• Home
  • Nieuws
  • Mensen
  • Delen duurzaamheidsmanagers onderling echt zoveel als soms beweerd wordt? "Dat is een illusie"

Delen duurzaamheidsmanagers onderling echt zoveel als soms beweerd wordt? "Dat is een illusie"

De nieuwe sustainability manager van JBC had niks met duurzaamheid voor ze in het familiebedrijf stapte. Voor wollige boodschappen is Anaïs Claes te pragmatisch, van concreet je impact meten blijkt ze juist wél energie te krijgen. Als jonge snaak in de sector probeert ze de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Niet elke duurzaamheidsmanager is zo open, en dat vindt ze jammer.

Houthalen-Helchteren - Drie weken. Meer moederschapsrust heeft Anaïs Claes (30) na de geboorte van haar zoon Oliver niet genomen. Door omstandigheden werd ze sneller dan voorzien hoofd duurzaamheid bij familiebedrijf Claes Retail Group (CRG), bekend van de merken JBC, Mayerline en CKS. “Ik wist toen al dat ik zwanger was, maar niemand anders mocht dat al weten. Kort daarna kreeg een jongere collega onder mij, die recht van de schoolbanken kwam. Toen ze wist dat ik zwanger was, heb haar meteen gerustgesteld: ik ging niet lang wegblijven.”

Anaïs Claes, samen met haar neef Lucas en nicht Amber de jongste generatie van de ondernemersfamilie Claes, lijkt in de wieg gelegd voor CRG. Een thema als duurzaamheid spreekt erg tot de verbeelding van wie tot haar generatie behoort. Toch stond het niet in de sterren geschreven dat Claes daadwerkelijk in het familiebedrijf ging stappen. En dat ze zich nu op duurzaamheid toelegt, was al helemaal niet de bedoeling. “In mijn opleidingen werd dat veel te geitenwollensokkerig voorgesteld. Pas door er in de praktijk mee bezig te zijn, merk ik hoezeer het iets voor mij is.”

Eeuwig bijleren over duurzaamheid

Claes studeerde Toegepaste Economische Wetenschappen in Hasselt en International Fashion Business in Firenze. Dat ze de mode in wou, was duidelijk. Maar waar? Dat lag helemaal niet vast. In haar ideale scenario wou Claes eerst ervaring opdoen in de Londense modescene alvorens, mogelijk, naar haar bakermat in Limburg terug te keren. “Maar ik studeerde af tijdens de coronacrisis. Jobs in de modesector waren er amper te vinden.”

Zowel bij T.E.W. als bij International Fashion Business kreeg Claes welgeteld één vak over duurzaamheid. Het eerste was te algemeen, het tweede ronduit filantropisch. “Alsof het thema hoog in een ballonnetje zat, en er niks écht mee gebeurde. Niks voor mij, dacht ik: ik ben daar te pragmatisch voor. Eigenlijk is het echt straf dat ik er toch in begonnen ben en het nu juist supergraag doen. Het is helemaal niet wollig, maar juist praktisch en toepasbaar.”

Een wollige boodschap vertalen naar de praktijk, daar zit volgens Claes juist de uitdaging. “Je kan het meten, je kan veel verbeteren. Daar krijg ik energie van. Duurzaamheid gaat breed, dat vind ik ook fijn, dus je hebt veel afwisseling. Binnen de pijlers van milieu en sociale omstandigheden zitten zoveel verschillende aspecten. Ik denk dat ik eeuwig zou kunnen bijleren. Er komt geen einde aan de kennisopbouw, net omdat het thema zo in ontwikkeling is.”

In 2008 had JBC voor het eerst een collectie met biokatoen, vertelt Claes na. “Uitzonderlijk baanbrekend” was dat toen. “Certificeringen kwamen daar niet aan te pas, we gingen er gewoon van uit dat het klopte. Ik zeg natuurlijk niet dat het geen bio was, maar de wereld is erg veranderd ten opzichte van toen. Nu moet je heel de chain of custody kennen. Alles is technisch geworden. De lat ligt veel hoger, niet meer dan terecht denk ik. Biokatoen is misschien nog niet de norm, maar ik hoop dat het wel stilaan de norm wordt om alternatieve stoffen te gebruiken. Je ziet ze ook zoveel meer.”

Eerder dit jaar, voor het vijftigjarige bestaan van JBC, onderzocht Claes de geschiedenis van het thema duurzaamheid binnen de keten. “Het is geen verwijt natuurlijk, maar hoe schreven journalisten daar vroeger over? Ecokleding? Dat woordgebruik zou je nu niet meer zien. Het is haast greenwashing. Voor onze verjaardag heb ik heel wat uit onze geschiedenis herschreven naar de context van nu. Hoe spreek je zo objectief mogelijk over dit thema? Zo zie je maar hoeveel er veranderd is.”

Leefbare loon blijft heikel thema

Een claim die JBC bijvoorbeeld niet snel zou maken, is dat de arbeiders in hun fabrieken een leefbaar loon krijgen. “Zelfs voor de productie in Europa, in Litouwen, zouden we dat niet zeggen, terwijl Europese normen dat in principe moeten garanderen. Al is leefbare lonen sowieso een moeilijk topic.”

Het is moeilijk om 100 procent zeker te zijn hoe de bonus die je betaalt verdeeld wordt. Gaat die effectief naar de medewerkers? Hierin is nog een weg af te leggen.

Leefbare lonen, merkt Claes, is “sowieso een moeilijk topic”. Claes spreekt erover met gelijkgestemden, zoals Tara Scally. Zij werkte vroeger bij het multistakeholderinitiatief Fair Wear, waar JBC bij aangesloten is, nu is ze hoofd duurzaamheid bij de bekende Nederlandse keten Zeeman. “Zeeman betaalt een leefbaar loon voor het aandeel dat ze hebben in enkele van hun fabrieken. Zou JBC dat ook kunnen? Ons aandeel bij onze leveranciers is een pak kleiner. Maakt het dan wel uit, gevoelsmatig?”

De hoop is dat andere merken in dezelfde productielocatie meestappen in de strategie. “Ik zeg niet dat het niet kan gebeuren. Maar het is wel mijn angst dat we het zouden proberen en het daarbij zou blijven. Wie ben ik om de grootste kledingmerken in de wereld te overtuigen? Dan zou ik een bepaalde teleurstelling voelen. Ik vind het een heel complex gegeven.”

Duurzaamheidsmanagers delen minder dan gedacht

Helaas zijn er maar weinig mensen, en merken, bereid om hierover informatie uit te wisselen. Veel goede voorbeelden om op terug te vallen, zijn er evenmin. “Als er best practices bestaan, is het fijn dat een persoon achter dat merk bereid is om daarover iets te delen. Ik merk dat dat niet zo vanzelfsprekend is. Ook niet binnen Fair Wear. Niet elk merk is even enthousiast om anderen te helpen en wijzer te maken.”

Claes gaat graag naar bedrijfsevenementen, waar ze andere duurzaamheidsmanagers in contact komt. De week dat ze uit haar moederschapsrust kwam, stond er al meteen zo’n event op de planning, helemaal in Amsterdam. “Ik probeer altijd te kijken of er merken zijn die wel bereid zijn om een gesprek aan te gaan. Bedrijfssensitieve info delen we natuurlijk niet, maar ik pols graag naar waar anderen tegenaan lopen en hoe ze dat dan aanpakken.”

Claes denkt dat bijna iedereen met dezelfde uitdagingen en vragen zit. De ene is gewoon al iets verder gevorderd in het beantwoorden van bepaalde vragen dan de andere. “Door er met elkaar over te spreken, probeer je elkaar vooruit te helpen.”

Alleen gebeurt dat niet zo vaak. “De illusie bestaat dat duurzaamheidsmanagers onderling regelmatig info uitwisselen. In werkelijkheid blijft de informatie meestal aan de oppervlakte. Bedrijven die bereid zijn om bestanden te delen, zijn erg beperkt. Ik ben blij dat ik er een paar gevonden heb, en even blij als ik hen ook kan helpen. Dat wederzijds overleg helpt om na te denken over uitdagingen en mogelijke oplossingen.”

Meestal zijn de bestanden niet één op één vertaalbaar naar de context van CRG, maar dat hoeft ook niet. “Het kan maar ideeën triggeren. Soms deel ik mijn methodiek. Of vertel ik welke resources ik gevonden heb. Maar of dat de enige of beste bronnen zijn, dat weet ik natuurlijk niet.”

CO2-impact meten of bomen planten?

Tools is nog zo’n thema waarover uitwisseling welkom is, merkt Claes. “Er zijn heel veel bedrijven op de markt die CO2 meten. Maar werken ze met primaire of secundaire data? Zijn ze toegespitst op onze sector of niet? Het is best een uitdaging om te ontdekken of iemand de juiste partner is om in zee mee te gaan. Net omdat het nu big business is, is het niet makkelijk om een te vinden die behapbaar is.”

Metingen zijn best pittig in het budget van een bedrijf als CRG. “Soms denk ik, voor dat geld zou ik liever bomen planten. Dan weet ik tenminste dat ik echt impact heb, terwijl een tool enkel meet. Meten is weten, natuurlijk, maar de kost die ertegenover staat, moeten we ook benoemen.”

Binnen CRG hoopt Claes alvast haar collega’s warm te maken voor het thema dat intussen zo na aan haar hart ligt. Het bedrijf richtte intern de ‘sustainabuddies’ op. “Elk team en elke afdeling is vertegenwoordigd, in totaal zijn we met 24 collega’s over de merken heen die om de twee maanden samenkomen rond het thema duurzaamheid. Het was geen verplichting, wel een warme oproep. Eender wie binnen elk team kon zich opgeven. Niet enkel managers, dus.”

In het begin leerden ze vooral de basis. “Je moet niet enkel de mensen van aankoop meenemen, maar ook die van finance en legal. Dat betekent er helemaal induiken: wie zijn wij als sector, en wat is onze impact? Waarom moeten we werken rond duurzaamheid, en vanuit welke strategie? Hoe kan jij daar vanuit jouw afdeling aan meewerken? Het mag ook leuk zijn. Zo hebben we de ‘30 wear challenge’ gedaan. Mannen waren er opmerkelijk beter in dan vrouwen”, lacht Claes.

Zo worden collega’s stilaan ambassadeurs. “Als hoofd duurzaamheid kan ik niet in elke meeting zitten of elke beslissing maken. We hopen dat iedereen in het bedrijf het petje van duurzaamheid kan dragen. Ik doe dit niet alleen.”


OF LOG IN MET
Claes Retail Group
Duurzaamheid
JBC
Workinfashion