Alexander Wang verschuift 30 procent van de productie naar Europa

De Amerikaanse ontwerper Alexander Wang laat een steeds groter gedeelte van zijn productie in Europa plaatsvinden. Terwijl in 2014 ruim 90 procent van de productie van Alexander Wang’s eigen label Azië plaatsvond, gaat het tegenwoordig om 70 procent. 30 procent van de collecties van Wang worden nu in Europa geproduceerd in landen als Spanje, Portugal en Turkije.

De verschuiving van de productie heeft in de afgelopen jaar geleidelijk plaatsgevonden. Het label heeft in dezelfde periode ook een verandering doorgemaakt naar een exclusiever merk met duurdere items die in meer details zijn uitgewerkt. Een voorbeeld zijn de met bont afgewerkte jacks die voor ongeveer 3.000 pond (3.940 euro) worden verkocht.

”We zijn altijd op zoek naar manieren om ons product te verbeteren,” zei Wang in een interview met Business of Fashion (BoF). “Van ontwerpen, de materialen waarmee we werken tot het inzetten van innovatieve technologieën om materiaal te snijden of aan elkaar te bevestigen.” Hiernaast spelen ook de opvattingen van consumenten een rol in de verschuiving van de productie. “Ik denk dat bepaalde consumenten zeker oplettend zijn over waar modemerken hun producten laten produceren. Waarschijnljik gaat het vooral om een oudere consument die veel winkelt en de geschiedenis van een merk kent.”

Rodrigo Bazan, president van het bedrijf, vult aan dat de productie in Europa ook praktische voordelen heeft. De meeste groothandelsomzet van het bedrijf is afkomstig uit Europa, en 90 procent van de gebruikte grondstoffen komt hier tevens vandaan. “Het heeft het hele productieproces zeker makkelijker gemaakt,” vat Bazan samen.

Een ander bijkomend voordeel is dat Europese kleding- en accessoire fabrikanten op het gebied van prijzen steeds beter kunnen concurreren met Aziatische fabrieken. In Azië is weliswaar sprake van een verbeterde expertise en een efficiëntere werkwijze onder fabrikanten, maar dit komt ook tegen een hogere prijs. Wang stelt daarom dat de verschuiving naar Europa geen invloed zal hebben op de prijzen van producten.

De productie van knitwear vindt nu nog voor het grootste deel plaats in Azië. Het gaat om ongeveer 60 tot 70 procent van de productie. Ook voor het vervaardigen van sneakers zal Wang voornamelijk afhankelijk blijven van Aziatische fabrieken. Dit heeft naar eigen zeggen te maken met de goede kennis en machines die daar worden gebruikt. Wel hoopt de ontwerper in de toekomst een groter deel van de productie naar Europa te halen. “We zijn onze opties aan het overwegen,” aldus Wang. Bazan is een stuk stelliger over de toekomst: “We hebben goede reacties gehad op de items die in de showrooms hangen en weten dat er meer zal worden geproduceerd. Dus natuurlijk wordt de Europese productie uiteindelijk nog belangrijker voor ons.”

Wang kan zich pas sinds een paar maanden volledig focussen op zijn eigen label. Van 2012 tot 2015 was hij namelijk tevens de creatief directeur van modehuis Balenciaga. Wang presenteerde zijn laatste collectie voor het luxemerk in oktober 2015 tijdens Paris Fashion Week.