Nederlandse Thom Barends wint internationale bontprijs
bezig met laden...
Nog maar
Vooral het prijzengeld kan hem helpen om verder te komen in zijn carrière, denkt Barends. Hij wil namelijk graag naar Parijs voor een stage bij een groot modehuis, en dat kost een paar centen. Waar hij het liefst ervaring zou opdoen? Givenchy, Balenciaga, Kenzo. “Ik heb nu geen ambitie voor een eigen label. Misschien later, maar eerst wil ik graag bij een modehuis aan de slag.”
De jonge ontwerper kreeg de Milanese prijs – Remix, van de Internationale Bonthandel Federatie – vanwege de conceptuele aanpak in zijn collectie. De mode vertelt het verhaal van een meisje dat op straat is beland en alleen nog de dure kleding van haar moeder heeft. “Het gaat om een mix tussen het rauwe van de straat en de decadente erfenis,” legt Barends uit. “Bont is natuurlijk het ideale, decadente materiaal.”
Maar Barends is al langer fan van pels. Volgens eigen zeggen heeft hij dat van zijn oma. De uitstraling van bont, maakt een kledingstuk meteen speciaal, is Barends’ mening. “En je kunt er als ontwerper heel veel mee, wat je niet met andere stoffen kunt. Je hebt bijvoorbeeld geen naadtoeslag nodig, om stoffen aan elkaar te maken, zo verspil je niets en kun je verschillende soorten bont aan elkaar maken, waardoor er als het ware een nieuw materiaal ontstaat.” Het is een technisch verhaal, besluit hij.
Bont is natuurlijk niet onomstreden. Hoewel ontwerpers als Viktor & Rolf, Frans Molenaar en Claes Iversen het materiaal gebruiken in hun collecties en de bontkragen nog volop in het straatbeeld te zien zijn, was er ook de roep om een bontvrije Amsterdam Fashion Week. En modebedrijven als Kleertjes.com, Zalando en Supertrah besloten juist te stoppen met het gebruik van dierenvachten.
“Mijn visie is dat bont niet anders is dan kipfilet eten,” zegt Barends, die alleen werkt met bont dat een label heeft van Origin Assured en het Furlab. Het bont is afkomstig van Nederlandse nertshouderijen. “Van krokodillenleer hoor je nooit iemand een probleem maken, want dat zijn geen schattige dieren.”