• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • CEO Premium-merk Airfield: “Het is nu onze tijd”

CEO Premium-merk Airfield: “Het is nu onze tijd”

Door Caitlyn Terra

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode|CEO INTERVIEW

Uitgesproken kleuren, veel patronen, prints en Swarovski-kristallen; de collectie van Oostenrijks merk Airfield staat er bol van. Het merk, dat begon als skiwear brand, bestaat al meer dan dertig jaar en heeft een vaste doelgroep. “De Airfield-vrouw is sexy, uitdagend, zelfverzekerd, maar wel op comfort gesteld,” vertelt CEO Walter Moser in het hoofdkantoor in Oostenrijk. FashionUnited bracht een bezoek aan het hoofdkantoor en sprak met de CEO Walter Moser en hoofdontwerper Andreas Angerer.

Kledingrek na kledingrek volgt in het hoofdkantoor van Airfield in Seewalchen Oostenrijk. Een halfuur buiten Salzburg bevindt zich het hart van het merk waar bijna alle elementen van het bedrijf samen komen. “De distributie, zowel groothandel als voor onze eigen website wordt geregeld vanuit Seewalchen,” vertelt CEO Walter Moser. Ook het ontwerp, de marketing en de e-commerce site wordt geregeld vanuit het kantoor in Oostenrijk. “Het is een grote familie,” aldus Moser. Enkele naaisters zijn nog achtergebleven in de ontwerpafdeling van het pand waar de naaimachines elkaar opvolgen. “Alle samples worden hier gemaakt, in Oostenrijk. De ontwerper blijft betrokken bij zijn stuk van begin tot eind,” vertelt hoofdontwerper Andres Angerer. Op de afdeling kan van alles worden uitgeprobeerd en draait het vaak om het combineren van verschillende stoffen. Het grootste gedeelte van de kleding wordt namelijk gemaakt met jersey, wat zijn uitdagingen met zich meebrengt, maar ook een hoog niveau van comfort garandeert voor de Airfield-klant, aldus Angerer. Door toevoeging van andere technieken en materialen, krijgt een kledingstuk een luxe uitstraling. “Het is de combinatie van het natuurlijke met het technische.”

“Alle samples worden hier gemaakt, in Oostenrijk, de ontwerper blijft bij zijn stuk van begin tot eind”

Hoofdontwerper Airfield Andreas Angerer

Voldoet een ontwerp aan de Airfield-eisen: comfortabel, provocatief, sexy, vrouwelijk, modern én sportief, dan wordt het in Europa en Azië geproduceerd. Het gros van de productie blijft binnen de EU, Italië, Bulgarije en Turkije maken 70 procent uit van de productielanden. De overige kledingstukken worden in Azië gemaakt. Ook de stoffen zijn grotendeels Europees, met zo’n 70 procent dat uit Italië komt. De overige materialen komen voornamelijk uit Japan. Voor de borduursels en versieringen op de kleding komt alles weer terug naar Oostenrijk. De nieuwste collectie, Fall/Winter 2018, bestaat uit een totaal van 250 stuks.

CEO Airfield: “Het is nu belangrijker dan ooit om vast te houden aan je DNA”

De doelgroep van Airfield is over het algemeen boven de veertig jaar, “maar dat heeft te maken met het geld”, aldus Moser. Kledingstukken van Airfield hebben retailprijzen tussen de 250 en 1000 euro, wat ervoor zorgt dat klanten vaak een goede financiële situatie hebben wanneer ze een item van het merk aanschaffen. Volgens Moser heeft de doelgroep weinig gemerkt van de crisis enkele jaren geleden. De omzet van het bedrijf ging iets omlaag, maar niet drastisch, aldus de CEO. “Natuurlijk keken de klanten beter naar de manier waarop ze geld uitgaven, maar ze bleven toch kopen.”

“Ik verwacht over een paar jaar alleen nog maar technisch dons te gebruiken in plaats van echt”

CEO Airfield, Walter Moser

De financiële situatie mag bij de Airfield-vrouwen dan wel ongeveer gelijk zijn, wensen blijven per markt verschillen. “Bijvoorbeeld in Rusland; daar wordt nog veel bont gedragen, terwijl in Nederland en Duitsland zijn ze heel bewust en anti-bont,” aldus Angerer. Bij het maken van de collectie wordt dan ook gekeken naar het terugbrengen van het gebruik van bont. “De collectie moet rijk genoeg zijn zonder echt bont. Tegenwoordig zijn er hele goede varianten van nep konijnenbont.” Het verschil tussen echt en nepbont is in de collectie dan ook bijna niet te zien. Betreft duurzaamheid en dierenwelzijn kijkt Airfield ook naar artificieel ‘ganzendons’. “Over een paar jaar verwacht ik dat we alleen nog maar technisch dons gebruiken in plaats van echt,” aldus de CEO. Airfield werkt daarbij ook alleen samen met leveranciers van bont en dons die de juiste certificaten kunnen tonen, maar ook bij de productie van andere stoffen en het verven hiervan wordt goed gekeken naar de impact op het milieu. Consumenten worden nou eenmaal steeds bewuster van de historie van een merk en hoe het produceert, zowel in Nederland als in Rusland.

CEO Airfield: “We hebben geen vast doel om te groeien, het gaat om het vinden van de juiste retailers en duurzame groei.”

In Nederland werkt het merk met ongeveer 45 retailers, in België net iets meer. Het wordt onder andere verkocht bij Blijdesteijn Mode in Tiel, Lutz in Vinkeveen en Lutex Boutique in Hasselt. Op zoek naar grote uitbreiding zijn ze niet, aldus Moser. “We hebben geen vast doel om te groeien. Het gaat om het vinden van de juiste retailers waarbij het merk past. Duurzame groei.” Airfield heeft dan ook met het meeste van hun verkooppunten al een lange relatie. “In Nederland en België zijn het vooral meer boetieks en dat heeft onze voorkeur. Zij houden echt van het product en weten er veel over te vertellen.” Op beurzen zoals Modefabriek verschijnt het merk dan ook niet omdat het simpelweg al een goed netwerk heeft aan klanten in Nederland.

Premium-merk Airfield: “Airfield is provocatief, modern en sportief”

Bij Airfield wordt wel een verandering opgemerkt. Het merk heeft altijd al bekend gestaan voor hun uitbundige stijl, maar de meest uitgesproken stukken werden door inkopers in sommige markten nog wel eens overgeslagen. Een aantal jaar geleden waren bijvoorbeeld de klassieke en meer basic items geliefd, maar de retail trekt nu toch naar de speciale kledingstukken in de collecties. “Laatst zei iemand tegen ons dat het nu echt onze tijd is en daar zijn we het helemaal mee eens.”

“We weten wat onze kracht is, we doen het immers al dertig jaar”

CEO Airfield, Walter Moser

De kracht van Airfield is volgens Moser dan ook het DNA van het merk. “Het is nu belangrijker dan ooit om je vast te houden aan je DNA.” Veel merken hebben concessies gedaan als het aankomt op hun identiteit ten tijde van de crisis om de verkoop op peil te houden, maar bij Airfield was daar amper sprake van. “We weten wat onze kracht is, we doen het immers al dertig jaar.”

Hoofdbeeld: CEO Walter Moser via Airfield, overige Airfield

Airfield
CEO INTERVIEW