En de winnaar is... Conny Groenewegen, Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards 2011
bezig met laden...
Een prijs winnen is voor jonge ontwerpers een droom die in vervulling gaat en voor gevestigde designers de kroon op hun werk. Maar wat levert het eigenlijk op, zo’n award op je CV? FashionUnited.nl vraagt het de winnaars. In aflevering 2: Conny Groenewegen. In november 2011 won ze de International Fashion Incubator Award en de Mercedes-Benz Dutch Fashion Award. De prijs: een geldbedrag van 25.000 euro en een plekje in de showroom Spazio Genova in Milaan, ter waarde van 8000 euro.
Wat verwachtte je toen je de prijs won?
"De jury was heel internationaal - zo was er onder andere Armand Hadida
uit Parijs, oprichter van modebeurs Tranoi en eigenaar van de L'Eclaireur
winkels, Tiziana Cardini van het Italiaanse warenhuis Rinascente en een
moderedacteur, Fabiana Giacomotti - ik vond het vooral interessant dat mijn
collectie buiten Nederland werd gezien. De jury ziet zoveel collecties, dus
hun mening was heel belangrijk voor me. En verder had ik al flink
geïnvesteerd in mijn label, dus het geld kwam me wel goed van pas."
Hoe heb je de finale van de Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards
beleefd?
"Ik weet het nog heel goed. Het was een chaotische dag. Mijn team en ik
kwamen vrij laat aan op de locatie, want ik had die ochtend de laatste hand
gelegd aan de collectie. De stukken waren zelfs nog nat, ik had ze net
geverfd. De jury reageerde daarop als vliegen op stroop. Het gaf de
collectie urgentie. Het was ook in mijn voordeel dat de andere
genomineerden een oudere collectie presenteerden. Terwijl, ja, mode gaat
over nu. Ik moest ook een zakelijk plan presenteren en dat ging eigenlijk
heel goed. Ik zat helemaal in een flow. Later, 's avonds, was de
collectiepresentatie. Dat was heel emotioneel, want ik moest in het publiek
gaan zitten, terwijl je normaal gesproken als ontwerper altijd achter de
schermen staat. Het was zo tof om alles te zien."
Moest er veel geregeld worden?
"Ja, heel veel. De prijs werd in november uitgereikt. In januari en
februari ging ik meteen naar beurzen in Milaan, Florence en Japan. De Dutch
Fashion Foundation heeft me daar toen mee geholpen. Terugkijkend opende de
prijs heel veel deuren.
Het geld dat ik had gewonnen druppelde langzaam binnen. Het werkt helaas niet zo dat je het bedrag in één keer op je rekening krijgt gestort."
Wat heb je gedaan met het geld?
"Alle gaten gevuld, mijn beurzen en presentaties van betaald, een nieuwe
collectie gemaakt en ik ben begin 2013 ook naar Tokio geweest voor een
show. Dus uiteindelijk kon ik veel verschillende dingen doen van het
geld."
Toen je won zei de jury dat jij van alle genomineerden het
meeste kans maakte op internationaal succes. Hoe werd je daarbij
geholpen?
"De showroom in Milaan was natuurlijk onderdeel van de prijs. Maar één keer
een showroom in het buitenland heeft niet zo veel zin, je moet dat jaren
volhouden. Dat vraagt om investeringen en ik kwam er achter dat ik dat niet
wil. In 2013 merkte ik dat ik me vooral bezig hield met managen en geld.
Toen heb ik besloten dat ik me wil richten op onderzoek doen, naar
materialen, patronen. Ik houd me nu vooral bezig met de grens tussen mode
en kunst."
Was dat een moeilijke beslissing?
"Het was wel een realiteitscheck. Er zijn zoveel labels die vechten om een
plekje in de markt. Het is een keiharde business en als je er bij
wilt horen moet je serieus meespelen. Ik moest mijn toekomstbeeld
bijstellen, dat is soms een teleurstelling. Maar uiteindelijk denk ik dat
ik gelukkiger word van wat ik nu doe. Ik heb geleerd wat mijn plek is: op
de kruising tussen mode en design. Ik doe heel interessante projecten.”
Waar hou je je nu mee bezig?
"Ik heb pas kostuums ontworpen voor een dansgezelschep. Verder ben ik bezig
met een grotere opdracht, waarbij ik textiel ga inzetten in een grote
ruimte. Het wordt onderdeel van de architectuur, maar daar kan ik nog niet
veel over vertellen.
Vanaf nu ga ik ook weer mijn eigen merk oppakken. Ik ga een kleine collectie maken. Hoe ik het ga presenteren weet ik nog niet, maar ik kan daar nu luchtiger mee omgaan, nu ik ook voor opdrachtgevers werk. Uiteindelijk hoop ik wel dat de collectie verkocht wordt bij modewinkels."
Heb je veel connecties overgehouden aan de prijs?
"Ja, ik heb inmiddels een goede vriendin in New York, Anett Gabriel, zij is
stylist. Via haar lag mijn collectie in een winkel in New York. Een ander
contact dat ik heb overgehouden aan de prijs is Federico Poletti in Milaan.
Hij werkt onder andere voor Italiaanse Vogue en is als curator
gespecialiseerd in knitwear. Hij heeft een tentoonstelling samengesteld
over knitwear in fashion van de afgelopen dertig, veertig jaar met namen
als Missoni, Sandra Backlund, Vivienne Westwood en Chanel. Toen kwam mijn
ontwerp ook in het modemuseum in Milaan terecht."
Wat is het belangrijkste advies dat je hebt gekregen in je
loopbaan?
“You should enjoy life more. Dat zei Yoshiki Hishinuma, een
Japanse ontwerper en mijn 'sensei', dat betekent leermeester. Op het moment
dat hij het zei vond ik het heel irritant. Ik was heel serieus en liet hem
mijn werk zijn en zijn reactie was dat ik meer moet genieten van het leven.
Maar zijn woorden hebben veel indruk gemaakt. Uiteindelijk is het leven
zelf de basis van alles. Je kunt wel veel nastreven, maar als je niet goed
in je vel zit, heb je er niets aan."
Was Yoshiki Hishinum je belangrijkste leermeester?
"Jazeker. En Alexander van Slobbe ook. Ik heb hem van dichtbij meegemaakt
in zijn atelier. Hij heeft zo'n sterke persoonlijkheid."
Hoe zie je de toekomst?
"Eerst hoop ik dat het project met de monumentale toepassingen slaagt. Ik
zou graag kleding ontwerpen die daaraan gerelateerd is. Het lijkt me mooi
om totaalconcepten neer te gaan zetten, bijvoorbeeld ook omgevingen voor
shows. Dat alles uit dezelfde oorsprong komt."
Foto’s: Conny Groenewegen tijdens Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards
2011, Sales showroom Spazio Genova in Milaan, Installatie ‘Reversed
Nudity’, gepresenteerd tijdens Pitti Filati
Fotografie: Peter Stigter, Dutch Fashion Foundation, Vogue.nl