• Home
  • V1
  • Leads
  • Parijse beurzen zoeken inspiratie tussen het hooi

Parijse beurzen zoeken inspiratie tussen het hooi

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more
Leads

Seizoensmode is passé. De Franse beurs Who’s Next Prêt-à-Porter Paris, moet vooral draaien om nieuwe producten, vindt Xavier Clergerie, medeoprichter van Who’s Next en Premiere Classe. Inkoopmomenten moeten er vier keer per jaar zijn, op de

verschillende beurzen van organisatie WSN. De nieuwe data van de beurs, op 30 juni en 1 juli, passen daarbij. “Er is geen scheiding meer tussen winter- en zomermode.”

Ter

wijl de leden van de rockband, met schouderstukken van fake fur, melancholische melodieën spelen, en op een videoscherm beelden uit de natuur verschijnen - zoals een zee met rustig deinende golfjes - voeren modellen met de nieuwste mode aan, een dans uit. Als krijgers met verentooien maken ze radslagen in hun neonkleurige pakjes. De mannen, met baarden en hoge hoeden, dragen zwarte kostuums.

“Deze catwalkshow is echt waar Who’s Next voor staat. Inspiratie,” zegt beursmanager Xavier Clergerie. Persattaché Elodie Lavesvre: “Xavier houdt zich het meest bezig met de creativiteit rond de beurs. Zoals welke kleuren op de muur komen. Het leukste vond hij het slepen met de hooibalen, voor de centrale gang buiten.” En zijn geblesseerde hand dan? Ze wuift het weg.

Maar Clergerie doet meer dan alleen kleuren kiezen en hooibalen verslepen. Na de overname van Who’s Next grootste concurrent, de Parijse beurs Prêt-à-Porter Paris vorig jaar, is zijn visie duidelijker naar voren gekomen. Zijn eerste stap: het verplaatsten van de beurs van september naar juni. “September was stupid,” zegt hij daarover met zijn Franse tongval. De Oekrainse ontwerpster Elena Burenina is echter minder tevreden. Ze staat voor de derde keer met een stand in Parijs, voorheen op Prêt-à-Porter Paris. Het niveau van de merken vindt ze wel hoger geworden, maar de nieuwe datum noemt ze ‘twijfelachtig’. “De bezoekers zijn nog niet klaar om in te kopen. Ze zijn meer aan het rondkijken,” zegt de ontwerpster. “Positief vind ik dat de beurs steeds internationaler wordt. Het is goed dat merken uit verschillende landen hun visie op mode kunnen tonen.”

Internationalisering, dat is precies wat Clergerie wil. Zo is er een ‘expositie’ van tien ontwerpers uit verschillende landen, die hun visie geven op een ‘it-girl’. Ook is er, verspreid over de beurs, speciale aandacht voor Japanse merken. Van de 2000 exposerende merken, komt 59 procent van buiten Frankrijk, maar voor die merken is het volgens Clergerie vooral van belang dat er ook buyers komen uit verschillende landen. Het doel: volgend jaar 50 procent buitenlandse bezoekers. 184 van de 65.682 bezoekers kwamen bij de vorige editie uit Nederland.

Ui

t Korea is ontwerper Abraham Hangul Kwon overgevlogen. Hij neemt voor het eerst deel aan de beurs. “Ik kreeg de stand cadeau, omdat ik geselecteerd ben als jong talent,” vertelt Hangul Kwon. Samen met twintig andere talenten – onder andere Elise Kim uit Nederland – staat hij op platform ‘Fresh’. Het platform betekent veel voor de beursorganisatie. “Als we geen aandacht meer kunnen besteden aan jonge ontwerpers, stop ik,” zegt Clergerie. “Het is wie wij zijn als beurs. Daarom zie je ook geen immense stands, die zouden de kleine merken overschaduwen.”

Ook in de hallen van Porte de Versailles in Parijs: Eclat de Mode – Bijorhca, waar je als bezoeker verblind raakt door al het gefonkel van kettingen, oorhangers en armbanden. Een enkele exposant toont tassen. Zoals de Italiaanse Irene Ferrara waarbij de tassen uit vierkante en ronde figuren bestaan, en een hap uit de bovenkant als handvat dient.

Modemerken en grootwinkelbedrijven kunnen tevens een bezoek brengen aan Fatex, een beurs op het gebied van producenten en confectie-leveranciers. Volgens beursmanager Agnès Etame-Yescot komen er jaarlijks zo’n driehonderd Nederlandse bezoekers op de beurs af. Ook bedrijven als Zadig & Voltaire, Otto, Hugo Boss en Premaman komen naar de ‘sourcing trade fair’. Exposanten komen vooral uit Azië. Hoewel China nog steeds het grootste productieland is, neemt het aantal orders daar af – vooral vanwege stijgende loonkosten – en raakt Bangladesh meer in opkomst. “Prijs is nog altijd één van de belangrijkste criteria voor bezoekers,” zegt Etame-Yescot. Het is precies de reden waarom Mhamud Khan uit Bangladesh naar Parijs afreisde. “Ik sta ook op een Amerikaanse beurs, maar de Europese markt heeft meer potentie voor mij. Hier is prijs belangrijker.”

Yasmine Esser

BIJORHCA
Eclat de Mode
Fatex
PAPP
PRET-A-PORTER PARIS
Who's Next
Who’s NextPrêt-à-Porter Paris