Canadese waakhond onderzoekt nu ook Levi’s

De Canadese waakhond Core (Canadian Ombudsperson for Responsible Enterprise) neemt weer een nieuw modemerk onder de loep. Dit keer gaat het om de Canadese tak van Levi’s, zo blijkt uit een persbericht.

Het onderzoek gaat specifiek over de mogelijke link tussen de productieketen van Levi’s en Oeigoerse dwangarbeid. Levi Strauss Canada ontkent de aantijging. Ze betwisten ook de juistheid van het geleverde bewijs, met name dat de aantijgingen gebaseerd zijn "op verouderde en onnauwkeurige gegevens" en voor twee van de genoemde leveranciers zijn de aantijgingen gebaseerd op de "zelfrapportage van de leveranciers" en niet op feiten. Core meldt echter dat de Canadese tak van Levi’s niet is ingegaan op de optie voor een beoordelingsgesprek én heeft geen informatie verstrekt om de reactie op de aantijgingen te verifiëren.

De Canadese waakhond stelde eerder al gelijke onderzoeken in naar de Canadese takken van Nike, Hugo Boss, Ralph Lauren, Walmart en Diesel.

De klachten over deze bedrijven claimen dat ze operationele activiteiten of productieketens hebben in de Xinjiang regio in China. Van producten afkomstig uit de regio Xinjiang is de kans groot dat ze onder dwangarbeid zijn gemaakt. De Oeigoerse minderheid die hier woont wordt al lange tijd onderdrukt. Onderzoek wijst erop dat Oeigoeren gedwongen worden te werken in fabrieken of kampen. In Xinjiang wordt vooral veel katoen en kleding geproduceerd.