The Low Show: Een frisse wind in beurzenland
bezig met laden...
Gistermiddag overviel de vermoeidheid Kenneth Jaworski. "Ik dacht: ik moet even naar boven, naar het kantoor om een dutje te doen. Vandaag gaat het beter," zegt de initiatiefnemer van The Low Show, een nieuwe beurs met mannenmode, in de Westergasfabriek in Amsterdam. "Gelukkig maar, want vandaag is de drukste dag."
Anderhalf uur geleden was Jaworski aangekomen op het Westergasterrein en hij heeft nog steeds zijn sjaal niet af gedaan. "Ik moest de muziek aanzetten, praten met de pers en met buyers. Om tien uur stonden bezoekers buiten al in de rij om naar binnen te kunnen," zegt hij als hij even tijd neemt voor een kop koffie en een glas water. "We hebben veel walk-ins, bezoekers die zich niet van te voren hebben aangemeld. Iedereen komt altijd op de laatste dag bij beurzen. Retailers denken: 'Ik ga aan het einde van de dag' en dan 'Ik ga morgen'. Vervolgens is het: 'Shit, nu moet ik echt gaan, want het is de laatste dag'. Daarom duurt The Low Show ook drie dagen. En de eerste twee dagen tot 8 uur 's avonds. Ja, dat is hard werken voor de deelnemers, maar zo hebben retailers de kans om ook nadat ze de winkel hebben gesloten langs te komen. Ze hebben geen excuus."
Retailers moeten wennen aan schrijfbeurs
In totaal hebben veertig merken een plekje gekregen in het Machinegebouw op het Westergasterrein, waaronder Kings of Indigo, Barbour en Tellason. Jaworski: "Het moet nooit een Modefabriek of Bread & Butter worden, maar we willen wel groeien de komende edities. Het zou mooi zijn als we in de zomer zestig exposanten hebben en uiteindelijk tachtig."
Mattijs van Meurs, sales manager Netherlands en retail Europe, van Red Wing Shoes, zegt dat The Low Show na anderhalve dag al succesvol kon worden genoemd. Hij vindt het wel lekker, een frisse wind in beurzenland. "Het is een mooie locatie en er zijn kwalitatief goede merken met een verhaal. Ik heb mijn beste klanten uitgenodigd om hier te komen. Het is een echte schrijfbeurs, dus dat is voor mij tijdbesparend. Bij andere beurzen komen winkeliers alleen kijken en schrijf je de orders daarna in de showroom. Nu kan ik in die tijd weer op zoek naar nieuwe klanten."
Thomas Koster van Fjällräven heeft een positieve indruk van de beurs. Al had hij gehoopt om wat meer nieuwe retailers te leren kennen. Hij zag voornamelijk bekende gezichten in zijn stand. "Terwijl ik iedereen, op één klant na, al had gezien in onze showroom," zegt hij. "Onze buurvrouw heeft zelf geen showroom, voor haar werkt het super goed, ze heeft de hele dag door afspraken. Misschien was het voor ons beter als de beurs wat vroeger in het seizoen was." Toch denkt hij wel dat Fjällräven gaat terugkeren naar The Low Show. "Ik vind het echt knap dat de organisatie dit kon neerzetten, voor een eerste editie. Het initiatief is heel cool. Bovendien merkten we ook bij andere beurzen dat het moet groeien. Afgelopen zomer stonden we voor het eerst op de Modefabriek. Dat was wel oké. De tweede keer, vorige maand, was een groot succes."
Jaworski zegt dat de beurs bij de volgende editie meer de publiciteit wil opzoeken, om zo meer bezoekers te trekken. "Ook via social media als Instagram. En misschien ga ik wel buyers bellen om ze persoonlijk uit te nodigen, dat past wel bij de sfeer van The Low Show." Is dat niet erg veel werk? "Ja, als je iets wil bereiken is het niet gemakkelijk. Artiesten zijn soms wel vijftien jaar bezig om iets goed onder de knie te krijgen. Maar het is fun," glundert hij. "Op de eerste dag deed ik een korte welkomstspeech die werd ontvangen met applaus. Daar doe ik het voor, niet voor het geld. Natuurlijk, ik ben geen liefdadigheidsinstelling, dus uiteindelijk moet ik niet iedere editie verlies draaien. Thuis heb ik een jongen van acht. Hij is fan van Sam Smith en ik inmiddels ook. Het is zoals hij zingt: 'I don't have money on my mind. I do it for the love'."
‘The Low Show was na anderhalve dag al geslaagd’
Misschien moeten retailers nog wennen aan een beurs waar orders worden geschreven. "Op de meeste beurzen is het vooral kijken," peinst Lennart Nijgh van Benzak Denim Developers. Hij stond altijd op de Modefabriek met zijn merkje, zoals hij zijn bedrijf bescheiden en liefkozend noemt. Dit seizoen moest hij een keuze maken: de Modefabriek of The Low Show. "Het is een goede keuze geweest. Misschien niet voor grote merken, maar ik kom hier tot mijn recht. De beurs draait echt om de producten, niet om marketingacties en grote stands. Het ziet er mooi uit, iedereen heeft dezelfde rekken, een tafel en stoelen." Waarschijnlijk keert Nijgh aankomende zomer - de beurs wil een tweede editie eind juni of begin juli dit jaar - niet terug naar de Westergasfabriek. "Dat ligt niet aan de beurs hoor," zegt hij snel. "Ik doe eigenlijk niet aan zomerbeurzen, want ik heb geen speciale zomercollecties. En mijn denims zijn vrij dik, voel maar. Dus in de winter sta ik hier weer."