Mode was de eerste figurant op FashionClash
bezig met laden...
“When we truly listen, something beautiful can arise”, luidde de openingszin van alweer de zeventiende editie van FashionClash in Maastricht. Honderden deelnemers droegen bij aan het Limburgse mode- en kunstfestival dat zich dit jaar uitspreidde over veertien locaties en invulling gaf aan zeven soorten makers die zich via allerlei open calls aanmeldden: de Writer, Performer, Filmmaker, Soundscaper, Designer, Poet and Print Designer.
Archetypes in AI
Het idee van de archetypes kwam voort uit de diverse reacties op de ‘open calls’. De bedenker van de campagne, designer en voormalig deelnemer Ülkühan Akgül, noemde ze archetypes. “Die creatieve types passen niet altijd in de grote commerciële modemachine, maar vinden wel hun plek op FashionClash”, zegt oprichter van het festival Branko Popovic.
Akgül bestudeerde de deelnemers en bedacht daarmee prompts om beelden te genereren met AI. Ieder jaar maakt een uitgekozen talent zo’n multimediaal concept mét video. “We werken nooit met een opgelegd thema,” zegt Popovic. Ook Akgül kreeg carte blanche. “Met een campagne geef je zo’n festival een smoel en kan je het verhaal van de deelnemers verkopen, ook aan de bezoeker die weinig met mode heeft.”
Creatief zonder budget
Deze editie zat de organisatie krap bij kas. Popovic: “Als cultuurplaninstelling kun je je om de vier jaar aanmelden voor het grote geld. Dat is pas weer in 2028; vanaf dit jaar moeten we het dus even doen met de helft van het budget.” Voor Popovic en mede-initiatiefnemer Els Petit betekent dat een hoop extra werk aan fondswerving en dus minder tijd voor de programmering.
Eerlijk is dat niet. “Het meeste geld voor cultuur gaat altijd naar de Randstad en niet naar regionale gemeenten zoals Maastricht, die al het hoogst haalbare krijgt: 30.000 euro. Zonder heel veel vrijwilligers redden we het niet.”
De tekst gaat door onder de afbeelding
Empowerment
Het programmadeel dat structureel gesubsidieerd is, bestaat uit vier onderdelen: performancekunst, tentoonstelling, jongerenparticipatie, en film. Voor elk zijn coachingtrajecten en residenties opgezet waarlangs de deelnemers hun eigen praktijken onder de loep leren nemen. Dat proces is het hart van FashionClash, stelt Popovic. “AIs iemand niet tevreden is met zijn werk en het niet wil laten zien, dan is dat helemaal oké, zolang er maar heldere afspraken zijn over het proces. Het festival is niet het doel, maar het middel om creativiteit en talent te ontsluiten.”
Ondanks die instelling ziet het duo de deelnemers zichzelf steeds meer druk opleggen. Iets van deze tijd. “Ze voelen zich heel erg verantwoordelijk, mede door grote zorgen in de creatieve sector om bestaanszekerheid. Ze hebben geen geld, weinig perspectief op banen en vragen zich af: hoe vind ik mijn plek in deze wereld? Hoe ziet mijn werkomgeving er straks uit? Door de focus op talentontwikkeling – met in de laatste jaren minder deelnemers en dus meer individuele aandacht - hopen we dat ze na het festival geëmpowerd doorgaan met hun praktijken.”
‘Ik wil mijn ziel niet verkopen’
Eén zo’n deelnemer is Arva Bustin, net afgestudeerd op modeontwerp aan ArtEZ. Op het festival presenteerde ze door workwear en Middeleeuwse kostuums geïnspireerde bodies van stevig, geüpcycled materiaal met ijzeren gespen om de drager strak in te snoeren. Hij zijn reddingsvesten voor de apocalyps, wat ze verbeeldde met een performance tijdens de daarvoor bestemde avond, in een oude cementfabriek op ENCI-terrein. Bezoekers kwamen per boot.
De dans en enscenering van de performance, ULTRA-ORA (het laatste uur), moest hen uitnodigen om achter die kleding te kijken en op zoek te gaan naar het verhaal. In dit geval: “Hoe het geweld door mensen heen kan stromen in tijden van rampspoed, wat we elkaar soms aandoen en hoe de schuld dan wordt verlegd.”
Bustin wilde ook een antikapitalistisch verhaal vertellen. “Ik ben nog erg op zoek naar mijn designtaal - naast mijn fulltime baan in de zorg. Mode moet iets vrijs zijn dat dat ik in mijn eigen tijd kan blijven doen zonder ervan te moeten leven; ik wil mijn ziel niet verkopen; dat ik mijn werk moet uitfilteren om ‘verkoopbaar’ te zijn.”
Door het traject van FashionClash weet ze dat ze kleinere collecties wil gaan maken van maximaal drie stukken, “zodat ik echt m'n craft kan verbeteren.” Ze gaat onderzoek doen naar hogere kwaliteit materialen en comfortabele vormen. Een grote carrière als ontwerper ambieert Bustin niet. Ze wil liever wat voor haar community doen: de queergemeenschap van Arnhem. Zij maakten ook de gezeefdrukte stof voor de hessen in een workshop van Bustin, bekostigd door FashionClash. “Volgens mij draag ik meer bij aan de mode door zulke projecten te doen.”
De tekst gaat door onder de afbeelding
Dat thema van rebellie tegen het heersende modesysteem liep als een koord langs de bijdragen van het festival heen. Makers benadrukten met hun werk dat we onze ogen niet kunnen sluiten voor maatschappelijke problemen, zoals geweld, de risico’s van hyperdigitalisering, rechts-extremisme, klimaatverandering, de mentale gezondheid van Generatie Z en wat het betekent om queer te zijn. FashionClash liet zien dat mode aan de oplossing kan bijdragen door meer dan een commercieel product te willen zijn.
Die thema’s vinden ook weerklank bij het brede publiek dat het festival wil aanspreken. Zo bleek uit de applauzen na de performances, zoals die van de Litouwse ontwerpers Povis, over depressie, gebaseerd op de bestaande collectie 'I hid from depression and corporate capitalism and made a collection about cats.'
De veelvoud aan relevante thema’s die leven onder jonge creatieven bleek misschien wel het best uit de filmselectie, stelt Popovic. Hij is tevreden met dat deel van het programma omdat er in Europa maar één modefilmopleiding bestaat. “Deelnemers zijn die films niet gaan maken om modecollecties te propageren, maar om verhalen te vertellen met mode als leidraad”. Zo kwamen de makers van Hangman & Co erachter dat alle drie hun ouders blue collar arbeiders waren. De film viert het harde werk dat ze een leven lang met hun handen hebben verricht, met een speciale bijrol voor workwear.
De tekst gaat door onder de afbeelding
Waar kom ik vandaan?
Makers op FashionClash hielden zich ook bezig met hun eigen identiteit. Voor Esra Çöpür, afgestudeerd van de HKU in 2019, inspireerde haar eigen zoektocht naar waar ze vandaan komt een kleine collectie die refereert aan Turkse artefacten. “Mijn vader komt uit Türkiye, maar in Nederland ervoer ik nooit zo’n sterke connectie met die cultuur. Tot ik in Amsterdam-West ging wonen en gefascineerd raakte door de kleding van de Nederlands-Türkse community. Ik zag weinig verschil met de foto's die ik in het geboortedorp van mijn vader had gemaakt.”
Op haar aangewezen locatie, de gloednieuwe kunstruimte SAC, stalde ze het bronmateriaal uit dat ze door de jaren had verzameld. Weer komt de mode op de achtergrond: een witte tux-bloes met op Türkse Tulpen geïnspireerde volants en een hoofddeksel met vlechten (“die komen óók voor in de Ottomaanse cultuur”). Ernaast een geüpcyclede denimjurk met 1600 grove knopen, gelegd met vijf paar handen - een eigentijdse interpretatie van Igne Oyasi, Turks kant.
Naast de jurk lagen met inkt bedrukte houten panelen met daarop een vrouw die de moderne jurk draagt - een zelfportret. Het heet Everything I Touched Turns Into Me, want het onderzoek dat begon bij haarzelf, ging als vanzelf. “Alles wat je aanraakt en wat je meeneemt en de delen van jezelf zorgen dat je handen intuïtief dingen kunnen maken. Je begint aan een werk zonder duidelijk plan - pas later blijkt het in het verlengde te liggen van iets waar je al jaren mee bezig was.”
De tekst gaat door onder de afbeelding
Ingewikkeld met stof
De deelnemers van FashionClash editie zeventien erkenden hoe complex het leven in zijn volle gelaagdheid is en demonstreerden de vereiste flexibiliteit van jonge mensen door de dimensies van stof - materiaal dat kan rekken en terugveren, dat zorg en geborgenheid kan geven, maar ook kan verstikken. Stof als trampoline, als wieg, als iets stevigs waar je je aan vast kunt houden of iets dat je onder druk uit balans brengt. Stof om over je hoofd te trekken en je volledig in te verhullen, of om samen iets mee te dragen - elk aan het andere eind. Stof die zo stevig is dat je erop kunt bouncen, of waardoor je juist uit balans wordt gebracht.
Niet het label op de kleding, maar de vele vormen die materiaal op een lijf kan aannemen, maken mode relevant - daarvan lijkt de nieuwe generatie ontwerpers zich scherp bewust.