• Home
  • Nieuws
  • Business
  • Deeltijddocenten dragen het modeonderwijs

Deeltijddocenten dragen het modeonderwijs

Door Joshua Williams

bezig met laden...

Scroll down to read more

Business |OPINIE

Joshua Williams

Het traditionele hoger onderwijs is een zichzelf in stand houdend systeem, waarin diploma's bepalen op welk opleidingsniveau een (universitair) docent zijn studenten kan onderwijzen. Zo is bijvoorbeeld een masterdiploma vereist om les te geven aan op propedeuseniveau en een doctorandus titel om les te geven op kandidaatsniveau. Bovenop dit basispakket wordt van docenten ook nog verlangd dat ze wetenschappelijk onderzoek doen, publiceren, fondsen werven en beroepsmatig actief zijn in hun eigen vakgebied. De gedachte is dat op deze manier hun kennis en vaardigheden actueel blijven.

Podcast
Liever luisteren? Klik hier voor de Engelstalige podcast.

Voor de meeste onderwijsgebieden, vooral in de vrije kunsten of vakken zoals wetenschap, technologie, techniek en wiskunde, bestaat dit systeem al generaties lang, maar voor mode is dat niet het geval. Toen universiteiten mode in hun curriculum begonnen te integreren, moesten zij uitzonderingen maken op hun eigen aanstellingsregels.

Dit betekende dat docenten grotendeels praktijkmensen waren - een belangrijke component in een op vaardigheden gebaseerde industrie, dat is zeker. Maar het betekende ook dat het veel mode-opleiders ontbrak aan ervaring in het navigeren door het hoger onderwijs in het algemeen, naast zaken als het curriculum en pedagogie.

Met de komst van modeopleidingen op HBO en universitair niveau, begin 2000, zijn er naar verhouding nu meer afgestudeerde studenten die een baan zoeken als docent. Deze groep is echter nog steeds relatief klein, omdat de meeste studenten niet aan een modeopleiding beginnen met lesgeven als einddoel. Daarnaast zijn vervolgopleidingen niet bedoeld om studenten op weg te helpen naar een titel en nemen studenten meestal deel aan deze programma's om hun carrière opties en salarissen verder op te bouwen. In feite nemen afgestudeerde studenten een berekend risico door aan een post-doc deel te nemen: hoge collegegelden in ruil voor een hoger salaris.

In feite, omdat docenten notoir laagbetaald zijn, is er niet veel stimulans voor studenten om in het onderwijs te blijven. Het gangbare tarief voor een docent aan een top modeschool in New York City ligt bijvoorbeeld tussen 55.000 en 85.000 dollar per jaar. In het VK en in Europa liggen de salarissen voor docenten nog lager.

Het netto-effect is dat modeopleidingen in hoge mate afhankelijk zijn van parttimers en pensionado’s die een "tweede carrière" willen opbouwen. Dit heeft het voor modeopleidingen moeilijk gemaakt om zich volledig te ontwikkelen als een serieus academisch vakgebied, aangezien het meeste onderzoek, innovatie en expertiseontwikkeling buiten de opleiding plaatsvindt, waar de salarissen hoger liggen en de mogelijkheden groter zijn. Bovendien heeft het een meer op samenwerking gerichte aanpak - en vertrouwen - tussen de branche en het onderwijs in de weg gestaan, waarbij docenten worden gezien als degenen die "het niet hebben gemaakt" of die "niet opgewassen waren tegen de uitdaging" van een snel veranderende modeindustrie.

Uiteindelijk is een verschuiving in het evenwicht nodig. Aan de academische kant moeten instellingen concurrerender zijn in de manier waarop zij modetalent aanwerven, betalen en ondersteunen. Aan de kant van de branche moeten bedrijven zowel de waarde van onderwijsinstellingen als centra van leren en onderzoek begrijpen, maar ook hun beperkingen inzien.

In onze volgende aflevering zullen we ons richten op de kloof tussen de kennis en vaardigheden die studenten op school leren en de steeds veranderende vaardigheden en ervaring die nodig zijn op de werkvloer en wat dit betekent voor werkgevers.

Fashion Education
FASHION NEWS BYTES
Workinfashion