C&A en internationale modebedrijven boycotten Bengaalse kleding top

Verschillende grote modemerken hebben zich teruggetrokken als spreker tijdens de Bangladesh Apparel Summit. H&M, C&A, Inditex (moederbedrijf van onder andere Zara en Stradivarius), VF Corp, Next, Tchibo en Gap zouden hiermee reageren op de aanblijvende onderdrukking van vakbonden door de Bengaalse overheid.

Deze zeven bedrijven vormen een groot aandeel van de export van Bangladesh. In 2015 werd de kleding export van het land geschat op een waarde van 26,6 miljard dollar. De Bengaalse kledingindustrie heeft echter het streven om in 2021 het bedrag van 50 miljard te halen.

Afgelopen december werd een vreedzaam protest van textielwerkers in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, opgebroken door de politie. Arbeiders protesteerden hier vanwege de werkomstandigheden en de lage lonen. 34 personen, waaronder vakbondsleiders, initiatiefnemers van het protest en textielwerkers werden gearresteerd en vastgehouden voor minsten 8 weken zonder aanwijsbare reden. Als gevolg van het protest werden ook 1500 werknemers ontslagen.

Ook werden recent verschillende kantoren van vakbonden in Bangladesh gesloten door politie. Hierbij werden ook arrestaties verricht, maar deze personen werden vrijgelaten na internationale druk. De arrestanten zijn nog in afwachting of ze vervolgd worden en mogelijk een gevangenisstraf krijgen.

“Met de boycott van de BGMEA’s top, sturen deze toonaangevende merken een duidelijke boodschap naar de BGMEA en de Bengaalse overheden. Wanneer niet alle arrestanten vrijgelaten worden, hun aanklachten niet ingetrokken worden en alle andere intimiderende uitingen naar vakbonden stoppen, dan kunnen ze niet geloofwaardig meedoen aan een top over ‘sustainable growth’ van de industrie,” reageert Mirjam Heugten, van Schone Kleren Campagne.