Duurzame textiel innovaties: vissenhuid nieuw uitgangspunt in milieuvriendelijke mode?
bezig met laden...
New York - Na 25 jaar lang te hebben gewerkt met luxemerken als Moschino, Christian Dior en Diane von Furstenberg, vindt Elisa Palomino dat men de verspilling van zeevruchten - die worden gebruikt bij het maken van modieuze lederen items - moet aanpakken om een stap in de richting van duurzaamheid te zetten. Ze rondde onlangs een prestigieuze Fulbright-beurs af in de VS, is momenteel senior docent in het BA Fashion Print-programma bij Central Saint Martins in Londen, en geeft wereldwijd presentaties om ontwerpers, makers en consumenten te inspireren en informeren over waarom de toekomst van mode bij vis ligt.
Hoe raakte je geïnteresseerd in vissenhuid als materiaal voor de modeindustrie?
Het onderzoeksproject kwam voort uit mijn ontwerpen waarbij ik lederen kledingstukken van vis maakte bij John Galliano en Christian Dior in 2002. We gebruikten visleer van de IJslandse leerlooierij Atlantic Leather en namen het op in de luxe-industrie.
Wat is de geschiedenis van vissenhuidproducten?
Visleer bouwt voort op inheems erfgoed en tradities die ook worden gedeeld door Arctische samenlevingen langs rivieren en kusten, waar het materiaal werd gebruik voor het maken van kleding en accessoires. Het gaat met name om de Inuit, Yup’ik en Athabascan in Alaska en Canada; Siberiërs, zoals de Nivkh en Nanai; de Ainu uit Hokkaido-eiland in Japan en Sakhalin Island, Rusland; de Hezhe uit Noordoost China, en IJslanders. De leerlooierij Atlantic Leather verwerkt sinds 1994 visleer op basis van de IJslandse traditie van het maken van schoenen van de huid van meervallen.
Wat zijn de eigenschappen van vissenhuid en waarom is het een milieuvriendelijk alternatief voor leer?
Visleer is een bijproduct van de visindustrie, en recycling van afval houdt materialen langer in gebruik. Atlantic Leather maakt gebruik van vis van door de overheid gereguleerde duurzame boerderijen, huiden zijn afkomstig van lokale, nabijgelegen visserijen. Sourcing en verwerking gebeuren dichtbij huis, wat de transportroutes verkort, de CO2-uitstoot verlaagt en de transparantie in de productieketen vergroot. Visleer heeft geen hulpbronnen nodig en laat geen koolstofvoetafdruk achter die gepaard gaat met het fokken van vee. Daarnaast vereist het geen gebruik van bedreigde soorten, zodat er geen negatieve effecten op de biodiversiteit zijn. Productieprocessen worden aangedreven middels geothermische energie uit IJslandse vulkanen, en de product heeft nieuwe werkgelegenheid geboden in kustgemeenschappen. Bovendien is het materiaal negen keer zo sterk als regulier runderleer van dezelfde dikte, omdat het beschikt over gekruiste vezels.
Kun je wat vertellen over je ervaring en de hoogtepunten van het Fulbright Fellowship?
Ik ontving een Fulbright UK US-beurs om van juni tot augustus dit jaar een educatief onderzoeksproject genaamd “Indigenous Arctic fish skin clothing: Cultural and ecological impacts on Fashion Higher Education” op te zetten. Ik had het geluk om samen te werken met William Fitzhugh, directeur van het Arctic Studies Centre in het National Museum of Natural History, Smithsonian Institution en zijn team om de culturele, ecologische, sociale, spirituele en technologische betekenis van vissenhuid te begrijpen, welke teruggaat tot inheemse volkeren op de Noordpool. Ik heb uitgebreid veldwerk verricht buiten DC, reizend tussen de staatsmusea van Alaska, waar ik drie maanden lang werd ondergedompeld in ongeëvenaarde circumpolaire collecties, de oorsprong en tradities van Arctische grondstoffen en lokale bijproducten zoals vissenhuid, darm, vogelhuid, grassen, hout en berkenschors.
Behalve dat je inzichten hebt verkregen, kon je wat je had geleerd ook toepassen?
Tijdens mijn werkzaamheden in de VS heb ik twee workshops gemaakt en gegeven. De eerste was een vier dagen durende workshop in Parsons voor studenten en docenten, welke ik samen gaf met Joel Isaak, een arbeider uit Alaska. Deze workshop ging over de productie van artefacten van vissenhuid met behulp van traditionele vaardigheden van de Athabascaanse volkeren. De focus lag op het onderzoeken van de ontwerppraktijk wat betreft sociale innovatie en duurzaamheid, bruiningsprocessen en naaitechnieken, met als doel om de lokale tradities in stand te houden bij de productie van laarzen, tassen en beschermende jassen. Daarnaast was het bedoeld om Parsons-studenten een breder perspectief te bieden bij het ontdekken van hun individuele benadering van duurzame praktijken.
De tweede was een Fashion Sketchbook-workshop in het Arctic Studies Centre, Anchorage Museum, waar zeven Alaskaanse kunstenaar deelnamen aan een tweedaags proces van persoonlijk onderzoek doen in verschillende bronnen, en documenteren middels tekenen, fotograferen en collages maken. Een daaruit voortkomend uniek schetsboek moest hen helpen bij hun persoonlijke creatieve werk. De workshop was onderdeel van de tentoonstelling “Living Our Cultures, Sharing Our Heritage: The First Peoples of Alaska”.
Hoe is je passie voor ontwerp met vissenhuid daardoor gegroeid?
Het is voor mij van groot belang om manieren te vinden om iets terug te geven aan de Arctische gemeenschappen waartoe de kennis van vissenhuid behoort. De workshops zijn bedoeld als het begin van een voortdurend gesprek over de toekomst van ambacht met vissenhuid. Samenwerking met inheemse partners heeft mijn kennis verrijkt en de opgedane ervaringen zijn nu nog steeds de methoden die ik gebruik om met inheemse gemeenschappen samen te werken, ze te begeleiden en te informeren. De meeste workshop-bezoekers gebruiken al vissenhuid, maar ze waren blij om nieuwe looi-, verf- en printtechnieken te leren en om te nemen in hun eigen praktijken.
Zowel luxe mode als fast fashion keren allerlei materialen de rug toe, van mohair en kasjmier tot dierlijk bont en huiden. Hoe vind je het als mensen vissenhuid als een haalbaar alternatief willen hebben?
Aquacultuur, of visteelt, is het afgelopen decennium gestaag gegroeid als gevolg van de wereldwijde verschuiving naar een gezonder eetpatroon waarbij vlees wordt vervangen door vis. Ruim de helft van de voor menselijke consumptie gevangen vis wordt weggegooid, wat resulteert in bijna 32 miljoen ton afval. Een aanzienlijk deel hiervan is de huid, maar een verbeterd gebruik van bijproducten van vis zou kunnen helpen om aan de toenemende vraag naar zeevruchten te voldoen, zonder verdere impact op het ecosysteem. Vissenhuid vereist minder energie en middelen om te cultiveren dan conventionele materialen, dus het ontwikkelen van processen om post-consument- en industrieel afval om te zetten in nieuwe materialen vermindert de katoen- en polyesterproductie en minimaliseert het storten.
De IJslandse visleer-traditie is al ruim twintig jaar betrouwbaar en duurzaam en kan wereldwijd worden geïmplementeerd om een heropleving van ambacht met visleer te stimuleren in kustgebieden die afhankelijk zijn van vis.
Weet de luxe-industrie van het bestaan van visleer?
Ja. Met labels als Chanel en Prada die exotische huiden banden uit hun collecties en Peta die strijdt tegen het gebruik van reptielenhuiden door LVMH-merken, ruilden Rick Owens en Courrèges voor hun SS20-collecties exostische huiden in voor huiden van de pirarucu-vis, een hoofdbestanddeel van het Amazonian dieet waarvan de huid anders zou worden weggegooid. Het kan een alternatief worden voor de huiden van bedreigde diersoorten zoals de krokodil en python.
Zie je de acceptatie van vissenhuid terug in het werk van studenten of opkomende ontwerpers?
De workshops bieden technieken, methoden en kennis die kunnen bijdragen aan duurzaamheidseducatie in modecursussen in HE instituten. Bijgevolg zullen studenten vervolgens modehuizen inspireren om vissenhuid als een duurzaam alternatief te beschouwen. Sommige studenten, zoals Foning Bao, die het materiaal in gebreide kleding heeft verwerkt, hervormen ons denkpatroon over de mogelijkheden ervan en transformeren het materiaal in unieke mode-items die zijn gekoppeld aan zowel inheemse mensen als locatie, vaak op onvoorziene manieren.
Wat staat er nog te gebeuren op het gebied van vissenhuid?
Ik leid momenteel het EU-gefinancierde project “FishSkin; Developing Fish Skin as a Sustainable Raw Material for the Fashion Industry” van de University of the Arts London, onderdeel van Horizon 2020 RISE (Research Innovation Staff Exchange). Academische partners zijn onder andere de Shenkar University in Israël, de IJsland University of Arts, en Kyoto Seika University in Japan. We streven ernaar maricultuur in de modeindustrie te integreren door de nadruk te leggen op circulaire economie in combinatie met de nieuwste technologie en de veranderende smaak van de consument, en om bestaande mode-aannames te verwisselen voor de introductie van visleer op industriële schaal. Middels netwerkevenementen zullen we kennis overbrengen over de disciplines modeontwerp, materiaalkunde en marine biologie.
Maar de mogelijkheden zijn eindeloos. IJsland, pionier in de visserij-industrie, heeft een breed scala aan andere toepassingen voor visafval ontwikkeld: enzymen, farmaceutische producten, voedingssupplementen, cosmetica. Daarnaast ook vers huidweefsel, FDA-goedgekeurde verbanden die ontstekingen verminderen, en omega 3-vetzuren en collageen om de genezing van chronische wonden te versnellen. Textiel doordrenkt met vitamines en genezende krachten van afgedankte vishuiden die menselijke huid kunnen vormen. Deze cosmetische en helende eigenschappen kunnen worden verwerkt in de huid om een nieuw bio-intelligent materiaal te creëren.
Meer duurzame textiel innovaties? Klik hier voor artikelen uit het archief, van veganistisch cactusleer uit Mexico tot viscose uit landbouwafval en bacteriën.
Dit artikel verscheen eerder op FashionUnited.com. Vertaling en bewerking vanuit het Engels: Tessa Guntlisbergen.
Beeld: Homepage foto Nathalie Malric; student ‘mode’ van Foning Bao (CSM) en Soēlveig Anna (Polimoda) door Elisa Palomino.