• Home
  • Nieuws
  • Business
  • Vertrouwen op de onderwijsinstelling en de graad

Vertrouwen op de onderwijsinstelling en de graad

Door Joshua Williams

bezig met laden...

Scroll down to read more

Business

Joshua Williams

Jarenlang lag de verantwoordelijkheid voor het opleiden van werknemers in de mode-industrie voornamelijk bij de werkgever. Ten eerste was de mode-industrie sterk afhankelijk van vrouwen en omdat zij over het algemeen geen hoger onderwijs konden volgen, moesten bedrijven hen opleiden met de vaardigheden die zij nodig hadden om hun werk te doen. Ten tweede waren de meeste modebedrijven familiebedrijven die een beroep deden op lokale werknemers, zodat de opleiding vanzelfsprekend op de werkplek plaatsvond. Ten derde vereiste de mode gespecialiseerde vaardigheden op het gebied van merchandising, inkoop, productie en detailhandel. En omdat elk bedrijf zijn eigen aanpak of stijl had, hadden bedrijven er baat bij hun werknemers op te leiden volgens hun specifieke behoeften. Naarmate de bedrijven groeiden, werden deze programma's steeds formeler en bood een warenhuis als Macy's bijvoorbeeld, volledige opleidingsprogramma's en certificeringen aan. De eerste Amerikaanse modeopleidingen, zoals het Fashion Institute of Technology, bouwden hun tweejarige certificeringen zelfs op door studenten in dit soort programma's te laten instromen.

Podcast
Liever luisteren? De Engelstalige podcast is hier te beluisteren.

Hoewel sommige van deze bedrijfsprogramma's nog steeds bestaan, veranderde hun fundamentele aanpak (en behoefte) toen het modeonderwijs volledig werd geïntegreerd in de bacheloropleidingen aan de universiteiten. De verantwoordelijkheid voor het opleiden van werknemers verschoof van de werkgever naar de universiteit. Tot op zekere hoogte hielp dit om een meer consistente basis te leggen wat betreft kennis en vaardigheden. En het gaf studenten een 360 graden beeld van de sector in plaats van alleen van de specifieke baan waarvoor ze werden opgeleid, samen met betere soft skills, zoals samenwerking en communicatie. Maar het betekende ook dat studenten minder practische vaardigheden leerden, waardoor een kloof ontstond tussen hetgeen ze op de universiteit leerden en wat ze op de werkvloer nodig hadden.

En het toeval wilde dat de verschuiving naar diploma's ook samenviel met een enorme verschuiving in de industrie, aangedreven door technologie en e-commerce.

Plotseling hadden bedrijven behoefte aan nieuwe vaardigheden waarvoor zij intern niet konden opleiden en die universiteiten evenmin konden aanleren. Er waren immers maar weinig mensen uit het bedrijfsleven waarop een beroep kon worden gedaan - en er was buiten de academische wereld ook veel vraag naar diegenen die deze nieuwe vaardigheden beheersen.

Na verloop van tijd werd de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven steeds breder en dieper, en nu zeggen modemerken en detailhandelaren vaak dat het onderwijs tekort schiet. En de reactie van scholen is: "maar, de mogelijkheden binnen een studieprogramma zijn beperkt!"

‘EdTech’ ofwel technologie-gestuurd onderwijs heeft geprobeerd de ruimte op te vullen, door een breed scala aan cursussen online aan te bieden. En tot op zekere hoogte heeft dit geholpen bij het aanbieden van educatie buiten de universiteit. Maar deze ed-tech bedrijven zijn sterk afhankelijk van universiteiten om de inhoud te ondersteunen. Dus, de levering is anders, maar de inhoud, hoewel uitgebreider van opzet, is grotendeels hetzelfde in structuur en aanpak. En nog belangrijker is dat deze bedrijven, net als het traditionele onderwijs, zich sterk richten op meer algemene onderwerpen om tegemoet te komen aan de behoeften van een zo breed mogelijke gebruikersgroep. Dit betekent dat meer specifieke modevaardigheden nog steeds niet worden onderwezen.

Daarnaast zijn er nieuwe start-ups die zich richten op het helpen van bedrijven bij de financiering van opleidingen voor hun werknemers. Maar ook dit systeem is afhankelijk van traditionele universiteiten om het onderwijs te verzorgen, waardoor sommige werknemers zich afvragen waarom ze niet worden opgeleid om het werk dat ze al hebben beter te doen, in plaats van terug te keren naar een meer algemene of niet-gerelateerde graad; dit geldt met name voor werknemers in de detailhandel.

Dit betekent dat het weer de taak van de werkgevers is om werknemers op te leiden met de speciale vaardigheden die zij nodig hebben. De kosten, de tijd en de expertise om deze programma's te ontwikkelen kunnen hoog oplopen, dus dit is grotendeels het domein gebleven van grotere bedrijven zoals Macy's, Saks, Walmart of Target. En omdat veel modebedrijven klein of middelgroot zijn, betekent dit dat een groot deel van de werknemers in de mode- en detailhandel buiten de boot valt. En toch, om constante innovatie en concurrentievermogen te garanderen, kan dit nu een vereiste zijn om zaken te doen. Misschien is de volgende kans voor bedrijven die toegang en schaalgrootte kunnen bieden aan deze bedrijven om opleiding en training te bieden.

In onze volgende aflevering gaan we dieper in op een aantal van de interessante onderzoeken van op mode gerichte onderzoekers en academici, en op de vraag hoe een meer op samenwerking gerichte relatie tussen de academische wereld en het bedrijfsleven zou kunnen helpen bij het oplossen van de problemen waar de mode in een snel veranderende wereld mee te maken heeft.

FASHION NEWS BYTES
ONDERWIJS
Workinfashion