Een les in mode, erfgoed en duurzaamheid aan boord van het Peruaanse schip tijdens Sail Amsterdam
bezig met laden...
Amsterdam is deze week een internationale ontmoetingsplaats. Dit is niet vanwege Fashion Week, die over een paar weken plaatsvindt, maar vanwege de viering van Sail Amsterdam 2025. Dit maritieme evenement keert na tien jaar afwezigheid, de pandemie gooide roet in het eten in 2020, terug en valt samen met het 750-jarig bestaan van de stad.
Meer dan veertig historische schepen meerden af in de haven, waaronder het opleidingsschip van de Peruaanse marine. Deze gelegenheid werd aangegrepen om het culturele erfgoed van het land te promoten, waarbij mode een hoofdrol speelt.
In een parallel programma van culturele en commerciële diplomatie, ter ere van 200 jaar betrekkingen tussen Peru en Nederland, werd een workshop aangeboden over de Peruaanse textieltraditie en de rol ervan in de wereldwijde mode-industrie.
Deze masterclass, onder leiding van Grace Wouters, mede-oprichter van KnitLab Peru, was gericht op ontwerpers, studenten, journalisten en professionals uit de sector. Tijdens de masterclass werden vezels zoals alpaca en Pima-katoen, samen met eeuwenoude weeftechnieken, belicht. Het doel was om nieuwe internationale samenwerkingen te inspireren op het gebied van duurzaamheid en verantwoorde luxe.
De masterclass begon met een reis terug in de tijd, naar een moment waarop in Peru al verhalen werden verteld met draden en naalden. De stoffen waren meer dan alleen kleding, ze waren symbolen van macht, heilige offers en uitingen van collectieve identiteit.
In de Paracas-cultuur, rond 800 voor Christus, fungeerden borduurwerken als levende verhalen. Scènes werden op stof genaaid met draden geverfd in levendige kleuren, verkregen uit planten, mineralen en zelfs insecten.
Eeuwen later, in het Inca-rijk, kon textiel meer waarde hebben dan goud. De Aclla-vrouwen wijdden hun leven aan het creëren van stukken voor de adel. In elk ontwerp werden hiërarchieën, mythen en status gecodeerd.
Deze traditie behoort niet alleen tot het verleden. In de Andesgemeenschappen draaien dezelfde handen nog steeds spinrokken. Ze spannen draden op weefgetouwen met een heupband - waardoor op elke plek geweven kan worden - of ze gebruiken trapweefgetouwen.
Daarnaast is er de erfenis van het natuurlijk verven, met wortels, zaden en mineralen die worden omgezet in paletten van intense en duurzame kleuren. De tinten zijn niet alleen esthetisch indrukwekkend, maar hebben ook een diepe symbolische waarde.
In het verleden kon een kleur worden geassocieerd met een godheid, een landbouwcyclus of een sociale rol. Hierdoor werd elk stuk een visuele tekst vol betekenis.
De natuurlijke luxe van alpaca en Pima-katoen
Elke textieltechniek is een voorbeeld van cultureel geheugen en een erfenis die al duizenden jaren voortduurt. Twee vezels positioneren Peru op de wereldwijde modekaart: alpaca en Pima-katoen.
Alpaca's, die al meer dan 6000 jaar in de Andes worden gefokt, produceren een fijne, hypoallergene en resistente vezel. Het wordt beschouwd als zachter dan kasjmier en gebruikt in collecties van merken als Prada, Miu Miu of Brunello Cucinelli.
De meer dan twintig natuurlijke tinten verminderen de noodzaak van verfprocessen, wat bijdraagt aan het duurzame karakter. De benaming ‘baby alpaca’ verwijst naar de eerste scheerbeurt van een volwassen alpaca en niet naar de vezel van een jong dier.
Pima-katoen wordt beschouwd als een van de meest hoogwaardige katoensoorten met lange en zijdeachtige vezels. Het staat ook wel bekend als de ‘Peruaanse zijde’. Beide grondstoffen worden bewerkt door gemeenschappen die de band met het land en het respect voor de natuur behouden. Ze zijn een synoniem voor verantwoorde luxe geworden.
Deze les maakte duidelijk dat Peruaans textiel geen stukken uit het verleden zijn die in vitrines worden tentoongesteld. Het is een levende erfenis die nog steeds leeft in gemeenschappen, zichzelf opnieuw uitvindt in ateliers en nieuwe routes vindt naar de wereldwijde catwalks.