Modefabriek: de ervaring van een inkoper
bezig met laden...
Zondag ging Modefabriek in Amsterdam van start, een tweedaagse modebeurs die een mix van denim en casualwear merken onderbrengt op één plek, het Rai conventiecentrum.
Anders dan tijdens Pitti Uomo, waar het draait om zien en gezien te worden, is de sfeer tijdens Modefabriek relaxt. Wellicht omdat de beurs op zondagochtend vroeg opende, en er genoeg barista’s espresso’s aan het zetten waren om de beursbezoekers een vliegende kick of te bezorgen. Ook de zonnestralen zorgde voor een positieve bijdrage aan de stemming.
Het eerste merk waar mijn oog op valt is Majem, een nieuw regenkledingmerk dat zijn collectie ontwerpt in Amsterdam en produceert van gerecycled polyester in China. Majem heeft een plekje in de Curated Store van HTNK, een platform voor opkomende ontwerpers. De lichtroze jas trekt mijn aandacht en mede-oprichter Anita vertelt mij dat het Majem al verschillende verkooppunten gevonden heeft. Ik vertel haar dat de zwarte jas mij doet denken aan Darth Vader, maar dat de marineblauwe trenchcoat eruit ziet als een mogelijke bestseller. De marineblauwe kleur is een nieuwe kleur die zijn debuut maakt in de collectie van SS18.
Een sterke selectie van internationale merken
Ik struin door de paden en ben positief verrast over het aantal internationale merken dat aanwezig is waaronder Champion, Rains, Colmar, Helly Hansen, Liu Jo, Repetto en Pierre Cardin. Toch is de beursvloer in dit geval voornamelijk gevuld met een selectie van deze internationale merken waarbij damesmode het best vertegenwoordigd is. Onder deze merken zijn genoeg betaalbare mode merken die hoogstwaarschijnlijk aantrekkelijk zijn voor Nederlandse winkels die niet over de grens inkopen.
Ik stop om even te praten met Leonie van mobiele fabriek Spijkerbrij, wie achter een naaimachine en een berg van vintage spijkerstof zit. Ze vertelt mij dat er een overschot van 20 procent aan ongebruikte spijkerstof in Nederland is en dat klanten eenvoudig hun eigen jeans kunnen recyclen tot nieuwe producten. Leonie reist het land door met haar zakenpartner Lois waar zij het proces van upcycling op het gebied van denim presenteren aan het publiek.
Bij Armedangels wordt hun toewijding op het gebied van duurzaamheid gecommuniceerd door middel van een dikgedrukte boodschap “We werken in de tweede meest vervuilende industrie ter wereld” op de stand. Armedangels richt zich op het produceren van kleding met alleen biologische materialen en door middel van duurzame processen.
Vervolgens trekken de paspoppen van Van Gils mijn aandacht. De dj in de hoek draait plaatjes en twee Smeg koelkasten met merklogo’s zijn gevuld met allerlei drankjes. Van Gils CEO Harry van der Zee vertelt me dat het voor een merk van Nederlandse bodem belangrijk is om aanwezig te zijn op de Modefabriek. De beurs is een gelegenheid om te laten zien hoe het met het merk gaat, welke richting het label op gaat, maar ook om klanten en andere belangrijke modemensen te spreken.Ook al is de beurs niet per se de plek waar orders worden geschreven.
Modebeurzen zijn meer dan alleen een platform voor verkoop
Een platform bieden waar inkopers collecties kopen, is ook meteen de grootste uitdaging van modebeurzen. Ooit brachten retailers een royaal budget mee voor de inkoop van nieuwe merken en collecties, tegenwoordig draait het meer om oriënteren en netwerken, dan het inkopen.
Mode sowieso om netwerken en relaties, dat geldt ook zeker voor de lokale, kleinere winkelier, die niet geïnteresseerd is in het kopen van de laatste catwalk- of trendcollecties. Deze boetiek eigenaren hebben wat te kiezen als het aankomt op het merkportfolio, want op Modefabriek zijn ook veel merken voor deze markt vertegenwoordigd.
Geschreven door Don-Alvin Adegeest, mannenmode inkoper Selfridges Group en editor FashionUnited UK. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op FashionUnited.uk. Vertaling en bewerking: Caitlyn Terra
Foto’s: Modefabriek SS18, door FashionUnited