• Home
  • Nieuws
  • Mode
  • De mode-industrie moet gedrag aanpassen om aan klimaatverwachtingen te voldoen

De mode-industrie moet gedrag aanpassen om aan klimaatverwachtingen te voldoen

Door Sylvana Lijbaart

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mode
Beeld ter illustratie. Beeld: Unsplash

De huidige modeconsumptie en -productie zijn niet duurzaam en structureel oneerlijk. Dit moet worden hervormd om aan wereldwijde klimaatovereenkomsten en wetgevingen te voldoen, zo stellen Hot or Cool Institute en Rapid Transformation Alliance in een rapport dat vandaag is uitgebracht. Producenten, retailers en consumenten moeten ingrijpen, klinkt het.

Zonder veranderingen zullen de emissies van de mode naar verwachting stijgen met bijna vijftig procent in 2030, blijkt uit het rapport. Er wordt aanbevolen om te beginnen bij de rijkste landen met de rijkste consumenten. De modeconsumptie binnen verschillende landen is zeer ongelijk, maar de koolstofemissies van de rijkste burgers in de G20-landen (zoals het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Duitsland, Japan en Saoedi-Arabië) waren tien keer hoger dan die van de landen in de laagste inkomensklassen. Deze bevindingen staan haaks aan het verhaal dat het de armere burgers zijn die ‘goedkope’ kleding kopen, waardoor de huidige mode-industrie niet duurzaam is, zo staat in het rapport. Vooral de hoeveelheid aankopen van de rijkste burgers in landen als het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Japan en Duitsland oefenen een effect uit op het klimaat.

De CO2-voetafdruk van de modeconsumptie in rijke G20-landen moet tegen 2030 met zestig procent zijn afgenomen, zo staat in het rapport. In landen met een hoger middeninkomen, zoals Brazilië en Zuid-Afrika, moet de voetafdruk tegen 2030 met veertig procent zijn afgenomen. In landen als India en Indonesië ligt de gemiddelde koolstofvoetafdruk van de modeconsumptie momenteel onder de grens van 1,5 graden celsius. Het betekent dat de rijkste consumenten in Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Japan tegen 2030 nog maar vijf kledingstukken per jaar mogen kopen om de 1,5-graden doelstelling van de Parijse overeenkomst overeind te houden.

Andrew Simms, coördinator van de Rapid Transition Alliance, licht toe: "De mode-industrie moet even snel haar gedrag veranderen als een catwalkmodel van kleding verandert. Systeem- en gedragsverandering, vooral door rijke consumenten met uitpuilende garderobes, moeten samenkomen zodat mensen zich kleden binnen de planetaire en klimaatgrenzen. Een snelle overgang om een bewoonbaar klimaat te behouden betekent nu ook dat je het hemd van je lijf moet veranderen, want mega-evenementen zoals Black Friday zijn totaal onverenigbaar met onze wereldwijde klimaatverplichtingen."

Duurzaamheid
mode industrie
vervuiling