Verenigde Naties en mode-industrie bestrijden armoede
bezig met laden...
F4D
Een van de belangrijkste problemen die de partijen willen aanpakken zijn de landbouwsubsidies in eerstewereldlanden. Uit onderzoek van de Fairtrade Foundation blijkt dat katoenboeren in West-Afrika jaarlijks 250 miljoen dollar aan inkomen mislopen door het huidige systeem van landbouwsubsidies. De Verenigde Staten geven jaarlijks 3 tot 4 miljard dollar subsidie aan hun eigen katoensector, waardoor duur geproduceerde katoen kunstmatig in de markt gehouden wordt en de mondiale katoenprijs naar beneden wordt gedrukt.
In totaal hebben de Europese Unie en de Verenigde Staten hun katoenboeren de afgelopen negen jaar 31,45 miljard dollar geschonken. Doordat de landen kunstmatig de mondiale katoenprijs drukken, maken ze het West-Afrikaanse boeren onmogelijk om de kosten van hun levensonderhoud te dekken, laat staan om uit armoede te komen.
In Ghana, Nigeria en Botswana zijn inmiddels al F4D-projecten onderweg. De organisatie is bezig om kapitaal te verwerven om nieuwe fabrieken te kunnen openen, lokale ambachtslieden op te leiden en samen te werken met gevestigde ontwerpers om de productiekwaliteit in Afrika te verbeteren. Zo reisde modeontwerper Roberto Cavalli onlangs af naar Afrika om de mogelijkheden voor produceren in het continent te bekijken. Door te investeren in de ontwikkeling van modebedrijven, begeleiding en onderwijs moet kwaliteitskleding in de toekomst winstgevend geproduceerd kunnen worden in Afrika. “Het is belangrijk dat we laten zien dat Afrika kan produceren, net als China,” aldus Sozzanni.