Rechtspraak. Nu is het genoeg!
Door FashionUnited
bezig met laden...
Repeterende inbreuk
Telkens opnieuw troffen de merkhouders producten op de markt aan, die zonder toestemming geproduceerd waren en verhandeld werden, maar die wat vormgeving betreft identiek waren aan de eigen producten van de merkhouders en waren voorzien van de verschillende merken van deze merkhouders. De inbreukmakende producten varieerden van parfum, portemonnees, t-shirts, overhemden, sjaals, horloges, riemen en schoenen. Doordat de winkels herhaaldelijk van eigenaar wisselden en er met ondernemingen geschoven werd, probeerden de inbreukmakers de dans te ontspringen.
Halt!
In een procedure voor de Rechtbank Den Haag hebben de gezamenlijke merkhouders deze ‘groep inbreukmakers’ ter verantwoording geroepen en vorderingen ingesteld om zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de repeterende inbreukmakende handelingen van de leden van deze ‘groep inbreukmakers’.
Verstek
De ‘groep inbreukmakers’ heeft er vervolgens voor gekozen om in deze procedure niet te verschijnen (verstek te laten gaan). Het gevolg daarvan is dat de rechtbank de vorderingen die zijn ingesteld kan toewijzen indien deze de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Een verstekvonnis resulteert dus vaak in toewijzing van de vorderingen van de eiser.
Toegewezen vorderingen
Ook in dit geval heeft de rechtbank de gezamenlijke merkhouders in het gelijk gesteld. De rechtbank heeft de volgende vorderingen toegewezen:
- Verklaring voor recht dat inbreuk is gemaakt
- Verbod
- Afleggen van rekening en verantwoording
- Afgifte van de inbreukmakende producten
- Schadevergoeding van 25 euro per inbreukmakend product
- Afdracht van de winst genoten door verhandeling van de inbreukmakende producten
- Vergoeding proceskosten.
Hoge schadevergoeding en winstafdracht
Opvallend is de toewijzing van de relatief hoge schadevergoeding, bestaande uit een vergoeding van 25 euro per geproduceerd/verhandeld inbreukmakend product naast de afdracht van de winst die de ‘groep inbreukmakers’ heeft gemaakt met de verhandeling van de inbreukmakende producten. Dit komt neer op de betaling van een gigantisch hoog bedrag. Alleen al voor de 2.809 bij 5 steekproeven aangetroffen inbreukmakende producten, komt dat neer op een bedrag van ruim 74.000 euro. Ik ben dan voor het gemak uit gegaan van een netto winst van 1,50 per product. De daadwerkelijke hoeveelheid geproduceerde en verhandelde producten ligt uiteraard veel hoger. De te betalen schadevergoeding en winstafdracht door de ‘groep inbreukmakers’ dus ook. Dit had wellicht anders kunnen uitvallen als de ‘groep inbreukmakers’ wél bij de procedure verschenen was en zich had verweerd.
Proceskosten
Overigens heeft de ‘groep inbreukmakers’ in dit geval er ook baat bij gehad om niet te verschijnen. In inbreukzaken geldt een ander regime met betrekking tot proceskosten dan in zaken met betrekking tot andere rechtsgebieden. De proceskosten worden niet volgens een staffel berekend door de rechtbank, maar betreffen de daadwerkelijk gemaakte proceskosten, waaronder dus de daadwerkelijk door de advocaat gemaakte kosten. In het geval van winst kan worden toegewezen dat alle door eiser gemaakte kosten door de verliezende partij dienen te worden vergoed. In deze inbreukzaak is de ‘inbreukmakende groep’ niet in de daadwerkelijke proceskosten veroordeeld, omdat deze niet reeds bij dagvaarding waren opgegeven en gespecificeerd, dan wel (later) kenbaar zijn gemaakt door aangetekende verzending per post of afzonderlijke betekening. Dat scheelde in dit geval ruim 10.000 euro.
Had beter eieren voor zijn geld kunnen kiezen
Voor deze ‘groep inbreukmakers’ hield de “verstop-tactiek” uiteindelijk geen stand. Bovendien heeft het gedurende lange(re) periode kunnen uitvoeren van de inbreukmakende praktijken deze groep geen financieel voordeel opgeleverd. Integendeel. Naast afdracht van de gemaakte winst, dient voor ieder inbreukmakend product ook nog eens fikse schadevergoeding te worden betaald. Was bij de dagvaarding eveneens een specificatie van de advocaatkosten mee betekend, dan was er nog eens ruim 10.000 euro bijgekomen. Deze kwestie had door de ‘groep inbreukmakers’ beter opgelost kunnen worden door direct te proberen een schikking te bereiken en zo de schade te beperken.
De aanhoudende merkhouder wint
Voor de gezamenlijke merkhouders loonde in dit geval het voortzetten van de strijd tegen de herhaaldelijke merkinbreuken. De mogelijkheid tot veroordeling van de verliezende partij in de daadwerkelijk gemaakte proceskosten van de winnende partij kan hierbij helpen. Goed om te weten is dat bij (te lang) gedogen van gebruik van identieke merken, de merken van de merkhouder kunnen verwateren en de merkhouder het recht kan verliezen om zich tegen het gebruik ervan te kunnen verzetten.Suzan Houben-van Geldorp is advocaat bij Köster Advocaten in Haarlem bij de Praktijkgroep Intellectueel Eigendomsrecht. Zij adviseert en procedeert veelvuldig in inbreukzaken. Zij treedt op voor zowel merkhouders als inbreukmakers.
Advocaten in de Mode
Koster Advocaten
Rechtspraak