Zeewier, modder of urine als textielverf: expositie ‘Kleurstof’ in TextielMuseum toont onverwachte oplossingen voor verantwoord verven
bezig met laden...
Het gebruik van kleurstof is overal. Toch staan mensen maar weinig stil bij die alomtegenwoordige interventie van kleurstof op textiel en de maatschappelijke invloed hiervan. De expositie ‘Kleurstof’ die afgelopen week opende in het TextielMuseum in Tilburg brengt zowel de dilemma’s als het potentieel van geverfd textiel aan het licht. Kleur per kleur worden hier hedendaagse innovaties pal tegenover eeuwenoude tradities gezet. Zo komen modder, onkruid, zeewier, bacteriën, schimmels, schildluis en zelfs urine aan bod als waardevolle bronnen van kleurstof. Alle zintuigen worden hierbij geprikkeld: bezoekers kunnen de alternatieve bronnen van kleurstof ook voelen, ruiken en zelfs proeven.
Het doel van de tentoonstelling is mensen stil te laten staan bij de grote voetafdruk op mens en milieu die bij het verven van textiel komt kijken, maar daarnaast vooral ook aan te tonen wat de oplossingen van ambachtslieden, wetenschappers en designers van vroeger én nu hierbij voor kansen bieden, zo deelt deelt curator Adelheid Smit tijdens een persrondleiding waarvoor FashionUnited is uitgenodigd. ‘Kleurstof heeft relevantie, of het nu vijf of vijf duizend jaar oud is’.
Vanuit dit oogpunt tonen de items in de tentoonstelling een samenspel van mode-, kunst en designobjecten uit de bestaande museumcollectie en daarnaast tien nieuwe werken van designers zoals onder andere Claudy Jongstra, Antonio José Guzman i.s.m. Iva Jankovic, Laura Luchtman en Ilfa Siebenhaar, Nienke Hoogvliet, Angelica Falkeling en Aliki van der Kruijs. Zij ontwikkelden elk hun eigen methoden om textiel te op alternatieve en creatieve wijze te kleuren.
Kijken voorbij de ecologische aannames
De bezoeker gaat in de expositie een route af langs tien verschillende kleuren waarbij steeds de leidende en alternatieve methodes van verven tegenover elkaar gezet worden. Ze worden hierbij vooral ook uitgenodigd voorbij de leidende aannames over ecologisch verantwoord design te kijken. Die kunnen volgens museum curator Smit soms misleidend zijn. Zo zwakt synthetische verf de sterkte van textiel af, maar blijft de kleur wel langer mooi dan bij gebruik van natuurlijke verf, waardoor de stof toch weer langer mee gaat. Stap voor stap wordt geprobeerd de bezoeker een genuanceerd beeld mee te geven van de verscheidenheid aan opties die er zijn in het beantwoorden van het complexe vraagstuk van kleur en duurzaamheid.
Eén potentie van synthetisch verven wordt aangetoond via het werk van Aliki van der Kruijs, die regen inzet als designtool en daarnaast experimenteert met textielinkt uit een restproduct van de industrie. Tijdens het digitaal printen van textiel ontdekte Van der Kruijs dat er altijd een dieppaarse, bijna zwartkleurige rest inkt overblijft. Deze gaat normaal naar het chemisch afval, maar van der Kruijs zag potentie voor hergebruik. Of de uit acht kleuren bestaande donkere substantie ook weer ontleed kan worden onderzoekt ze nu in samenwerking met de Wageningen Universiteit. Er is in elk geval al ontdekt dat een combinatie van schimmel en suiker als toevoeging aan de inkt tot groene tinten leiden.
Laura Luchtman en Ilfa Siebenhaar bieden met hun project Living Colour daarentegen juist een natuurlijk alternatief voor de nog in gebruik overgebleven giftige synthetische verven. Met levende bacteriën brachten zij paarse en blauwe tinten aan op de synthetische stof polyester. Een waardevolle ontdekking, want vaak kunnen synthetische stoffen uitsluitend met synthetische verf gekleurd worden. De gebruikte groeit letterlijk op de stof wanneer er voedingsstoffen worden toegediend. Dit brengt prachtige, oneffen kleureffecten met zich mee, die in 2020 Puma gebruikte voor een sample collectie in samenwerking met de twee designers.
Voor grootschaliger gebruik is het als volgende stap interessant om uit te zoeken op welke manieren violaceïne ook gebruikt kan worden als losse kleurstof. Het opschalen van alternatieve methoden van kleuren en het verspreiden naar de grotere namen binnen de mode-industrie blijft hierbij een van de uitdagingen waar veel van de tentoongestelde de ambachtslieden, designers en wetenschappers nog tegenaan lopen. Zo deelt museum curator Smit: ‘’De realiteit is dat de meeste initiatieven voor alternatieve kleuringsmethodes nu vooral nog vanuit start ups komen, veel grotere merken durven zich er nog niet aan te wagen.’’
Dat is dan ook de uitdaging waar Nederlandse designer Nienke Hoogvliet zich op dit moment aan waagt met haar experiment Zeefier, waarbij ze van zeewier textielverven maakt. Dit project probeert ze nu te optimaliseren voor de massaproductie. In samenwerking met de Dutch Crafts Council maakte ze een jasje gemaakt van zeewier uit de Noordzee.
Synergie tussen oud en nieuw
Wanneer de bezoeker het eind van de expositie nadert, wordt de waarde van oude recepten nog eens goed duidelijk gemaakt in een ruimte waar een collectie van handgeschreven verfreceptenboeken uit de 19e-eeuw tentoongesteld liggen. Deze manuscripten worden op dit moment door ruim veertig vrijwilligers onderzocht op bruikbaarheid, waar ook het testen op stoffen van nu bij komt kijken. Aan de muur hangen voorbeelden.
Maar, innovatie is altijd van belang. Daarom is er in het museum een permanent MakersLab ondergebracht. Museumdirecteur Errol van de Werdt licht toe: ‘’Binnen ons lab zijn er twee stromingen, een herwaardering van oude textielstoffen en recepten, en daarnaast nieuwe innovaties op het gebruik van grondstoffen. Ook oude recepten die vroeger niet bruikbaar waren door een gemis aan bepaalde technologieën, zijn met door middel van technieken van nu van grote waarde geworden.’’ Zo worden er in het museum niet alleen nieuwe oplossingen voor de ecologische en sociale vraagstukken van deze tijd getoond, maar ook op innoverende wijze geboren.
De expositie ‘Kleurstof’ is nog tot 2 oktober 2022 te zien in het TextielMuseum in Tilburg.