• Home
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Tentoonstelling ‘Global Wardrobe’: mode is onderdeel van de wereldgeschiedenis

Tentoonstelling ‘Global Wardrobe’: mode is onderdeel van de wereldgeschiedenis

Door Natasja Admiraal

bezig met laden...

Scroll down to read more
Cultuur|REPORTAGE

De modecollectie van Kunstmuseum Den Haag is opgezet met een West-Europese focus. Wat gebeurt er als je deze collectie met frisse blik kritisch onder de loep neemt? “Dan ontdek je dat je geen kast in het depot kunt openen, of je komt iets tegen ‘van heinde en ver’. Van handbeschilderde katoen uit India tot fantasievolle batiks uit Indonesië, veel modestukken staan in relatie met andere wereldculturen”, aldus modeconservator Madelief Hohé. Al heel lang had ze de wens hier een tentoonstelling aan de wijden. Vandaag snijdt ze hiermee een actueel onderwerp aan, nu het fenomeen culturele toe-eigening volop in de schijnwerpers staat.

Twintig jaar geleden zou ze deze tentoonstelling waarschijnlijk totaal anders hebben aangepakt, vertelt Hohé bij de persopening, waar FashionUnited bij aanwezig is. Toen zou een indeling per regio logisch hebben aangevoeld. Nu is ervoor gekozen het thema in verschillende tijdsperiodes te behandelen: de achttiende en negentiende eeuw, de twintigste eeuw en het heden. Zij vertegenwoordigen de fases van imitatie, inspiratie en innovatie. Zo wordt duidelijk hoe de dominante opvattingen over ‘de wereldwijde modeconnectie’ voortdurend veranderen en in een historische context te plaatsen zijn.

De tekst gaat verder onder de foto

Cargelli, Avondensembles in ‘oosterse fantasie’-sfeer, 1970, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot.

Imitatie: schaamteloos de schaar erin

De eerste zalen voeren de bezoeker mee naar de Roaring Twenties, een tijd waarin veel ontwerpers met hun collecties een ‘gedroomde Oriënt’ weergaven. Oftewel: een gefantaseerd oosters kostuum dat in werkelijkheid helemaal niet bestond. Daarbij zetten couturiers soms schaamteloos de schaar in authentieke kledingstukken om die aan te passen aan de Europese smaak. Sommige ontwerpers schroomden zelfs niet om hun eigen label erin te naaien. “Een Chinese mannenjas, ook wel bekend als drakenmantel, werd bijvoorbeeld verbouwd tot een avondmantel voor een vrouw”, aldus Hohé. “Verfonderzoek heeft aangetoond dat deze mantel daadwerkelijk aan het Chinese hof gedragen is. De borduurmotieven zijn een combinatie van Boeddhistische en Taoïstische symboliek – daar hebben we verder onderzoek naar gedaan. De draagster van de mantel was zich waarschijnlijk niet bewust van de betekenis van die motieven.”

De tekst gaat verder onder de foto

Empirejaponnen met borduurwerk in buta-motieven (afgeleid van de Kashmir sjaal mode) en Kashmirsjaals met buta-motieven. De Kashmirsjaal komt oorspronkelijk uit India, eerste kwart 19de eeuw, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot.

Dat kleding een switch maakte van sekse gebeurde vaker. De kasjmier-sjaal, door Indiase mannen traditioneel rond hun middel gedragen, kwam in Europa in zwang als omslagdoek voor vrouwen. Ook de tulband en de pyjama werden voor vrouwen modieuze must-haves. In de zaal met ontwerpen uit de achttiende en negentiende eeuw zijn verschillende varianten te zien van de ‘Japonse rock’. Dit op de kimono geïnspireerde kledingstuk werd door Nederlandse mannen gedragen als informele huisjas en groeide uit tot een statussymbool. Geleerde en rijke mannen lieten zich hier graag in portretteren. Hohé: “Voor vrouwen was er de ‘mantua’, een informeel kledingstuk met een vergelijkbare snit als de kimono. Recent onderzoek toont aan dat vanuit dit kledingstuk het woord ‘japon’, voor vrouwenjurk, de Nederlandse taal in kwam – met dus een directe link naar de Japanse kimono!” Kimono’s bereikten Nederland als handelsgeschenken en werden aangepast aan de Europese smaak. Nederlandse vrouwen in Indonesië droegen ze als négligé.

Inspiratie: stof tot nadenken

In de twintigste eeuw putten ontwerpers volop uit andere culturen. Dat levert zonder meer prachtige ontwerpen op, zoals die van Yves Saint Laurent, John Galliano, Alexander McQueen en Jean-Paul Gaultier uit de jaren zestig en zeventig. Het museum nodigt de bezoekers echter uit om voorbij de schoonheid te kijken. Om de ontwerpen te bekijken in de context waarin ze zijn gemaakt. En dan valt op dat sommige modestijlen uit het verleden, terugkijkend, ronduit wrang zijn. In de ‘swinging sixties’ droegen hippies authentieke niet-Europese kleding als een vorm van rebellie. Van kleurrijke kaftans tot Indiase jurken en zelfs een originele Pakistaanse trouwjurk transformeerde één-op-één tot hippiejurk. Je ‘oosters’ kleden werd toen gezien als een uiting van waardering voor deze culturen. Maar de zaalteksten laten ook de andere kant zien. Terwijl hippies zich hulden in ‘franjes-en kraaltjes-mode’, geïnspireerd door de kleding van de oorspronkelijke bewoners van Amerika en Canada, werd het ‘native’ kinderen in die landen op verplichte kostscholen verboden om hun eigen taal te spreken of uitingen van hun cultuur te dragen. Met dát in het achterhoofd, krijgt die vrolijke hippie-outfit toch een heel andere lading.

De tekst gaat verder onder de foto

Hippie outfits, samengesteld uit kleding uit onder andere Afghanistan, India en West-Europa, jaren 1960, Kunstmuseum Den Haag. Foto: Alice de Groot.

Innovatie: van inspiratie naar bewustwording

Sinds de jaren negentig zijn we kritischer en vooral zorgvuldiger als het gaat om het ‘kopiëren’ of ‘citeren’ uit andere culturen, zeker zonder correcte bronvermelding. Als gevolg hiervan is er een kentering gaande. Veel ontwerpers kiezen nu voor een verbindende en gelijkwaardige samenwerking. Bijvoorbeeld door het handwerk lokaal, en eerlijk betaald, te laten uitvoeren. Een sterk aspect van de tentoonstelling is dat makers van nu nadrukkelijk zélf een stem krijgen. Zowel in de openingsvideo als in persoonlijke citaten op zaal vertellen hedendaagse ontwerpers hun verhaal. Denk aan Duran Lantink, Marga Weimans, Karim Adduchi, Lisa Konno en Rich Mnisi. Een jonge generatie designers die, volgens Hohé ‘ontwerpen met een open blik op de wereld en daarbij hun eigen culturele achtergrond op de voorgrond zetten’. “Het gaat mij erom verleden en cultuur met respect te behandelen en iets warmers teweeg te brengen”, schrijft bijvoorbeeld Artsi Ifrach, oprichter van het in Marokko gevestigde modelabel Maison Artc.

De tekst gaat verder onder de foto

Lisa Konno, BABA a multi-disciplinary project, 2019. Een gestileerd portret van een Turkse immigrant: samenspel tussen Turkse en Nederlandse stereotyperingen. Courtesy Lisa Konno.

Hoe kijken de grote modehuizen terug op ontwerpen uit het verleden, die we nu vanuit een heel ander perspectief bekijken? “Ook voor hen is dat geschiedenis”, aldus Hohé. “Als modehuizen of ontwerpers vandaag de dag putten uit andermans erfgoed, doen ze dat op een heel andere manier, juist door de verbinding op te zoeken.” Als voorbeeld noemt ze de cruisecollectie 2022 van Maria Grazia Chiuri voor Dior, waarvoor zij zich liet inspireren door vrouwen uit het oude Griekenland. Voor deze collectie sloeg Chiuri de handen ineen met verschillende Griekse ateliers en kunstenaars, van muzikanten en filmmakers tot een bekend Grieks borduurhuis. Dit soort samenwerkingen geven het concept van culturele uitwisseling een nieuwe betekenis.

Beeld: Dior cruise 2022
Beeld: Dior cruise 2022

De tentoonstelling ‘Global Wardrobe, de wereldwijde modeconnectie’ is te zien tot en met zondag 16 januari 2022.

Homepagebeeld: Lisa Konno, BABA, een multidisciplinair project, 2019. Courtesy Lisa Konno. Photo: Laila Cohen.

Cultural Appropriation
Global Wardrobe
Kunstmuseum Den Haag
madelief hohe