Hoe gaat het met Petrol Industries?
bezig met laden...
Met 35 jaar onder de riem is Petrol Industries inmiddels onderdeel van het Nederlandse mode-erfgoed. Hoewel het merk vaak wordt aangezien voor Amerikaans, is het toch echt Nederlands. Met zo’n naam en een motor centric, denim driven uitstraling is de vergissing ook niet helemaal verbazingwekkend. Hoe gaat het nu met het merk en wat brengt de toekomst?
Het is tegenwoordig niet mogelijk om met een modebedrijf te spreken, zonder het ook over de afgelopen vijf jaar te hebben. De coronapandemie en geopolitieke onrust heeft de industrie opgeschud, maar Petrol Industries CEO Elwin Flint geeft aan dat het merk stabiel de periode is doorgekomen, mede dankzij de grootte van het bedrijf. Het merk is actief in Europa en wordt verkocht bij 2700 deuren. “Als er wat klappen vielen in het ene land, kon je het met de andere landen opvangen”, aldus de topman. Petrol Industries is dan ook een gezond bedrijf waardoor het zich flexibel kon opstellen naar klanten met betrekking tot bestellingen en leveringen. “We hebben geholpen financieel, of we wel of niet moesten leveren, maar ook in het algemeen meedenken met onze klanten. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen.”
Één ding waar de pandemie ook voor heeft gezorgd is dat de damescollectie die in de startblokken stond is stopgezet. “Tijdens de pandemie hebben we ervoor gekozen om te stoppen met onze damescollectie, omdat het een moeilijk moment was om überhaupt een markt te betreden . Wij geloven in de filosofie "schoenmaker blijf bij je leest" en hebben ons daarom opnieuw gefocust op wat we het beste doen: stoere en robuuste mannenmode. Hieruit is ook de keuze voortgekomen om plus-size mannenmode op te nemen in ons assortiment, waarmee we onze kernklanten nog beter van dienst kunnen zijn.” Desgevraagd geeft Flint aan dat het zeker nog steeds een wens is om een damescollectie op te zetten, maar dat het bedrijf het op dit moment simpelweg al druk genoeg heeft met de mannen- en jongenslijn van Petrol Industries.
Op dit moment bestaat het assortiment uit mannen (met daarin plussize) en boys. Binnen de mannen zijn er drie segmenten te vinden, zo legt Flint uit. Classic, custom en collectables. “Classic is de stijl waarmee het merk geboren is. De klassieke prints die heel herkenbaar zijn in de markt. Deze worden nog steeds veel verkocht. Custom is meer verfijnd voor de man die niet te veel wil opvallen, maar wel met de tijd meegaat. In dit segment zijn we meer trendvolgend. Dan hebben we nog de collectables - ik noem het de kers op de taart. Dit zijn trendy producten voor de retailer die ook extra vernieuwing in de winkel wil.” Volgens de topman zorgt deze verdeling ervoor dat een grote groep zich aangesproken voelt door Petrol Industries. Van jong tot oud, maar ook van XS tot een grotere maat.
Die grotere maat is zelfs te vinden in het plussize aanbod. De vraag naar dit aanbod kwam vanuit de markt zelf, dus het merk besloot te luisteren. Flint geeft aan dat Petrol Industries er voor elke man wil zijn. Het plussize aanbod is niet super groot, maar wel groot genoeg met de key styles van het merk.
Het aanbod van Petrol Industries wordt ook steeds verder uitgebreid met de NOOS-items (Never out of stock, red.). “We zijn van oorsprong een pre-order bedrijf. We kunnen alles vooraf orderen wat je wil, maar we merkten dat van onze topartikelen in het seizoen geen extra voorraad was. We hadden al een goede collectie NOOS-items binnen denim, maar dat hebben we nu uitgebreid met tops. Dat werpt echt zijn vruchten af, klanten hebben er echt behoefte aan.” De NOOS-tops zijn zo gekozen dat ze altijd goed te combineren zijn met het denim aanbod van het merk.
35 jaar Petrol Industries: “De naam heeft ons veel gebracht”
Petrol Industries heeft een plek veroverd in de Nederlandse mode-industrie. Wat ooit startte als een merk voor riemen, is nu een bekend mannenmodemerk. Maar wat is nu de kracht? De één zal zeggen de service naar de retailers toe, de ander zal zeggen het unieke DNA, maar voor Flint is het de A-merk uitstraling voor een B-prijs. Die uitstraling wordt ook geholpen door de naam, aldus Flint. “De naam heeft een rijke uitstraling. Onze eerste internationale beurs was Bread & Butter. Daar vroegen agenten en klanten zich af of het merk Amerikaans was. Toen ik vertelde dat het Nederlands was, werd er nog beter op gereageerd, want Nederlandse merken staan goed bekend. De naam heeft ons veel gebracht. Het heeft een Amerikaans gevoel en helpt bij het stukje storytelling.”
“We hebben niet alleen een kwalitatief product, maar ook een mooi verhaal. Dat ontbreekt bij sommige merken. We hebben een DNA - denim driven, motor centric. Dat zie je nu ook in de campagnes.” Flint geeft aan dat er natuurlijk meer merken zijn met een duidelijk DNA en merkverhaal, maar deze over het algemeen in een hoger prijssegment zitten.
Hoewel de naam een belangrijk onderdeel is van het succesverhaal van Petrol Industries, roept het ook nog weleens vragen op. Het woord ‘petrol’, in het Nederlands benzine, doet nou niet per se denken aan verduurzaming. Toch worden er zeker stappen gemaakt bij het merk, niet alleen vanwege de aankomende wetgeving, maar ook ‘omdat we het verplicht zijn naar onszelf en ons personeel’. Zo wordt er uiteraard gekeken naar duurzamere stoffen, maar ook naar het verminderen van verpakkingsafval, verzendingsmethoden, verlichting op het hoofdkantoor, etc. Petrol Industries wordt in de verduurzaming gesteund door moederbedrijf Vendis Capital. “Het is voor hen ook enorm belangrijk.” Maar aan de naam zal niet worden getornd, daar is hij simpelweg te sterk voor, aldus de topman.
Dus wat kunnen we verwachten van Petrol Industries de komende tijd? “We zijn altijd bezig om een nog sterker merk in Europa te worden. Dat we zichtbaar zijn in de winkels die ons merk verkopen en dat deze retailers goed aan ons kunnen verdienen. Natuurlijk liggen er ook nog kansen. Zo kunnen we de collectie nog laten groeien en meer showrooms uitrollen.” Maar eerst dat 35-jarige jubileum vieren. Voor klanten betekent dat een speciale collectie, voor medewerkers is er nog een verrassingselement aan de viering. Wat wel als een paal boven water staat is dat mijlpalen er zijn om te vieren.