Mode in het bloed: Familiebedrijf Van Bommel

Met alweer de negende generatie aan het hoofd, is Van Bommel het oudste bedrijf tot nu toe in deze serie. Voor ‘Mode in het bloed’ spreekt FashionUnited met familiebedrijven in de mode over het bedrijf, het werken met familie en alle overige aspecten die erbij komen kijken. Dit keer spreken we met Reynier van Bommel, algemeen directeur van Schoenfabriek wed. J.P van Bommel in Moergestel. Het bedrijf, dat eigenlijk geen introductie meer nodig heeft, leidt hij samen met zijn broers Floris en Pepijn. “Na acht generaties, dan is het geen toeval meer, dan zit het in je bloed.”

Of het vanzelfsprekend is dat de drie in het familiebedrijf gingen werken, daar kan Reynier alleen maar een tegenstrijdig antwoord opgeven, aldus de directeur zelf tijdens een telefonisch gesprek. “Mijn ouders zijn bewust 10 kilometer van de fabriek af gaan wonen en thuis ging het ook nooit over de zaak. Mijn vader was de enige die er werkte en voor mijn 23e ben ik denk ik zo’n vijf keer in het bedrijf geweest. Vier keer daarvan was om een rolletje plakband te halen,” lacht van Bommel. De keuze voor het familiebedrijf was dan ook niet geforceerd, misschien wel het tegenovergestelde. “Wij zijn heel erg vrij gelaten, maar we hebben van te voren wel goed een kader gekregen over wat er zou gebeuren als we in het familiebedrijf zouden stappen.” Zijn vader, Frans van Bommel, liet nauwkeurig alles vastleggen bij een notaris. Daar werd zwart op wit gezet welke stappen de zoons moesten doorlopen wilden ze algemeen directeur worden of überhaupt onderdeel uitmaken van het bedrijf. Een van de regels resulteerde er uiteindelijk in dat Reynier twee jaar een coach kreeg aan het begin van zijn directeurschap. Reden voor de Van Bommel-spelregels? Volgens Reynier is het de moeizame relatie tussen vader en grootvader betreft de familiezaak. Alle drie de zoons wisten al voordat ze bij het bedrijf gingen werken, dat ze voor hun 31e deze keuze moesten maken omdat ze anders aandelen zouden missen. “Het was niet de bedoeling dat je tot je 45e kon genieten van het succes van het bedrijf door middel van aandelen zonder bij te dragen.”

”Het ontslaan van de algemeen directeur destijds is tot nu toe de moeilijkste beslissing geweest.”

Reynier Van Bommel: “Dit is de magie van een familiebedrijf”

Het moment dat Reynier betrokken werd bij het familiebedrijf vond plaats in 1997. Hij spendeerde eerst nog twee jaar in het buitenland bij verschillende schoenproducenten voordat hij in 1999 vertegenwoordiger van het familiebedrijf werd. Hij maakte uiteindelijk de overstap tot commercieel directeur in 2001, maar in 2007 kwam het moment dat hij ‘geforceerd’ de rol van algemeen directeur op zich nam. “Het ontslaan van de algemeen directeur destijds is tot nu toe de moeilijkste beslissing bij Van Bommel geweest,” zegt hij. De directeur die op dat moment aanwezig was ging volgens Floris en Reynier niet goed om met de uitdagingen veroorzaakt door de harde groei van het bedrijf door het nieuwe label Floris van Bommel. “Te veel uitdagingen werden problemen. Ik was veel aan het mopperen en toen vroeg de Raad van Advies: ‘Hoe ga je het dan wel aanpakken?’” Met ‘frisse tegenzin’, zoals Reynier het zelf noemt, nam hij de taak op zich. “Daar lag mijn specialiteit helemaal niet, die lag bij de verkoop. Gelukkig vind ik, nu ik terugkijk, het net zo leuk als de verkoop. En ik kan zeggen dat ik hier beter in ben, dan toen ik nog verkoop deed,” lacht hij.

Van Bommel heeft op dit moment drie directeuren. Reynier functioneert als algemeen directeur, Floris als creatief directeur en Pepijn als commercieel directeur. “Dat is de magie van een familiebedrijf, dat dingen zo kunnen lopen.” Volgens Reynier had zijn vader dit namelijk niet kunnen bedenken voor zijn drie zoons. “Hij zou er ongetwijfeld over na hebben gedacht, over de rollen van zijn kinderen, maar deze verdeling, nee.” Zijn vader is nog steeds nauw betrokken bij het bedrijf, hij is onderdeel van de Raad van Advies, maar ongevraagd advies zal hij niet geven. “Vooral vanwege de relatie die hij zelf had met zijn vader,” meent Reynier. “In het begin gingen Floris en ik nog tussen de middag eten bij onze moeder. Daar was vader uiteraard ook bij. Toen heb ik hem nog vaak iets voorgelegd, maar uiteindelijk verwaterd dat.” Vader Frans is gemiddeld nog twee keer per week te vinden in het bedrijf. Hij vraagt dan hoe het gaat en of er nog iets is wat hij moet weten. Voor de rest laat hij het daarbij en respecteert hij de zaak van zijn kinderen. “Ik denk dat het ook betekent dat hij niet iets ziet dat we compleet fout doen. Dat vind ik ook wel fijn.”

”We willen de essentie van het bedrijf behouden, maar het wel mooier maken.

Negende generatie Van Bommel: “We willen de retail ernaast zetten”

De toevoeging van een product development team was de eerste grote verandering onder het toeziend oog van de negende generatie. “Dat is een simpel antwoord,” aldus Reynier. Het ontbreken van een dergelijk team was een gapend gat in de productie, aldus de directeur. “We produceerden eerst alleen in Moergestel. De technisch ontwerper en chef van de productie waren toen beste vrienden, die waren op de fiets nog de details aan het bespreken van een ontwerp.” Hierdoor wist het productieteam exact hoe het ontwerp bedoelt was. “Je kon gewoon naar het team lopen, want dat zat toch een deur verderop. “Toen we in Portugal gingen produceren om aan de grote vraag te voldoen, ging het technische ontwerp meteen naar het productieteam daar, maar werd het niet meer uitgebreid besproken. Dat soort contact was er niet.” Reynier noem het missende contact zelfs een zwart gat. Om de ernst van het probleem te benadrukken, refereert hij naar het boiling frog-principe. “Een kikker springt in een pan met water die aan de kook wordt gebracht. Die denkt: ‘Oh, dat wordt lekker warm’. Voordat hij het weet valt hij in slaap en is hij morsdood.” Volgens Reynier zaten ze middenin hetzelfde proces, er gaat iets mis, zonder dat ze het door hadden. Toen deze realisatie toch kwam is de product development afdeling als eerste opgezet.

Bij deze eerste verandering is het echter niet gebleven. De negende generatie heeft een missie. “Van origine was Van Bommel alleen een schoenenfabriek. Mijn vader heeft daarnaast nog een groothandelsbedrijf opgezet, dat groter is geworden dan de fabriek. Als negende generatie willen we de retail ernaast zetten,” aldus de algemeen directeur. Op dit moment heeft het bedrijf al 9 fysieke winkels en een webshop die online is in Nederland, België en Duitsland. Dit jaar komt bij onze Oosterburen nog 1 of twee winkels bij. “We willen de essentie van het bedrijf behouden, maar het wel mooier maken.”

”Dat het Floris zijn expertise is, betekent niet dat ik het altijd makkelijk opgeef”

Over tiende generatie van Van Bommel wordt al nagedacht

Binnen negen generaties is het bedrijf uitgegroeid tot een grote speler op schoengebied. Op dit moment verkoopt Van Bommel jaarlijks zo’n 600.000 schoenen. Het succes van het bedrijf is niet aan één aspect te danken, maar het samenwerken van de broers draagt volgens Reynier wel bij. “We kunnen buitengewoon goed samenwerken. We kunnen namelijk allemaal ons eigen ding doen, onder andere door de grootte van het bedrijf. We hebben respect voor elkaar, we vinden het leuk en we zitten op de juiste plek.” Dat altijd alles gemakkelijk gaat, dat wil Reynier nou ook weer niet zeggen. “Als Floris en ik het hebben over design en ik vind dat iets anders of beter kan, dan weegt de mening van Floris acht keer sterker.” Ieder zo zijn expertise blijkt maar weer. “Maar dat betekent niet dat ik altijd makkelijk opgeef,” vervolgt hij.

Over de aanwezigheid van de tiende generatie in het bedrijf wordt al nagedacht. “Wanneer we tijd over hebben. De oudste is immers pas 6 jaar en de jongste negen maanden.” Toch filosoferen de broers over hoe ze het aan willen pakken. Voor de drie is het duidelijk dat ze de kinderen eenzelfde kader willen geven zoals zij hebben gekregen van hun vader. “Er moet duidelijk zijn wat ze te wachten staat, maar de keuze blijft wel vrij. Bovendien, als de kinderen van twee broers gaan samenwerken, dan heb je neven en nichten bij elkaar. Dat is een hele andere dynamiek.” Dat het nog even duurt voordat de tiende generatie ook werkelijk toetreedt, vindt Reynier op dit moment geen enkel probleem.

“Je doet wat je nodig vindt en wat past bij het bedrijf,” aldus Reynier. De directeur noemt zich dan ook de ‘manager van de toeval’. “In 1800 was het logisch dat een stoommachine in de schoenenfabriek werd geplaatst, nu past het bij het bedrijf om een retailbedrijf op te bouwen en te ontwikkelen.” Het mag duidelijk zijn: bij Van Bommel zit ondernemen en mode overduidelijk in het bloed.

Beeld: Van Bommel

Werken bij Van Bommel? Klik hier voor de openstaande vacatures!