Triptiek 2015 Finale: 3 weken, 260 studenten en 10 modemerken
bezig met laden...
De tweedejaars studenten van het Amsterdam Fashion Institute (AMFI) kregen een zware taak opgelegd. Binnen drie weken moesten de 260 studenten van de Design, Branding en Management afstudeerrichtingen samenwerken om tien individuele modemerken te produceren, gebaseerd op het concept van mode anno 2025. Ieder individueel modemerk werd geïnspireerd door een Nederlands icoon en iedere groep kreeg een categorie toegewezen. Duurzaamheid speelde bij de opdracht een belangrijke rol.
Het ambitieuze project werd woensdag 4 februari afgesloten met een modeshow, waarin ieder nieuw modemerk zijn looks presenteerde op de catwalk, vergezeld van zijn eigen muziekkeuze en een korte film waarin de visie achter ieder label werd toegelicht. Ieder modemerk moest voor de presentatie een bijbehorende 3D cabine creëren, met een business plan en ook een lookbook. Het was geen gemakkelijke opdracht, vooral gezien het strakke schema, maar het eindresultaat was door de studenten tot in de puntjes uitgewerkt.
Het eerste merk op de catwalk, 'Korreltje Zout', vond zijn inspiratie in de oer-Hollandse haring. "Ons icoon komt vers uit de Noordzee. We werden geïnspireerd door de eenvoud van de haring en de sterke visserscultuur eromheen," verklaarde de groep. Het eindresultaat was een metallic, zilverachtig neopreen die vervaardigd was tot een volumineuze trui bedekt met vissersdraad, een witte jas van net, tot op de enkel gedragen, en een grijs pofjasje dat het model helemaal omhulde.
Daarna volgde 'Punt', dat een punt leek te willen maken met zijn hoekige silhouetten, grafische kimono-achtige jasjes en zware, open mouwen. Geïnspireerd door het Nederlandse icoon, de Revolt stoel van Friso Kramer, wilde het label de vreedzame momenten in onze drukke levens vieren. Tijdens de catwalkpresentatie verschenen twee assistenten die de buitenste laag van twee van de outfits verwijderden om de ranke, minimalistische japonnen eronder te onthullen. Het derde label, 'Aleph', nam de beroemde Nederlandse kunstenaar M.C. Escher als inspiratiebron, door gebruik te maken van zijn liefde voor geometrische patronen en vormen in hun ontwerpen. Dit resulteerde in gewaagde vormen met hoekige mouwen gemaakt van geupcycled beddengoed en dekbedden.
'Floot', met architect Koen Olthuis als inspiratiebron, besloot diens visie van gemeenschappen op het water in zijn ontwerpen op te nemen door zware stoffen in lagen over elkaar te draperen en met een plastic hoes zodanig te bedekken dat de afwijkende stoffen eronder zichtbaar waren. Daarna was 'Bao' aan de beurt. Het merk wendde zich tot de doorlopende stroom van informatie tussen mensen en trachtte deze te verstoren. Van leer en dik neopreen werden opvallend scherpe vormen, bedrukt met unieke motieven, vervaardigd. Grote capuchons en mouwen van zwart vinyl staken geprononceerd af tegen de rest van het outfit.
De door de mens gemaakte structuur en orde van de Rotterdamse haven vormde de basis voor de volgende collectie van 'Node', dat metallic broeken met uitgesproken opengesneden mouwen en open ruggen combineerde. De studenten wilden de stevige vorm dat in het ogenschijnlijk chaotische outfit verscholen lag tot zijn recht laten komen, iets wat zich moeilijk liet vertalen in drie looks. 'Intona' wendde zich tot de elektronische muziek van Dick Raaijmakers, die bekend stond om zijn innovatieve ontwikkelingen. De resulterende collectie werd vervaardigd van elastiek, spandex en rietjes om volume in de kledingstukken te creëren. Deze konden met klittenband verwijderd en bevestigd worden op andere outfits.
'Metanoia' nam het verleden van Nederland als inspiratiebron, hoewel de ontwerpen soms veel weg hadden van andere ontwerpen die eerder vertoond werden. Zo kwam het merk met een grote jas gemaakt van een wit dekbed gewikkeld in plastic folie, en een kort jasje met grote geknoopte mouwen. Het negende merk dat de catwalk op ging was 'Vessel', dat beïnvloed was door de Nederlandse woonbootcultuur en zich richtte op de 'semi-aquatische pionier'. De inspiratiebron van het merk was duidelijk zichtbaar in de afgewerkte ontwerpen, vooral bij een ontwerp dat daadwerkelijk op een reddingsboot leek, compleet met een rubberen capuchon, en een ander die uit wat op een vissersnet leek te zijn gemaakt.
Tenslotte was 'Isonomy' aan de beurt. Het merk was zodanig ontworpen dat het voor vrouwen de barrières tussen mode en religie doorbrak. De voortvloeiende collectie was prachtig afgewerkt, en maakte gebruik van materialen als leer, papier en schuim om samen drie zwart-witte looks te creëren met unieke details en naar het lichaam vormende silhouetten die het vrouwelijke figuur accentueerden.
De modeshow, die in Het Sieraad in Amsterdam gehouden werd, eindigde met een denderend applaus van studenten, vrienden, ouders en docenten. Groepen studenten kwamen bijeen om hun succes te vieren en de gebeurtenissen van de avond te bespreken. De meeste studenten waren van mening dat samenwerken in een team goed te doen was, al volgden ze allemaal verschillende studierichtingen. "Toen we voor het eerst bij elkaar kwamen om te brainstormen, waren er zoveel ideeën. Het was fantastisch!" zei een student Branding, die had meegewerkt aan 'Korreltje Zout'. "De drie weken vlogen voorbij en ik kan nauwelijks geloven dat het al voorbij is," voegde zij daaraan toe.
Op de vraag of het gemakkelijk was om met zo'n uiteenlopende groep studenten samen te werken, antwoordde zij met een lach: "Je zou denken dat er meer ruzies over ontwerpen en uitgangspunten zouden zijn geweest, maar uiteindelijk werkten we allemaal samen en deed iedereen wat hij moest doen. Natuurlijk waren sommige managementstudenten meer doortastend met wat zij met het merk wilden en de designstudenten hadden uiteindelijk het laatste woord, omdat zij tenslotte degenen waren die de kleren maakten, maar over het algemeen liep het op rolletjes - op de stress na."
Maar wat gebeurt er nu met de collecties? "Nou, ik hoorde dat sommige outfits zullen worden bewaard en in toekomstige projecten zullen worden gebruikt of tentoongesteld in Amfi. Maar ik hoorde ook dat er mensen waren die bepaalde stukken eventueel wilden kopen en hun visitekaartjes en telefoonnummers aan de studenten hadden gegeven, dus dat zullen we moeten afwachten."
"De ontwerpers die de kledingstukken zelf maakten mogen de collecties van hun merk mee naar huis nemen…dat is natuurlijk erg nuttig voor het portfolio van de ontwerpers!" voegde Tessa Poniée, Event Management Triptiek, daaraan toe.
Tekst: Vivian Hendrikz. Vertaling: Wendela van den Broek