MVO insider ... Barbara Munsel
Door FashionUnited
bezig met laden...
Hoe
“Na de kunstacademie heb ik bewust besloten om een andere kant op te gaan: ik had het gehad met mode. De gedachtegang van snelheid en massaproductie hebben mij altijd tegen gestaan. Ik heb nooit begrepen waarom het allemaal zo massaal moet en stoffen vaak synthetisch zijn. Waarom kan het niet kleiner, natuurlijker, dacht ik vaak. Misschien heeft het er ook wel mee te maken dat ik een Indische achtergrond heb. Aziatische landen zijn toch wat meer op de mens en de natuur gericht.
Met duurzame materialen kwam ik in aanraking toen ik na mijn afstuderen als textielontwerper werkte. Ik verfde alle doeken die ik maakte zelf thuis. Om de gootsteen en het water schoon te houden, koos ik voor inkt op waterbasis. Dat liep vrij goed; mijn werk werd onder andere verkocht bij Jan des Bouvrie. Maar het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan, dus ben ik na een aantal jaar terug naar mode gegaan. Toen ben ik naast materialen ook naar duurzame stoffen gaan kijken.”
Je begon met een kleine collectie gemaakt van vintage en oude kledingstukken, nu werk je ook met volledig ecologische materialen en alles wordt geproduceerd volgens een zero-waste beleid. Waarom kies je daarvoor?
“Op die manier wil ik een zo klein mogelijk voetafdruk achterlaten. Ik wil niet alleen biologische stoffen gebruiken, maar denk op meerdere manieren aan duurzaamheid. Veel biologische
stoffen die ik gebruik komen uit Turkije, Amerika en India, omdat het aanbod in Nederland nog te beperkt is. Elke maand of elk halfjaar bestellen zou ook weer niet milieuvriendelijk zijn, dus koop ik eens in de zoveel tijd een grote voorraad in waar ik meerdere seizoenen mee doe.”
Wat is jouw doel als ontwerper?
“In de eerste plaats is mijn doel dat mensen mijn ontwerpen kopen omdat ze het mooi vinden. Ik hoef niet speciaal neergezet te worden als groene ontwerper. Voor mij is duurzaamheid bijna een vanzelfsprekendheid. De vormgeving en de kleur van de kleding zijn het belangrijkst. Ik hoop dat mensen de gedachtegang achter mijn label een meerwaarde vinden.”
Hoe denken retailers en consumenten daar over?
“Zij zien het vaak als een plus. Duurzame mode gebeurt toch op een kleinschaliger niveau. Het is in Nederland nog niet zo geworteld als in Duitsland of Amerika, waar je op elke hoek van de straat wel aan duurzame kleding kunt komen. Nederland is toch meer gericht op de massa, confectie en koopjes. Gelukkig is er wel een klein groepje klanten en retailers die er echt de positieve kant van inzien. Annliz in Amsterdam, bijvoorbeeld, is echt een pionier in de verkoop van duurzame kleding. Voor hen is biokatoen niet genoeg, het is een vereiste dat ze de kleding ook kunnen traceren, zodat ze precies weten hoe het gemaakt wordt.”
Kun je al leven van de verkoop van je label?
“Nog niet. Het is sowieso moeilijk als ontwerper om van je werk te kunnen leven; ik denk dat acht van de tien ontwerpers er nog wel een baan bij hebben. Met lesgeven kan ik mijn label financieren."
Wat is jouw tip voor andere aspirant ‘groene’ ontwerpers?
“Beginnende ontwerpers zou ik aanraden om de mensen om je heen, die ook deel uitmaken van het productieproces in je verhaal te betrekken. Uiteindelijk kun je niks zonder de kleermaker en patroonmaker. Zorg ervoor dat je transparant wordt en dat alles na te trekken is.”
Foto's: Barbara Munsel lente/zomer 2013
Barbara Munsel
mvo insider