Reparatieservice bij Primark: Nederlandse topman over de strategie erachter
bezig met laden...
Deze week organiseert Primark Nederland in de Primark vestiging in Rotterdam reparatie workshops waarbij klanten kunnen leren een knoop aan te naaien en rits te vervangen. Ellen Haeser, docent en eigenaar van trendbureau Studio Haeser, geeft de workshop met ondersteuning van studenten van Zadkine mode opleidingen. Er is een goede kans dat een reparatie workshop bij een merk als Primark bij een aantal consumenten vragen oproept. De Ierse modeketen, die onderdeel is van Associated British Foods (ABF), is immers in het verleden niet altijd goed in het nieuws gekomen met betrekking tot de onderwerpen die vallen onder het duurzaamheidskader. Denk aan het instorten van het Rana Plaza in 2013 en het in een Primark kledingstuk genaaide label met een roep om hulp in 2014.
Daarbij komt ook dat Primark erom bekend staat niet al te openlijk te zijn geweest over haar werk initiatieven in duurzaamheid, vooral in vergelijking met andere fast fashion concurrenten als H&M. In 2013 bracht Primark de ‘verduurzaming’ van het bedrijf in een stroomversnelling met de lancering van het project Primark Cares. Het project focust zich op doelstellingen voor 2025, 2027 en 2030, die te maken hebben met het ‘verlengen van de levenscyclus van kleding’, ‘het beschermen van leven op de planeet’ en ‘het verbeteren van leefomstandigheden van mensen’. Eind november 2022 kwamen hiervan de eerste resultaten binnen. FashionUnited ging met Primark’s algemeen directeur Nederland, David Swann Lassche, en hoofd externe communicatie, Maria Doyle, in gesprek over enkele van de vragen die duurzaamheidsinitiatieven door Primark oproepen.
Kun je wat meer over de reparatie workshop vertellen?
David Swann Lassche: De workshops waren al erg succesvol in het Verenigd Koninkrijk, dus we zijn erg blij dat we Nederlandse klanten nu ook deze kans kunnen bieden. We willen dat klanten langer plezier hebben van hun kleding en begrijpen tegelijkertijd ook dat we hier een verantwoordelijkheid in hebben. Als je een kledingstuk hebt waarvan je houdt is dat allereerst natuurlijk fantastisch. Wanneer je dan een item dat kapot is gegaan op die manier kunt repareren, maakt dat klanten ook bewuster van hun kleding.
Hoe zijn de reacties op de workshop?
David Swann Lassche: Goed! Dit is ons eerste reparatie evenement in Nederland en de deelnemers zijn erg positief. Klanten die de winkel bezoeken en het aan de zijlijn meekrijgen trouwens ook. Zij deelden hun enthousiasme over dat Primark dit soort initiatieven neemt en begrijpt dat we hier een rol in spelen.
Hoe kijken jullie aan tegen het concept ‘fast fasion’? Zien jullie jezelf als fast fashion merk?
David Swann Lassche: Er is een misvatting over hoe ons merk wordt gezien. Zo’n vijftig procent van de producten die we verkopen zijn basisproducten, zoals hoodies, sokken, en witte of zwarte t-shirts. Dat zijn geen statement stukken die uit de mode raken. We voorzien klanten van kleding die ze langere tijd kunnen dragen en dat gaat vaak aan mensen voorbij. Daarnaast is 45 procent van de verkochte producten van het gerecyclede en meer duurzaam ingekochte Primark Cares label. Dat is een enorm aandeel, waar we erg trots op zijn. Vooral na slechts ruim een jaar na lancering van Primark Cares. Dat is ongelofelijk voor ons.
Recentelijk kondigden jullie aan dat jullie de consumentenprijzen ondanks stijgende productiekosten dit jaar niet verder gaan laten stijgen. Een positief gebaar aan de consument in een lager inkomen. Hoe zorgen jullie er in tijden van stijgende kosten voor dat jullie deze lage prijzen behouden? Waar worden hiervoor kosten gecompenseerd?
David Swann Lassche: Dat heeft allemaal te maken met ons grote bereik, dat onderdeel is van ons bedrijfsmodel. Omdat we zo’n groot bereik hebben, kunnen we ervoor zorgen dat ook klanten met een lager inkomen duurzamere producten kunnen kopen tegen betaalbare prijzen. Als bedrijf zijn we erg gericht op mensen, zo ook op de mensen die we bedienen. Het is belangrijk om hen vooral in tijden van financiële crisis een betaalbare duurzamere optie te bieden.
Elk bedrijf heeft op dit moment natuurlijk te maken met hogere kosten, maar voor ons is het besluit geweest ervoor te zorgen dat klanten zich niet in de steek gelaten worden. Voor de exacte cijfers over waar kosten eventueel verlaagd zijn in vergelijking met voorgaande jaren, is het afwachten op ons financieel verslag. Het is nu nog te vroeg om aan te geven waar de uitgaven eventueel gecompenseerd zullen worden.
In een persoonlijke brief op de Primark website stelt Primark CEO Paul Marchant inderdaad: “Klanten zouden niet hoeven te kiezen tussen betaalbaarheid en duurzaamheid. Primark Cares is ontworpen om in die behoefte te voorzien. Dit is meer duurzaamheid die standaard is ingebouwd, niet een optionele extra die meer kost.'' Hoe behouden jullie in licht van aangepaste productie normen (zoals meer recycling, betere arbeidsnormen, hogere lonen, kortere uren) toch lage prijzen?
David Swann Lassche: Voor ons als bedrijf is het ons streven om het elke dag beter te doen. Als je kijkt naar de schaal van wat we verkopen, kunnen we hier echt een verschil maken. Als bedrijf hebben we door onze omvang een enorme kans om veranderingen door te voeren en invloed uit te oefenen. Alles heeft tijd nodig. We zijn niet perfect. We haasten of rennen ook niet, we nemen de juiste stappen om ervoor te zorgen dat de verandering die we maakten duurzaam is. Dat is iets waar ik persoonlijk erg trots op ben: we willen er komen en nemen de stappen. We zijn hier al langere tijd mee bezig, maar met Primark Cares hebben we onze plannen versneld. Juist in de huidige economie vinden we het belangrijk dat mensen deze keuzes blijven maken, ook degenen met een lager inkomen.
Hoe denken jullie dat lagere prijzen inspelen op overconsumptie en daarmee het tegenwerken van een duurzame mindset?
David Swann Lassche: Als je kijkt naar de klanten die we bedienen, en dan koppel ik weer even terug naar de vijftig procent aan verkoop van basics die ik net al noemde, bieden we mensen de kleding die ze nodig hebben. Wanneer 45 procent daarbij ook nog onder het Primark Cares label valt, bieden we mensen de kans om een duurzamere keuze te maken. In die zin moedigen we klanten aan om te blijven winkelen en te dragen waar ze van houden, maar tegelijkertijd duurzame keuzes te maken.
Met de reparatie workshop proberen we klanten te helpen om langer van kleding te houden, maar ook om te begrijpen dat kleding meerdere seizoenen gedragen kan worden. Ik heb deze jas die hier hangt bijvoorbeeld al vier jaar, daar ben ik erg trots op. Het is een misvatting dat onze kleren één of twee keer gedragen worden: wij zijn er juist trots op dat onze kleren langer gedragen kunnen worden.
Hoe kijkt Primark naar de klanten die de lage prijzen wel gebruiken om veel voor kortere periode in te kopen?
David Swann Lassche: Ik denk dat het voor klanten fantastisch is onze winkelervaring te beleven en de keuzemogelijkheden te ervaren. We hebben natuurlijk klanten die binnenkomen en veel kopen, maar we stimuleren hen ook, via ons Primark Cares label, om duurzame keuzes te maken en de kleding langer te dragen.
Het is een fantastische ervaring om mensen te laten zien dat we interessante producten hebben, waaronder ook de meest actuele mode. Uiteindelijk zijn we immers wel een detailhandelaar, een winkel, en bieden we mensen de mogelijkheid om betaalbare kleding te kopen en er goed uit te zien en zich goed te voelen. tegen 2030 zal al onze kleding gemaakt zijn van duurzaam verkregen of gerecyclede materialen, dat is een fantastisch doel. En dat na één jaar al 45 procent van onze verkochte items hieronder vallen, dat is een enorme stap en iets waar we als bedrijf echt trots op kunnen zijn.
In jullie Primark Cares duurzaamheidsdoelstellingen geven jullie aan voor 2030 te streven naar een ‘leefbaar loon’, bevorderde gelijke kansen voor vrouwen en verbeterde gezondheid en welzijn van werknemers. Hoe brengen jullie deze doelstellingen tot stand? Jullie hebben immers geen eigen fabrieken en besteden productie uit. Bewegen jullie productie naar andere bedrijven die hieraan voldoen, of zetten jullie je in voor loonsverhoging in fabrieken waarmee jullie al werken?
Maria Doyle: Momenteel hebben we inderdaad geen eigen fabrieken, maar werken we samen met ethische overheidsinstellingen op basis van onze eigen gedragscode. In deze code staat heel duidelijk wat wij van onze leveranciers verwachten, op basis van de normen van het Ethical Trading Initiative (ETI) en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Er worden geen orders geplaatst bij een fabriek van een leverancier totdat deze toezegging is gedaan en wij ervan overtuigd zijn dat aan deze normen wordt voldaan. De naleving van deze verbintenis wordt gecontroleerd door ons team van 130 experts wereldwijd, die in elk van onze belangrijkste inkoopmarkten gevestigd zijn, en door onze externe auditpartners. Elke fabriek in onze toeleveringsketen voor eindproducten (tier one) wordt minstens één keer per jaar gecontroleerd, meestal onaangekondigd - en in sommige gevallen vaker.
David: We produceren onze kleding op dit moment in veel van dezelfde fabrieken als veel andere ‘highstreet’ retailers. Het hierin ontwikkelen is dus ook iets wat in samenwerking met andere retailers gebeurt.
Op de Primark Cares-pagina stelt Primark inderdaad dat een fabriek, voordat deze door het merk wordt goedgekeurd, wordt getoetst aan internationaal erkende normen die zijn vastgelegd in jullie gedragscode/code of conduct. Fabrieken in de laatste productiefase worden ten een keer per jaar gecontroleerd op naleving van de gedragscode. Hoe zit dat met de eerste en tweede productiefase?
Maria Doyle: De omvang en diversiteit van onze toeleveringsketen maken traceerbaarheid tot een uitdaging, maar het is iets waar we ons op blijven richten en hard aan werken om het te verbeteren. Naarmate onze programma's zich ontwikkelen, neemt ook onze traceerbaarheid toe. De afgelopen vijf jaar hebben we onze Global Sourcing Map gepubliceerd, met details over de fabrieken waar onze eindproducten worden gemaakt, naast het aantal werknemers dat op elke locatie werkt.
We weten dat we meer moeten doen en zijn samen met een aantal leveranciers begonnen met het testen van een nieuw traceerbaarheidsplatform dat ons meer zicht geeft op onze uitgebreide toeleveringsketen. We hebben al training over transparantie en traceerbaarheid gegeven aan meer dan 450 kledingleveranciers en zullen blijven werken aan de bewustwording rond dit belangrijke onderwerp.
We werken ook nauw samen met onze leveranciers om ervoor te zorgen dat het katoen van ons Primark Sustainable Cotton Programme (PSCP) gescheiden en traceerbaar is. We gebruiken een systeem genaamd TraceBale om ons te helpen de katoen van de boeren in het PSCP naar onze toeleveringsketen (egreneringsbedrijven en spinnerijen) te traceren en te scheiden. Gezien de complexiteit van de katoenketen wilden wij verder gaan en waren wij een van de eerste winkelketens die samenwerkten met Oritain, een gespecialiseerd wetenschappelijk verificatiebedrijf. Wij combineren de gegevens van Oritain met de TraceBale-database om de traceerbaarheid van de katoen uit het PSCP te helpen verifiëren.
In jullie doelstellingen van Primark Cares staat dat jullie 2030 ‘Streven naar een leefbaar loon voor werknemers in de supply chain.’ Waarom 2030? En wat houdt streven in?
David Swann Lassche: Op dit moment betalen we alle werknemers hetzelfde loon als gemiddelde winkelketens. Als onderdeel van de Primark Cares strategie, is het doel om op tot een leefbaar loon te komen dat houdbaar en nauwkeurig onderzocht is. Er moet onderzoek worden gedaan en werk worden verricht om hiertoe te komen. Met streven bedoelen we dat we ons uiterste best doen om onze verplichtingen na te komen. We rennen niet weg, maar zorgen ervoor dat de beslissingen die we nemen een lange levensduur hebben. Het gaat erom realistisch te zijn.
Wordt dit doel bemoeilijkt door het gelijk houden van jullie prijzen in 2022?
David Swann Lassche: Ik denk dat we, omdat we de tijd hebben genomen om onze doelen op houdbare wijze te bereiken, genoeg tijd hebben om de juiste beslissingen te nemen om te komen waar we willen. Het einddoel is om meer circulair te zijn. Het gaat hierbij om het begrijpen van het economisch klimaat en het nemen van beslissingen die niet afdoen aan de doelen. Op basis hiervan herbeoordelen we onze keuzes elk jaar. We zetten ons echt in om 2025, 2027, 2030 te halen en de doelen te bereiken.
In samenwerking met WornWell biedt Primark tweedehandskleding aan. Deze collecties bevatten echter geen kleding van Primark zelf. Waarom verkopen jullie geen kleding van Primark zelf door? Zou het doorverkopen van Primark kleding volgens jullie een goed business model zijn?
Maria Doyle: WornWell by the Vintage Wholesale Company is een vintage concessie in een klein aantal van onze winkels in het Verenigd Koninkrijk waar een breed assortiment merk- en merkloze vintage kleding wordt verkocht. Deze samenwerking biedt klanten de kans om vintage en eenmalige items te kopen terwijl ze bij ons winkelen en is bedoeld als aanvulling op het aanbod in onze winkels. We zoeken naar partners en ondersteunen lokale merken en bedrijven waarvan we denken dat onze klanten ze leuk vinden.
We werken er hard aan om binnen ons eigen bedrijf duurzamer te worden en hebben een duidelijke routekaart met initiatieven om dit te bereiken. We steunen alles wat helpt om kleding een langer leven te geven, ook onze kleding, maar er zijn momenteel geen plannen om tweedehands Primark-kleding te verkopen als onderdeel van de concessie of in onze winkels.
Hoe gaan jullie om met textielafval dat voortkomt uit het produceren van jullie producten?
Maria Doyle: Wij willen een circulair bedrijf worden en werken nauw samen met onze leveranciers om te onderzoeken hoe wij kunnen helpen de kringloop te sluiten en textielafval om te zetten in een nieuwe grondstof. Een voorbeeld hiervan is onze samenwerking met het Circular Fashion Partnership (CFP), dat wordt geleid door de Global Fashion Agenda. Het programma is gestart in Bangladesh met de ambitie om de afhankelijkheid van nieuw textielmateriaal te verminderen en de beschikbaarheid van gerecycled textiel te vergroten. Hoewel we ons in het beginstadium van dit partnerschap bevinden, weten we dat we meer kunnen doen en willen we de lessen doorgeven aan andere leveranciers.
We zijn ook een partner van Recover™, een toonaangevend materiaalwetenschappelijk bedrijf en wereldwijd producent van gerecyclede katoenvezels en katoenvezelmengsels van hoge kwaliteit met een lage impact. Ons partnerschap met Recover, dat in 2020 van start is gegaan, helpt ons om ons gebruik van gerecyclede stoffen uit te breiden. Het bedrijf zet textielafval om in gerecyclede vezels en mengsels die opnieuw kunnen worden gebruikt. In juli 2022 lanceerden we onze tweede Primark x Recover-collectie en werden we de eerste winkelketen die de unieke RColorBlend-vezel op internationale schaal gebruikte.
Een andere stap die we hebben genomen is de benoeming van een circular product lead en het opzetten van een circulair trainingsprogramma om onze productteams te leren over circulaire ontwerppraktijken en -strategieën, zodat producten gemakkelijker kunnen worden gerecycled. 24 leden van het productteam en zes leveranciers hebben deelgenomen aan ons proefproject voor circular design training.
We werken ook aan voorlichting voor onze klanten over verzorging, reparatie, hergebruik en recycling van hun kleding, zodat deze langer in gebruik kan blijven voordat ze wordt gerecycled via ons donatiesysteem in de winkel, liefdadigheidswinkels of textielbanken. We hebben 43 reparatiewerkplaatsen opgezet in het Verenigd Koninkrijk en Ierland en zullen deze blijven uitbreiden. In alle winkels in vier markten - het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland en Oostenrijk - hebben we een Textile Takeback Scheme, waarbij we kleding van elk merk en in elke staat accepteren. Dit is goed voor 65 procent van al onze internationale winkels. Ons doel is dat alle ingezamelde kleding wordt hergebruikt, gerecycled of hergebruikt. De winst van dit programma gaat naar de wereldwijde partner van Primark, Unicef, en meer specifiek naar de onderwijsprogramma's van Unicef voor kinderen over de hele wereld. We willen ons Textile Takeback-programma graag uitbreiden naar alle markten, maar zullen dat alleen doen als we er zeker van kunnen zijn dat ons programma werkt met de lokale regelgeving en infrastructuur en voor klanten in dat land.
Daarnaast streven we ernaar om plastic voor eenmalig gebruik en al ons andere afval tegen 2027 te elimineren. We hebben goede vooruitgang geboekt, waarvan de grootste is dat we een Packaging Centre of Excellence hebben opgericht. We schatten dat we sinds 2019 meer dan 600 miljoen eenheden plastic voor eenmalig gebruik hebben verwijderd. Sinds de lancering van Primark Cares vorig jaar, hebben we 95 procent van het afval dat we bij onze directe activiteiten produceren niet langer gestort. Er zijn duidelijke richtlijnen ontwikkeld om uit te leggen hoe we elk type afval dat we produceren moeten behandelen en beheren.