootste modevakbeurzen van Europa en heeft inmiddels zelfs haar grote voorgangster Pret-a-Porter-Paris (PAPP) geassimileerd.

Ondanks

de groei van veertig naar meer dan tweeduizend exposanten verliest de beursorganisatie het DNA niet uit het oog. In de recente samenwerking met de Fashion week van Kopenhagen is de onderlinge uitwisseling van jonge ontwerpers voor beursdirecteur Xavier Clergerie dan ook een van de belangrijkste thema's. Natuurlijk het is mooi dat zijn bezoekers in augustus met dezelfde badge de beurzen in Kopenhagen kunnen bezoeken, maar veel mooier vindt hij dat jonge labels en designers zo contacten in Noord-Europa kunnen leggen. "En het is een toegangspoort tot Oost-Europa, Kazachstan, Rusland, belangrijke groeimarkten voor de mode-industrie," zegt hij.

Die blik naar buiten, internationaal, mondiaal zelfs, is een ander hoofddoel voor Clergerie. Hij moet ook wel. Het gaat niet zo goed in de Franse moderetail. De uitverkoop is net begonnen, maar winkeliers zitten nog met enorme voorraden. In Parijse winkelstraten valt de leegstand op. De Franse mode moet het hebben van de export zo klinkt het. Bezoekersaantallen van de modebeurzen groeien voornamelijk dankzij toegenomen belangstelling uit het Midden- en het Verre Oosten. In dat licht wordt ook duidelijk waarom Parijs onlangs alle modebeurzen van september naar juli heeft verplaatst. Een enorme stap voor een sector die al sinds jaar en dag een vaste kalender hanteert en in een land waar de mensen niet zo houden van veranderingen. Vanuit internationaal oogpunt is de verschuiving naar juli natuurlijk wel een slimme zet.

Op het beursterrein van Porte Versailles, waar deze week ook Mode City, Interfiliere, Fatex en Bijorhca plaatsvinden, wordt liever niet te veel gesomberd. Hier worden alle zeilen bijgezet om er een vrolijk modefeest van het maken. En dat is het. Met een ballet uitgevoerd door crossmotoren, een Braziliaanse show en een Mexicaanse markt is het een bruisend geheel.

"We vechten tegen die negatieve vibe zegt Mathilde Devalois van Mode City, verzamelnaam van 'Salon International de la Lingerie et du Swimwear'. Mode City en Interfilliere stelen de show dit jaar. Voor de deur hebben zij gedurende de beursperiode een heus zwembad laten aanleggen, toegankelijk voor alle Parisiennes die nog niet met vakantie zijn. Gelukkig zit het weer mee; afgelopen weekend was het in de Franse hoofdstad tropisch warm en komen zwembad en alle aan badmode aanverwante activiteiten optimaal tot hun recht. Devalois wil haar bezoekers laten zien wat je allemaal voor leuke acties rond lingerie en badmode bedenken kunt. Ze haalt warenhuis Galeries Lafayette aan dat in mei een geheel vernieuwde lingerieafdeling geopend heeft van 3500 vierkante meter. In 2009 zette het warenhuis een trend toen het de nieuwe gesupersizede schoenenafdeling in de kelder opende. Voor de lingeriebranche hoopt Devalois nu op een soortgelijke reactie.

Zowel Clergerie als Devalois zeggen dat de toekomst van mode- en lingerieretail ligt in een gevarieerd en origineel winkelaanbod. Clergerie: "Als je als moderetailer ook kaarsen of nagellak wilt verkopen, moet je dat vooral doen, maar zorg wel dat er een mooi doosje omheen zit." Beiden zien nog weinig in online verkoop, vooral in eigen land. "Lingerie en badmode willen mensen toch het liefst eerst passen," zegt Devalois. "Wij focussen op designer labels," zegt Clergerie, "dat kun je eigenlijk niet online kopen. Daar vind je alleen de merken die je al kent, zelden iets nieuws."

Het vertrouwen in fysieke retail blijkt groot bij de Franse beursorganisaties. Zij proberen winkels in mode of bodyfashion er wel van te doordringen dat zij meer moeten verkopen dan hun core producten alleen. Wat dat betreft kan het de Fransen dan weer eigenlijk niet gek genoeg. Op Who's Next staat op de Mexicaanse markt een aantal gepimpte auto's te koop. De eerste blijkt zondag al verkocht. "Zie je, het kan," zegt Clergerie, "als mensen zoiets zien, willen ze het hebben." PR directeur Elodie Lavesvre denkt dat Clergerie de auto zelf heeft gekocht. "Echt niet!"

Esmerij van Loon