We Fashion: ‘Onze omzet loopt niet terug’
bezig met laden...
We
Volgens het Financieele Dagblad is de schuld van het bedrijf opgelopen tot 293 miljoen euro, terwijl het eigen vermogen 112 miljoen euro bedraagt. Dat We International 22 miljoen euro aan goodwill heeft afgeboekt zou volgens de krant betekenen dat de toekomst er niet al te rooskleurig uit ziet. Bovendien loopt een lening via de bank momenteel af.
Volgens Wouter Kolk, CEO van modeketen We Fashion – en niet van We International - zijn er misverstanden over de cijfers ontstaan. “De cijfers zijn van We International, niet van We Fashion. We International heeft te maken gehad met extra kosten door herstructureringsmaatregelen, vandaar het verlies. Met We Fashion gaat het prima, wij maken gewoon winst.”
Dat het een moeilijke tijd is in de modebranche ontkent Kolk niet. “We geven nooit cijfers af, maar ik kan wel zeggen dat we het jaar positief hebben ervaren. Natuurlijk loopt het aantal klanten wat terug, maar de omzet niet.” Nederland is volgens de CEO verreweg de moeilijkste markt momenteel. “Maar hier is ook de grootste groei in ecommerce.”
Door samenwerkingscontracten, zoals met online warenhuis Wehkamp.nl, hoopt We verder te groeien. Ook heeft de Nederlandse modeketen plannen voor nieuwe samenwerkingen met opkomende modetalenten. Dit najaar zal de collectie van Claes Iversen in de winkels liggen. Eerder sloot de keten al een deal voor de badmodelijn van And Beyond. “Die deed het vooral in België en Frankrijk erg goed,” aldus Kolk.
En wat zijn verder plannen van We Fashion om de resultaten te verbeteren? “Nog dichter op de klant zitten, sneller inspelen op trends en een goede mix blijven bieden van fashion en basics.” De expansiefocus ligt momenteel op Duitsland. We is op zoek naar geschikte locaties om winkels te openen. En ook in China wil We, in samenwerking met partner Uniquepai, gestaag verder groeien. “Maar we moeten wel voorzichtig zijn in deze tijd, ook in China.” Hoeveel winkels wil de keten het komende jaar dan openen? “Aan getallen ga ik mijn handen niet meer branden.”