Belgische Bruidssector kijkt naar 2022: In gesprek met Eva Janssens, Something Something en Marylise & Rembo Fashion Group
bezig met laden...
Antwerpen - De coronacrisis is nefast voor de feestvreugde en dat voelen ze dubbelhard in de Belgische bruidssector. FashionUnited sprak met Chiara De Vlieger, Eva Janssens en Paulien Riemis: met wat creativiteit en een positieve drive hielden zij hun ondernemingen in het trouwkledingsegment toch op koers.
Chiara De Vlieger is Head of Design bij haar familiebedrijf Marylise Rembo Fashion Group (MRFG). Volgens haar is het belangrijkste probleem voor het trouwkledingsegment het gebrek aan perspectief: “Er is onzekerheid bij zowel de bruiden, de winkels als de fabrikanten. Annuleringen zien we niet, maar trouwfeesten die verplaatst werden van 2020 naar 2021 worden opnieuw uitgesteld, zonder echte vooruitzichten. Winkels springen voorzichtiger om met hun budget: ze hebben al erg lang geen klanten, zitten met veel stock en er komt minder geld binnen. Ze twijfelen ook of het wel zin heeft om open te gaan - winkelen op afspraak of niet: er zijn geen trouwers op dit moment”.
Eva Janssens doopte de honderdjarige stoffenwinkel van haar overgrootvader onlangs om in een bridal shop. Het familiebedrijf verkoopt dus niet langer stoffen maar outfits op maat voor bruiden en hun entourage. Ook zij zit vooral met de onzekerheid en logistieke uitdagingen van de pandemie: “Gepast anticiperen is moeilijk geworden omdat alles snel verandert. Er moet voldoende stock zijn voor lastminutebruiden, tegelijk hangen er nog veel items klaar waarvoor de leveringsdatum steeds opschuift. Er is zeker zin om te trouwen, maar de meerderheid is nog heel afwachtend. Zo worden er minder bestellingen geplaatst. Er zijn wel al veel verkennende gesprekken of pasbeurten. Zodra die klanten perspectief hebben, zullen ze opnieuw langskomen voor een aankoop. Wat opvalt is hoeveel er in twee jaar tijd kan veranderen: sommige klanten zijn intussen bevallen of zwanger, afgevallen of net bijgekomen. Er gingen ook koppels uit elkaar. Daarom vinden wij het belangrijk om erg flexibel te zijn. Wij zijn een Belgisch merk met een lokaal atelier en we bieden maatwerk aan: klanten appreciëren dat en ik geloof ook dat dit onze sterkte is”.
“Onze sterkte is flexibiliteit. Er kan veel veranderen in twee jaar: klanten zijn intussen bevallen of zwanger, afgevallen of aangekomen. Er gingen ook koppels uit elkaar...
Nieuwe lanceringen
Paulien Riemis besliste om - pal in de derde golf – toch met Something Something te starten, een koop- en verkoopplatform voor tweedehands bruidsmode. “Ik vond het een goed idee om mensen alvast te laten wennen aan het idee. Niet iedereen is klaar voor een tweedehands bruidsjurk. Via Instagram hoop ik bruiden alvast warm te maken tegen het moment dat ze echt op zoek gaan. Bruiden hebben bovendien een jaar de tijd gehad om hun prioriteiten leggen en willen hun feest nu misschien op een andere, duurzamere manier aanpakken of de hoge kost van een nieuwe trouwjurk vermijden”. De zaak van Janssens startte net een nieuw hoofdstuk: “Onze geschiedenis gaat 100 jaar terug maar ik zie mezelf toch als new kid on the block omdat we nog maar pas transformeerden naar bridal shop. Tegenover twee jaar geleden is er een terugval qua cliënteel, maar ik had eerlijk gezegd erger verwacht. Goed nieuws dus!” Ook Marylise & Rembo Fashion Group stond bij het uitbreken van de pandemie op het punt om iets nieuws te lanceren, een premium bruidslabel in samenwerking met modeontwerpster Veronique Branquinho: “Carta Branca heeft de kans nog niet gehad om een plaats in de markt te vinden maar we geloven erin. In mei lanceren we het als een nieuw merk”, aldus De Vlieger.
“Ik vond het een goed idee om mensen alvast te laten wennen aan het idee. Niet iedereen is klaar voor een tweedehands bruidsjurk”
Stock onder controle
Riemis heeft geen probleem met het vinden van jurken: “Er blijkt niet veel interesse om te verkopen, omdat huwelijken werden verplaatst of geannuleerd. Ik krijg ook al regelmatig bruiden over de vloer die hun favoriete jurken komen passen, zij het nog vrij afwachtend. Vanaf er meer duidelijkheid komt, zal het voor hen ook makkelijker zijn om knopen door te hakken”. Ook bij De Vlieger is de stock geen probleem: “Onze groep produceert enkel op bestelling. Bovendien hangt ons segment niet vast aan seizoenen, er is maar een collectie per jaar. Een jurk van drie jaar geleden die in de winkel bleef hangen, wordt vandaag even goed verkocht”. Dat is anders voor de winkels die hun jurken verkopen: “Doorgaans bleef een jurk in de winkel hangen tot de bruid ze ophaalt voor het feest. Nu wordt de jurk afgerekend en gaat ze mee naar huis tot de trouwdatum nadert en de laatste aanpassingen moeten gebeuren. Het is voor de meeste winkels financieel niet haalbaar om al die jurken te stockeren en het zou ook de cashflow negatief beïnvloeden. Als fabrikant merken we hier natuurlijk weinig van, de klanten hebben een contract met de winkel waar ze hun outfit kopen”.
“Rembo Styling heeft snel kunnen schakelen naar een meer betaalbare lijn van outfits die bij het burgerlijk huwelijk passen”
Creatief met corona
Wel moest de groep op zoek naar een oplossing om de werknemers van hun eigen atelier in Portugal niet in de problemen te brengen. “Rembo Styling deed een switch in het aanbod. Geen grote feesten betekent ook geen lange jurken meer, maar de ceremonie op het stadhuis ging wel nog door. We hebben snel kunnen schakelen naar een meer betaalbare lijn van outfits die bij het burgerlijk huwelijk passen. Dat bracht meteen nieuw leven in het bedrijf. We werkten met mooie kant en andere kwaliteitsmaterialen die we al in huis hadden, zo economisch mogelijk. De collectie was iets totaal nieuws voor ons en werd ook heel snel gelanceerd, maar met succes. Zowel de winkels als de bruiden waren er erg blij mee”, aldus De Vlieger. Bij Janssens sloop de pandemie mee in de collectie van 2021: “Het is een echte coronacollectie geworden. Ze is erg minimalistisch en puur. De pure liefde staat centraal, zonder te veel poespas. We focussen op de silhouetten en de eenvoud van het trouwen. Wie nu trouwt maakt bewust de keuze om het kleinschalig te houden. Deze koppels zijn zo overtuigd van hun liefde voor elkaar dat ze er desondanks gewoon voor willen gaan”.
Positieve noot
“Misschien kunnen we over vijf jaar op dat vlak nog dankbaar terugblikken op deze periode”, meent De Vlieger. “Corona gaf bedrijven de tijd om stil te staan bij de strategie en structuur. Het viel ons echt op hoe iedereen samen op zoek ging naar oplossingen om erbovenop te komen. Het heeft ons als groep echt gesterkt. Pijnpunten worden sneller blootgelegd, je ontdekt waar je als bedrijf nog aan moet werken.” Ook Janssens ziet de positieve effecten: “Deze tijd heeft ons heel veel ruimte gegeven om ons bedrijf op een andere manier te bekijken. Dat geeft zuurstof als ontwerper, als zaakvoerder, maar ook als mens: dat vind ik heel leuk. Niets moet, alles loopt door maar in een wat rustiger tempo. Ik denk dat dit zal blijven: mode speelt haar rush kwijt. Voor mij persoonlijk mag alles wat tijdlozer, en dan heb ik het ook over trouwmode. Twee collecties per jaar én nog een capsule collectie: ik geloof er niet in en heb er ook nooit aan meegedaan”. Voor Something Something was het coronajaar de ideale test-run: “2021 is alvast een goede oefening gebleken. Voor de rest van het jaar verwacht ik nog veel voorzichtigheid, mijn pijlen vooral op 2022 gericht. Ik ben vooral razend benieuwd om een normaal trouwseizoen te mogen meemaken. Als alle nieuwe én uitgestelde huwelijken dan doorgaan, belooft het een druk seizoen te worden en daar heb ik ongelooflijk veel zin in”, zeg Riemis.
Blik op roaring 2022
Ondernemers in het segment lijken 2021 alvast opgeborgen te hebben: “Voor 2021 verwacht de bruidssector eigenlijk niets meer, we kijken al vooruit naar 2022. Als iedereen gevaccineerd is en we officieel een go krijgen, zal de branche vast een boom kennen. Er komt een inhaalbeweging, voor 2022 zijn alle feestzalen trouwens al geboekt. Als de voorspelde roaring twenties eraan komen, moeten we goed voorbereid zijn om aan de vraag te kunnen voldoen. Of de pandemie iets blijvend zal veranderd hebben, valt af te wachten. Sommige koppels hebben inderdaad de micro-wedding ontdekt. Maar dat zal sowieso geen effect hebben op onze productie: we hebben voor elk type huwelijk de juiste jurk”, weet Devlieger. Riemis deelt die mening: “Ik verwacht na de pandemie veel feesten, dus ook huwelijken. Mensen zijn gaan beseffen wat er belangrijk is in hun leven, met veel coronababy’s en -verlovingen tot gevolg. Ik kan me voorstellen dat koppels daardoor hun perfectionisme wat laten varen en vooral zullen focussen op een warm huwelijksfeest. Het zal wat losser en meer ontspannen mogen, en vooral: met de allerbelangrijkste mensen erbij. Al betekent dat niet dat het niet extravagant kan zijn. We kunnen immers allemaal niet wachten om het leven te vieren, toch?” Janssens ziet de klassieke dansfeesten echter niet snel terugkeren: “Ik denk dat de omvang zal slinken. Mensen hebben geproefd van de exclusiviteit en van de lokale en duurzame handel, ik geloof dat ze ervoor zullen blijven kiezen. Feesten zullen wat gemoedelijker worden, zowel in aantal gasten als in de uitvoering. Koppels zullen er misschien voor kiezen om het te vieren in een leuk restaurant of op een toffe brunchplek”.
Over de Belgische bruidssector
“Hoe groot het Belgische bruidssegment is, valt moeilijk te becijferen maar de drie belangrijkste spelers zijn toch Marylise Rembo Fashion Group, Linea Raffaelli en Oni Onik,” vertelt Wendy Luyckx, Adviseur Communicatie & PR voor de Belgische Modefederatie Creamoda. MRFG heeft 29 verkooppunten in België en 600 over 20 verschillende landen. Hun drie merken worden geproduceerd in een eigen atelier in Portugal. Linea Raffaelli - een familiebedrijf opgericht in 1952-verkoopt bruids- en feest- en avondkleding in meer dan 600 winkels in 20 landen. Oni Onik is dan weer gespecialiseerd in ceremoniekleding en heeft meer dan 50 verkooppunten in Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en België.
Luyckx beaamt dat de verkoop van bruids- en ceremoniekleding stilligt: “De collecties van voorbije seizoenen hangen nog in de winkel, merken signaleren tot 60 procent minder productie voor 2021. Linea Raffaelli is present in elke grote Belgische bruidswinkel maar besloot dit seizoen over te slaan en zich alvast op 2022 te richten. Oni Onik is een 100 procent Belgisch merk, met een eigen productie-atelier in het West-Vlaamse Staden. Zij kunnen daardoor sneller schakelen en last minute inspelen op de vraag van winkels”, vertelt Luyckx.
Tot slot wijst ze nog op de vele kleinere spelers in het segment. Zo is er designer Karolien Verstraeten die met de Antwerpse one-stop-shop Jardin D’Amour een totaalconcept aanbiedt. Bovenop haar bruidskleding worden ook schoenen en juwelen van andere ontwerpers verkocht en diensten aangeboden van een fotograaf, make-up artiest, bloemist en grafisch ontwerper. Of de Gentse Eva Janssens, die de iconische stoffenwinkel van haar familie omturnde in een mode-atelier.