Techtextil & Texprocess: Duurzaamheid, digitalisering en nieuwe wetten veranderen de textielindustrie
bezig met laden...
Alle sectoren van de textielindustrie staan momenteel voor grote veranderingen. De twee zusterbeurzen Techtextil en Texprocess presenteerden in Frankfurt am Main tal van nieuwe ideeën en oplossingen voor de vele uitdagingen waar de industrie voor staat. Van het overkoepelende thema duurzaamheid tot digitalisering, automatisering en AI.
Iedereen die op zoek is naar een blik in de toekomst van de textielindustrie komt aan zijn trekken op Techtextil / Texprocess, die halverwege april plaatsvond in Frankfurt am Main. De beurs bood uitgebreide informatie over alle belangrijke toekomstige onderwerpen zoals duurzaamheid, recycling, nieuwe wetgeving, digitalisering, automatisering en kunstmatige intelligentie. Ongeveer 38.000 bezoekers uit 102 landen vonden het uitgebreide aanbod van 1.700 exposanten een reis naar Frankfurt waard, wat 29 procent meer is dan tijdens het vorige evenement. Volgens Messe Frankfurt waren de top-exposanten Duitsland, Italië, China, Frankrijk en Turkije. De exposantengroei kwam onder andere uit Egypte, China, Indonesië, Kosovo, Luxemburg, Moldavië en Thailand.
Arbeidskosten versus automatisering: volledig geautomatiseerde productie is nog ver weg
Veel exposanten kwamen met voorzichtig optimisme naar Frankfurt. De economische situatie in de kledingindustrie is momenteel immers niet bepaald rooskleurig. “Tegen de achtergrond van het huidige industriële klimaat waren onze verwachtingen nogal voorzichtig,” legt Michael Kilian, COO van naaimachinefabrikant Dürkopp Adler, uit. “De beurs heeft die verwachtingen echt overtroffen. Europa was er in zijn geheel, maar ook het Midden-Oosten, Bangladesh, India, Pakistan, de VS en Mexico.” Zijn klanten waren vooral geïnteresseerd in automatisering en procesoptimalisatie en zochten naar oplossingen om nog efficiënter te produceren.
De volledige automatisering van de naaifabrieken is echter nog niet in zicht, ook al klonk het een paar jaar geleden wel zo. Vedat Irey, Global Sales Manager bij Pfaff, is realistisch: “Alles is mogelijk, maar dan gaan de jeans 10.000 euro kosten.” Zolang bedrijven op zoek blijven naar landen met nog lagere arbeidskosten, zijn er duidelijke economische grenzen aan automatisering. Onlangs nog vertelde een producent uit India dat hij een nieuwe fabriek wilde opzetten in Ethiopië omdat de arbeidskosten daar maar half zo hoog zijn als in India. Hetzelfde geldt voor het idee van nearshoring. “Ik zie niet dat er meer productiefaciliteiten in Europa worden opgezet en dat merken proberen hun productie naar Europa te verplaatsen,” zegt Irey. “Op dit moment willen bedrijven eerder geld verdienen dan nieuwe risico's nemen.”
Additieve printprocessen voor compleet nieuwe looks en functies
Een relatief nieuw gebied in het bedrukken van textiel ligt in digitale, additieve printtechnieken. Het interessante hieraan is dat de patronen in zeer korte tijd kunnen worden geproduceerd en geprint op stoffen en dat ze compleet nieuwe structuren mogelijk maken. Het Israëlisch-Amerikaanse bedrijf Stratasys toonde kleurrijke bloemenprints met een piekachtige structuur, waarbij elke individuele piek een andere kleur had. Dergelijk textiel met geprinte oppervlaktestructuren, die tot enkele millimeters hoog kunnen zijn, is niet alleen een echte blikvanger, maar ook zeer functioneel. “Ze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om regengoten te printen, zodat het water langs de zijkant van de jas naar beneden loopt”, zegt Hannes Kalz van Stratasys. Het bedrijf heeft een achtergrond in sneaker prototyping en 3D offset printen en ziet een grote toekomst in de technologie. Stratasys levert machines en systeemtechnologie die door elke fabrikant gebruikt kunnen worden. Tot nu toe waren vooral high-fashion merken geïnteresseerd in de technologie omdat het tot acht uur duurt om een 3D-patroon te printen en uit te harden. Vanaf nu kunnen echter ook hele kledingstukken op de printer worden geplaatst, niet alleen afzonderlijke stukken stof zoals voorheen. “Dit maakt ons geschikter voor massaproductie,” vervolgt Kalz.
Platte prints met textuur, bijvoorbeeld met een penseelstreekeffect, geven een stoffen patroon met bloemen ook een hele nieuwe dimensie, zoals het geval is bij printspecialist Kornit Digital. Dezelfde machine die de textuur print, is ook degene die de kleur eroverheen print.
Biogebaseerde, biologisch afbreekbare synthetische vezels en nieuwe oplossingen voor PFAS
Duurzaamheid was het overheersende thema van de beurs. “Er is eigenlijk geen exposant meer die niet op de een of andere manier duurzamere oplossingen presenteert”, legt Bernd Müller, Sustainability Consultant bij Messe Frankfurt, uit. Veel bedrijven presenteerden nieuwe kunststoffen op biologische basis, zoals de iriserende pailletten op cellulosebasis van Radiant Matter uit het Verenigd Koninkrijk. Biologische afbreekbaarheid blijft ook een belangrijk onderwerp voor synthetische vezels. Het Deense bedrijf Fiber Partner drukte bijvoorbeeld zijn boodschap op de T-shirts van zijn werknemers: ‘Polyester is niet langer onsterfelijk’. “Er zijn steeds meer producten die biologisch afbreekbaar zijn”, zegt Lars Rindebaek en noemt zelfs luiers als voorbeeld. “We kunnen nu alle vezels zo afwerken dat ze biologisch afbreekbaar zijn.”Dit heeft geen invloed op de levensduur van het textiel.“Katoen of schapenwol breken veel sneller af dan polyester, wat geen effect heeft op de levensduur van de kleding,” zegt Rindebaek. De kledingindustrie heeft echter nog geen grote interesse getoond, hoewel biologische afbreekbaarheid belangrijk zou zijn om microplastics te beperken.
De innovaties van morgen waren vooral te zien bij de stands van de onderzoeksinstituten. Zo presenteerde het innovatieplatform Biotexfuture van het Institute of Textile Technology van de RWTH Aachen University (ITA) sportsokken gemaakt van CO2-uitlaatgassen met sokkenspecialist Cep, vulmateriaal op cellulosebasis dat lichter en warmer is dan dons en een nieuwe bio-coating die als waterafstotende afwerking een biobased alternatief kan worden voor schadelijke PFAS. “We horen al jaren van de chemische industrie dat er niets beters is dan PFAS,” legt Nicole Espey van de ITA uit. Pas nu het EU-brede verbod op deze chemicaliën voor de deur staat, komt de industrie in beweging. “Dat kun je zien: Zodra er regelgeving komt, ontketent dat innovatieprocessen. Helaas gebeurt er veel te weinig vrijwillig.”
Het Belgische bedrijf AGC Plasma Technology Solutions, dat eigenlijk uit de glasindustrie komt, presenteerde ook een nieuwe vacuümtechnologie voor het niet-toxisch, waterafstotend coaten van stoffen. De technologie bestaat al tientallen jaren en wordt gebruikt om ramen te coaten. Het werkt volledig zonder water of droogtijden en maakt waterafstotende coatings in het nanometerbereik mogelijk. “We zijn op zoek naar samenwerkingspartners uit de textielindustrie,” legt Jeroen Schotsaert van AGC uit.
De zoektocht naar nieuw elastaan
Vooral politici oefenen momenteel druk uit om veranderingen in de textielindustrie te versnellen: de traditionele productie van elastaan met behulp van spinnen met oplosmiddelen in de Europese Unie staat bijvoorbeeld op het punt te worden beëindigd omdat voor de productie oplosmiddelen nodig zijn die als schadelijk voor de gezondheid worden beschouwd en eind vorig jaar al gedeeltelijk werden verboden in de EU. Naast het Institute of Textile Technology ITA, dat onderzoek doet naar de ontwikkeling van smeltspinprocessen voor elastaan waarvoor geen oplosmiddelen nodig zijn, presenteerde het Taiwanese bedrijf Hermin een nieuw type afwerking dat natuurlijke vezels elastisch maakt. Het proces werd bij toeval ontdekt en kan worden gebruikt voor alle natuurlijke vezels, van katoen tot zijde en linnen.
Recycling: het topthema van de beurs
Recycling was een van de topthema's op de beurs binnen het thema duurzaamheid. Of het nu gaat om het recyclen van textiel, afval van andere industrieën of afvalgassen, de mogelijkheden nemen zichtbaar toe. Toch staat recycling nog in de kinderschoenen, aangezien slechts één procent van het textiel afkomstig is van textiel-naar-textiel recycling, waar in de toekomst het grootste deel van ons textiel naartoe zou moeten gaan. In veel landen met textielproductie worden momenteel nieuwe recyclingketens opgezet, bijvoorbeeld in Turkije en Portugal. In Portugal neemt textielbedrijf en ondergoedspecialist Impetus deze taak op zich en experimenteert ook met recyclebare producten van monomateriaal.
Alleen het elastiek kan nog niet van monomateriaal worden gemaakt, dus wordt het vastgenaaid met een speciaal oplosbaar garen van de Zwitserse leverancier Climatex. Hierdoor kan het gemakkelijk van de rest worden gescheiden tijdens het recyclingproces.
Het recyclen van post-consumer textiel is een van de grootste uitdagingen voor de industrie. Voordat het zover is, zijn veel fabrikanten begonnen met het ontwikkelen van recyclingoplossingen voor hun productieafval. Garenfabrikant en wever Velener Textil uit Münsterland, bijvoorbeeld, recyclet de restanten op de garenrollen in plaats van ze tegen betaling weg te gooien. “Op deze manier kunnen we ongeveer 150 tot 200 ton garen per jaar recyclen,” zegt Matthias Anlauf van Velener Textil. Voor de Italiaanse wol specialist Lanificio Bigagli is het recyclen van wol een oude gewoonte. “We doen dit al tientallen jaren in Prato,” legt Sales Manager Alessandro Gucci uit.
Ook hier wordt vooral productieafval gerecycled, maar ook post-consumer kleding komt steeds vaker terug in de kringloop. Goede sortering is hierbij uiterst belangrijk: “De aanvoerketen moet extreem veilig zijn, zodat we geen schadelijke stoffen in het eindproduct hebben.”
Dit artikel verscheen eerder op FashionUnited DE. Vertaling en bewerking naar het Nederlands door Caitlyn Terra.