Oeganda verbiedt import van afgedankte kleding uit Europa en de Verenigde Staten
bezig met laden...
Het Oost-Afrikaanse land Oeganda zet per direct een streep door het importeren van tweedehands kleding. President Yoweri Museveni wil daarmee de eigen textielindustrie vooruit helpen, want mensen die in Oeganda nieuwe kleding presenteren, komen er niet tussen op de markt. Dat vertelt Museveni tijdens de opening van een Oegandees-Chinees bedrijventerrein in Mbale, volgens De Volkskrant.
Het gros van de tweedehands kleding dat wordt aangeboden op de Oegandese markt bestaat uit afgedankte kleding uit Europa en de Verenigde Staten. Museveni noemt de afdankers zelfs ‘de kleding van dode westerlingen’. “Als een witte persoon sterft, verzamelen ze zijn kleding en sturen ze die naar Afrika”, zo klonk het tijdens de opening, volgens De Volkskrant. De Oegandese president bedacht deze theorie niet zelf en is afkomstig uit Nigeria, waar tweedehands kleding ‘kafa ulaya’ wordt genoemd. Dat betekent ‘kleren van dode witte mensen’.
Volgens Oxfam krijgt minstens 70 procent van het textiel in Europese en Amerikaanse kledingbakken Afrika als eindbestemming. Om hoeveel kleding dat afkomstig is van overledenen het gaat, is lastig in te schatten.
De textielindustrie van Oeganda is aanzienlijk groot, maar het grootste deel van de productie wordt geëxporteerd als halffabricaat. Hierdoor is de toegevoegde waarde aan de Oegandese economie gering, schrijft De Volkskrant. De jaarlijkse waarde van de export van katoen ligt de afgelopen jaren tussen de 22 en 76 miljoen dollar (20 en 70 miljoen euro).
Het is niet de eerste keer dat een verbod op de import van tweedehands kleding wordt gerealiseerd. De Oost-Afrikaanse gemeenschap, die bestaat uit Oeganda, Kenia, Rwanda, Tanzania, Burundi en Zuid-Soedan, riep in 2016 al een importverbod in het leven. Enkel Rwanda maakte er destijds werk van. De import levert namelijk ook veel banen op en is dus goed voor de lokale economie.
Tweedehands kleding zorgt voor problemen in Afrika
Dat tweedehands kleding voor problemen zorgt in Afrika is niets nieuws. Zo is de hoeveelheid afgedankt textiel dat uit de Europese Unie wordt geëxporteerd, verdrievoudigd in twintig jaar, aldus EU-milieuagentschap EEA destijds. De textielexport uit de EU is tussen de jaren 2000 en 2019 toegenomen van iets meer dan 550.000 ton tot bijna 1,7 miljoen ton. Dat is per persoon gemiddeld 3,8 kilogram textiel per jaar.
De EEA zag ook dat de bestemming van tweedehands textiel verschoof van hoofdzakelijk Afrikaanse bestemmingen naar zowel Afrika als Azië. “De gedachten van de consument dat gedoneerde, gebruikte kleding in die regio’s altijd nut heeft, komt niet overeen met de werkelijkheid”, schrijven milieudeskundigen in de analyse. “Eenmaal geëxporteerd is het lot van gebruikt textiel onzeker. Wat niet geschikt is voor hergebruik, belandt meestal op open stortplaatsen en in informele afvalstromen.”
In 2019 exporteerde de Europese Unie 46 procent gebruikt textiel naar Afrika. Daar wordt het textiel voornamelijk lokaal hergebruikt, omdat er vraag is naar goedkope, gebruikte kleding uit Europa. Wat niet hergebruikt kan worden, belandt op open stortplaatsen en in informele afvalstromen. Ook in Oeganda maken de lage prijzen van tweedehands kleding populair. Niet alleen onder de arme mensen, maar ook de middenklasse vindt deze markt interessant.