TMO directeur-bestuurder Yvonne Kanters over de nieuwe opleiding: “Eind februari verwelkomen we de eerste studenten!”
bezig met laden...
In februari gaat de opleiding Associate degree Fashion Business Professional van TMO Fashion Business School van start. In dit interview vertelt directeur-bestuurder Yvonne Kanters wat studenten en vooral de fashion business van de nieuwe opleiding kunnen verwachten. Daarnaast laat ze haar licht schijnen over McKinsey’s The State Of Fashion 2024.
Waar zijn jullie bij TMO momenteel mee bezig?
We zijn de laatste tijd vooral druk bezig geweest - vanuit onze ambitie om het portfolio uit te breiden - met de nieuwe opleiding Associate degree Fashion Business Professional. Dit is een tweejarige HBO-opleiding met eindniveau 5. Daarnaast hadden we al de vierjarige bachelor opleiding met eindniveau 6. In de toekomst willen we ook masteraanbod ontwikkelen met eindniveau 7. Op die manier ontstaat er een mooie doorlopende leerlijn waarmee we, samen met Detex, de brede fashionindustrie met een ‘leven lang ontwikkelen’-aanbod kunnen bedienen.
Wat kunnen we van de nieuwe opleiding verwachten?
Het gaat om een tweejarige HBO-opleiding voor studenten die een havo-, vwo- of mbo4-diploma hebben. In aanvulling op onze bachelor, waarbij we studenten voor strategische managementfuncties opleiden, richt de Associate degree zich meer op de operationele/tactische kant. Bij deze opleiding staat het aanleren van praktische vaardigheden centraal. Als business school hebben we korte lijntjes met mode- en retailondernemers. Zij geven aan dat er grote behoefte is aan mensen met een hands-on mentaliteit die óók kennis van de fashionbranche en van bedrijfskunde hebben. Over twee jaar zullen de eerste afgestudeerden hun vleugels op de arbeidsmarkt uitslaan. We hebben twee instroommomenten per jaar, in februari en september. We beginnen nu met één klas en gezien het animo verwachten we in september verder te kunnen groeien.
Eind november verscheen McKinsey’s State of Fashion 2024. Wat viel je op?
Duurzaamheid, duurzaamheid, duurzaamheid. Dat is wat de klok slaat, en daar sluiten we ons volledig bij aan. Bij alles wat we doen staat duurzaamheid centraal. De modebranche moet echt een verandering tot stand gaan brengen. Ook wordt er nog steeds gesproken over nieuwe business en omzetgroei. Terwijl je het mijns inziens veel breder moeten trekken. Veel meer naar een waardenmodel met onder andere doelen op het gebied van duurzaamheid. Bij onze opleidingen is duurzaamheid één van de grote rode draden door ons onderwijs. De branche moet op zoek naar verdienmodellen waarmee we zo duurzaam, zo circulair mogelijk met fashion bezig kunnen zijn. We moeten ons committen aan Sustainable Development Goals, zodat het niet meer alleen om de harde centen draait. We moeten brands maken waar klanten zich mee willen verbinden.
Hoe bedoel je dat?
Klanten van nu willen geloven in een brand. Zegt een merk dat het duurzaam is, dan zegt de klant: bewijs het maar. Als merk moet je heldere doelstellingen hebben om zo fatsoenlijk mogelijk met de wereld om te gaan. Op die manier bouw je een band met je klanten op. We moeten dus veel minder vasthouden aan puur winstgevendheid, maar veel meer kijken naar hoe we duurzame doelen in het waardenmodel kunnen opnemen. En natuurlijk moet hiermee ook geld verdiend worden.
In de State Of Fashion gaat het ook over onzekerheid door zaken als economische tegenwind, de oorlogen en de klimaatcrisis… Ja, die onzekerheden kennen we allemaal, die zijn er. Dat betekent dat je als bedrijf flexibel moet zijn. Dat je je klaar moet maken voor tijden dat het weer beter gaat, want die tijden komen er ook aan. Dat staat ook in de State: dat de ondervraagden in bepaalde markten en segmenten reden voor optimisme zien. De vraag is: hoe kun je je bedrijf zo organiseren dat je snel op nieuwe situaties in kunt spelen. In de State staat ook dat kostenbesparende tactieken grotendeels zijn uitgeput. Aan die kant is dus niets meer te halen. Hoe moet je dan meer omzet halen? Ik verwacht dat bedrijven met creatieve en duurzame oplossingen gaan komen. Wij dragen hier graag aan bij met onze onderzoeksprojecten.
Waarom verwacht je dat?
Duurzaamheid zit al helemaal in het DNA van jonge mensen. Vrijwel elk project van studenten van TMO staat in het teken van duurzaamheid. Het is gewoon niet meer weg te denken. Onze studenten worden er weleens moe van - ‘gaat het nou alweer over duurzaamheid? - maar aan de andere kant: GEN-Z is zich zeer bewust van het maken van duurzame fashionkeuzes.
Hoe anticipeert TMO op al deze ontwikkelingen?
We hebben het in onze ambities van 2025 opgenomen: de modemensen van de toekomst willen af van fast fashion. Ze willen juist de verschilmaker zijn en een circulaire mode-industrie mogelijk maken. Hoe zorg je ervoor dat duurzaamheid in elk onderdeel van je organisatie doorwerkt? Daar houden we ons sterk mee bezig. En ook met die flexibiliteit waar ik het net over had: ook als school willen we flexibeler worden. Denk aan studenten die kort-cyclisch willen studeren: certificaten stapelen tot je een volwaardig diploma hebt. Ook willen we met AI aan de slag. Wat betekent AI al voor de modebranche en hoe gaat dit zich verder ontwikkelen? Het liefst zouden we hier morgen al mee beginnen, maar zo snel gaat het niet.
Hoe zie je de toekomst voor de fashionbranche?
Fashion zal nooit verdwijnen. Maar we zullen met z’n allen de sector wel beter moeten maken. Verspilling tegengaan. Veel retailers zijn er al goed mee bezig, maar de consument moet nog verder over de streep komen. Je ziet wel dat tweedehands kleding kopen, bijvoorbeeld via Vinted, een trend is. Dat is een mooie ontwikkeling. Maar we weten allemaal: de burger is het er roerend mee eens dat kleding duurzaam is, maar de consument moet nog overtuigd worden. Zolang er nog shirts voor vijf euro te koop zijn, zal er een doelgroep voor zijn. We moeten er met z’n allen naartoe werken dat consumenten liever een iets duurder shirt kopen waar ze lang mee toe kunnen. Gedrag verander je echter niet van de ene op de andere dag. Al zien we onder onze studenten, zoals gezegd, enorm veel vooruitgang op dit gebied. Voor een afstudeeropdracht bedacht een duo bijvoorbeeld een platform voor circulaire verpakkingen. Een ander duo bedacht een onderwijsprogramma voor basisscholen waarbij leerlingen leren hoe de mode-industrie in elkaar zit en hoe ze duurzamere keuzes kunnen maken. Kortom, duurzaamheid leeft enorm op onze school en ook bij andere opleidingen. Ik zie de toekomst van mode dan ook positief in.