Turkse modewereld ziet Europa als een markt met veel kansen en uitdagingen tijdens IFCO
bezig met laden...
Istanbul - De Turkse mode-industrie gaat al jaren de strijd aan met de grootste spelers, zoals Bangladesh en China. Turkije weet zijn positie te verdedigen in een tijd waarin dat niet vanzelfsprekend is. Dat doet het land niet door compromissen te sluiten op prijzen, want kwaliteit staat boven kwantiteit, vindt de Turkse modewereld en daar houdt het sterk aan vast.
Turkije is strategisch gelegen, heeft een sterke infrastructuur, aantrekkelijke prijzen, gediversifieerde productiecapaciteit en groot ontwerptalent. Het land fungeert als schakel tussen Europa en Azië waardoor het zomaar het epicentrum van de mode zou kunnen worden.
Dat inzicht werd ook gedeeld op de zesde editie van Istanbul Fashion Connection (IFCO), waarvoor FashionUnited werd uitgenodigd. De toonaangevende textielbeurs vond plaats van 7 tot en met 9 augustus in de Turkse hoofdstad. Turkije hoopt met dit evenement de volumes van de Turkse export te stimuleren en meer en meer terrein te winnen in de wereldwijde mode-industrie.
Zesde IFCO-editie trekt wereldwijde bezoekers
Turkije kreeg in 2023 te maken met aardbevingen en kampt al zo’n twee jaar met een torenhoge inflatie. Zo kwam de inflatie in 2023 uit op 64,77 procent, blijkt uit cijfers van het Turkse statistiekbureau Tüik. Recentelijk daalde de inflatie in juli tot 61,78 procent, wat de grootste daling sinds 2022 markeerde. Er wordt verwacht dat de inflatie dit jaar verder afneemt en dat het inflatiepercentage tegen het einde van het jaar rond 40 procent ligt.
IFCO streeft ernaar de economische situatie te verbeteren en de hoge inflatie terug te dringen. Het doel van de beurs is om warme connecties te creëren tussen Turkse producenten en wereldwijde modehandelaars.
Dat doel werd bereikt op de recente lente/zomer editie van de Turkse modebeurs. Zoals gewoonlijk trokken de eerste twee dagen van de beurs de meeste bezoekers en kende de beurs zijn hoogtepunt op de tweede dag. De derde dag werd door exposanten vooral gebruikt om met elkaar te netwerken. FashionUnited heeft statistieken over de bezoekersaantallen opgevraagd en wacht nog op reactie van de organisatie.
Turkse mode-industrie gaat voor kwaliteit en sluit geen compromissen op prijzen
IFCO, dat dit keer opnieuw plaatsvindt in het Expo Center, breidt haar beursvloer uit naar 30.000 vierkante meter, verspreid over vier hallen. De beursvloer geeft een podium aan 300 exposanten uit diverse segmenten, waaronder dames-, heren- en kindermode, sportmode, accessoires en denim. Wie de lente/zomer editie vorig jaar bezocht, zal opvallen dat het aantal exposanten is teruggelopen met ongeveer 100.
Het brede aanbod zorgt ervoor dat het lastig is een keuze te maken welke stand men als eerste moet kiezen. Iedere stand heeft zijn eigen product en verhaal, maar wat ze allemaal gemeen hebben is de hoogwaardige kwaliteit en de relatief lage prijzen.
Over dat laatste heerst verdeeldheid op de beursvloer. Exposanten geven aan klanten te verliezen doordat de prijzen niet meer zo laag waren als voor de coronacrisis. Enerzijds spelen de oorlogen tussen Rusland en Oekraïne, en Gaza en Israël hier een rol, anderzijds is het de groeiende concurrentie uit China, Bangladesh en Egypte die de Turkse export beïnvloedt.
Denimfabrikant Vinci focust zich bijvoorbeeld op de Europese markt, maar aangezien Europese merken en retailers gevoelig zijn voor scherpe prijzen, probeert de fabrikant ook uit te breiden naar andere markten, zoals Colombia en Amerika. “We focussen ons altijd op kwaliteit en zullen geen compromis doen op de prijs”, vertelt Hasan Demir, internationale sales manager. “Daarom moeten we uitbreiden naar nieuwe markten.” Amerika staat bij Vinci hoog op het lijstje. “Amerika haalt 50 procent uit Bangladesh en 50 procent uit Italië en Turkije. Italië staat op nummer twee wat betreft kwaliteit terwijl Turkije maar twee procent naar Amerika exporteert.”
Ook Machinist, dat overigens nieuw is op de Turkse modebeurs, haalt het kwaliteitsstreven aan. Ceyhan Olgun, sales expert bij het merk zegt: “We willen geen productieland zijn, we willen merken van de beste kwaliteit voorzien, mooie merken bouwen. De economische omstandigheden zijn een uitdaging, maar kwaliteit blijft boven kwantiteit staan. Deze situatie biedt ons ook de mogelijkheid om onze ontwerpen naar een nog hoger niveau te tillen.” Machinist stelt zich voor als een ‘high-end streetwear merk in het middensegment’ en staat op de beurs om het merk te verkopen, al zijn veel bezoekers op zoek naar leveranciers. Machinist heeft op de derde dag al ruim honderd nieuwe contacten gelegd, ‘een paar’ orders geschreven en sluit binnenkort een deal met een grote Turkse retailgroep.
Op de stands van Intersivin en Joy in Joy, dat samen met Nefise staat geëxposeerd, is te horen dat vooral Europese merken en retailers de prijzen te hoog vinden. Europese modehandelaars wijken uit naar Azië, waar producten vaak goedkoper te krijgen zijn. Daarnaast krijgen beide leveranciers regelmatig de vraag om partnerschappen te sluiten met Egypte. Zowel Intersivin en Joy in Joy (inclusief Nefise) houden deze mogelijkheid af om de kwaliteit te waarborgen. “Door de kwaliteit hoog te houden, behoudt je de juiste klanten. We weten dat er veel concurrentie is, maar we willen niet dat bange gevoel hebben. We geloven dat Turkse hoogwaardige mode ons zal redden uit deze lastige situatie”, deelt Sahinaz Zahariou, een vertegenwoordiger van Intersivin.
Hoogstaande kwaliteit en ontwerperstalent bij The Core Istanbul
Hoogwaardige kwaliteit kreeg op de beursvloer een speciaal podium op het platform ‘The Core Istanbul’. Dit gedeelte centreert 22 ontwerpers, nieuwe en bekende namen die, niet onterecht, in de schijnwerpers worden gezet. Namen zoals 2BE4A, A Piece Of Work, Alaii, Arzu Kaprol, Be Oz, Bianco E Nero, Denim Heads, Elara Esmer, Esin Barriş, Eynaco, Helin Aydoğan, Heva, Majura by Özlem Erkan, Meltem Özbek, Mert Erkan, Ryderact, Safarah World, Shyz Wear, Syga, Tuba Ergin, Urban Muse, Viola&Vesper namen deel aan dit platform.
Het werk van Arzu Kaprol trok veel aandacht. Het gelijknamige merk profileert zich als een duurzaam merk dat gebruikmaakt van leder en leerachtige materialen. De ontwerpster is vegetarisch, maar zet uiteen dat ze de resten van dierenvel gebruikt omdat dit materiaal lang meegaat. “Mijn items blijven voor altijd in zeer goede staat en dat is duurzaam.” Kaprol maakt gebruik van oude technieken om prints handmatig op haar kleding te ‘stempelen’. Daarnaast zijn haar tassen voorzien van een NFT. Wie met zijn telefoon langs de tas gaat, wordt automatisch doorverwezen naar de website voor meer informatie over het product. De ontwerpster geeft aan dat ze veel belangstelling krijgt uit Rusland. “Zij zien duurzaamheid als de nieuwe luxe.”
A Piece Of Work, Esin Bariş en Shyz Wear worden op een gezamenlijke stand tentoongesteld. Dat is niet zomaar, de ontwerpers achter de merken zijn vrienden van elkaar en hebben tevens een gezamenlijke showroom en atelier in Istanbul. FashionUnited werd uitgenodigd om een kijkje te nemen in hun rode ontwerpershart Couveuse Studio. Ezgi Karayel, Seydullah Yilmaz en Essin Bariş geven aan het atelier te delen om economische redenen. De drie jonge ontwerpers tonen drie verschillende stijlen. A Piece Of Work heeft een edgy tintje, terwijl Shyz Wear de streetwear kant op gaat en gebruikmaakt van uitgesproken prints. Essin Bariş gaat voor couture. De tentoongestelde collectie gaat over haar vader, die zelf couturier is, en het proces dat een kledingstuk aflegt. Barriş voegt toe dat ze recent ook gepersonaliseerde pakken maakte voor basketballers, volleyballers en voetballers, onder wie Hakim Ziyech.
Europa: Een markt met veel kansen voor Turkse modehandelaars
Turkse modemerken doen het al jaren goed in de Arabische wereld, Noord-Afrika en Rusland, maar Turkije wil ook buiten deze markten terrein winnen. De beurs wil Turkse modehandelaars verbinden met Amerika, Zuid-Afrika en Europa. Specifieker kijken IFCO-exposanten naar de Duitse, Franse, Spaanse en Britse markt als het op Europa aankomt.
Dat Europa een markt is waar veel kansen liggen, bleek ook uit de openingsspeech van Mustafa Paşahan, vicevoorzitter van de Istanbul Apparel Exporters’ Association (IHKIB). Hij roept Europa op Turkije te steunen.
Exposanten vertellen aan FashionUnited dat vooral het Verenigd Koninkrijk een interessante markt is. Ten eerste omdat communicatie (in het Engels) simpel verloopt. Ten tweede omdat de koopkracht hoger ligt dan in de rest van Europa, zo is te horen op de stands van Intersivin en Setre. De merken Parkhande, Riversmell en Machinist geven ook aan Engeland de meest interessante markt te vinden in Europa.
Turkse modehandelaars richten daarnaast hun pijlen op Frankrijk, Spanje en Italië. Turkse mode komt hier goed tot zijn recht en deze landen zijn bereid kwaliteit boven kwantiteit te kiezen, klinkt het bij It’s Basic en Gizia. It’s Basic zet in op fast fashion met iedere week een nieuwe collectie. Het merk heeft bijvoorbeeld Nederlandse retailers als Van Tilburg en Nikki als klant. Gizia, een ready-to-wear merk met een couture-achtig tintje, focust op de volledige beleving door haar winkels te combineren met restaurants.
Dat laatste is niet enkel om de klantbeleving te professionaliseren, het merk doet dit ook om haar kansen te spreiden. “Het is een uitdagende tijd. Wholesale heeft het momenteel lastiger dan retail, omdat wij ‘duur’ zijn. Om te manoeuvreren in economisch lastige situaties dien je verder te moeten kijken dan enkel je core business”, legt Batuhan Kutlu, plaatsvervangend voorzitter van de raad van bestuur, uit. Dus opende Gizia restaurants naast enkele winkels. Het merk heeft het doel dit concept verder uit te breiden. Daarnaast staat de opening van een nieuwe fabriek in Istanbul gepland en wil Gizia binnen 5 tot 10 jaar winkels openen in onder andere Engeland, Frankrijk, Italië en Dubai.
Hoewel de vraag naar Europese modehandelaars groeit, waren deze nog weinig te vinden op de Turkse modebeurs. Exposanten vertellen aan FashionUnited dat er vooral veel gegadigden zijn uit Rusland, de Arabische landen en de Golfstaten.
Turkije, het land van hoogwaardige kledingproductie
Er kan gesteld worden dat de Turkse mode-industrie de strijdbijl de komende jaren niet zal begraven. Sterker nog, Turkije lijkt meer en meer terrein te winnen in Rusland, de Golfstaten en Afrika. Hoewel het land moeite heeft Europese merken en retailers voor zich te winnen door gestegen prijzen en kampt met een krimp in export tussen de 10 en 13 procent, is het vastberaden om deze markt te versterken, vertelt Paşahan, in een interview met FashionUnited.
“Wereldwijd zijn er economische moeilijkheden, niet enkel in Turkije. Na de coronacrisis kregen wij te maken met twee heftige aardbevingen. Ik weet dat onze prijzen zijn gestegen en dat deze voor Europese handelaars aan de hoge kant liggen. Turkije doet geen compromissen op prijzen. We gaan enkel voor de beste kwaliteit en dat zal uiteindelijk zorgen voor de beste partnerschappen.” De IHKIB-vicevoorzitter geeft een duidelijke boodschap mee: “Europa, werk met ons samen en erken dat kwaliteit boven kwantiteit staan.”
Paşahan ziet Turkije als een krachtig land. Hij vertelt dat het land 30 miljard dollar aan ready-to-wear exporteert. “Vooral in deze omstandigheden, komt Turkije bij elkaar en zorgen we er samen voor dat we sterker worden. Zeventig procent van onze ready-to-wear export gaat naar Europa. De Europese IFCO-bezoekersaantallen liggen tussen de 16 en 20 procent. We streven ernaar om dit aantal te groeien naar 50 procent.”
De IHKIB-vicevoorzitter benadrukt nogmaals dat Turkije geen massaproductieland is, maar inzet op het handhaven van de kwaliteitsnormen. Het land zal de komende tijd flexibel moeten blijven en gebruik moeten maken van het culturele erfgoed, hun geografische ligging en de ontwerptalenten, maar ook nieuwe technologieën en innovaties om de concurrentie uit Azië bij te benen.
Dit artikel wordt mogelijk later aangevuld met extra informatie over de bezoekersaantallen. FashionUnited is nog in afwachting van de statistieken.
FashionUnited reisde op uitnodiging af naar Istanbul om de zesde editie van IFCO bij te wonen.