• Home
  • Nieuws
  • Retail
  • Een duurzame retailsector is mogelijk, maar dan moeten de schouders er écht onder

Een duurzame retailsector is mogelijk, maar dan moeten de schouders er écht onder

Door Nora Veerman

bezig met laden...

Scroll down to read more
Retail
Beeld: Tamas Munkacsi via Unsplash

Het goede nieuws: voor veel retailbedrijven staat verduurzaming anno 2022 hoog op de agenda. Dat blijkt uit een enquête onder 37 retailketens wereldwijd, uitgevoerd door adviesbureau Boston Consulting Group (BCG) in samenwerking met het World Retail Congress (WRC). Het slechte nieuws? Nog geen twintig procent van de retailers loopt ook echt op schema om de klimaatdoelstellingen te halen die in 2015 binnen het Parijsakkoord werden gesteld. Het resultaat van de enquête ‘benadrukt de noodzaak voor de retailsector om de respons op klimaatverandering te versterken en te versnellen’, zo is te lezen in een eindrapport.

Diezelfde noodzaak werd maandag onderstreept in een nieuwe analyse van het VN-klimaatpanel IPCC. Ideeën genoeg om de opwarming van de aarde te voorkomen, zo schrijft het IPCC, maar er is nog te weinig actie. Als er niets verandert, is de aarde tegen het jaar 2100 gemiddeld 3,2 graden warmer, een ontwikkeling die desastreus is voor ecosystemen wereldwijd. Twee dagen dag na het verschijnen van het rapport was het in de Benelux al Earth Overshoot Day: als de hele wereld leefde zoals mensen dat in België, Nederland en Luxemburg doen, zou de voorraad grondstoffen die de aarde in een heel jaar kan voorzien al opgebruikt zijn. De boodschap is duidelijk: schouders eronder.

Optimisme retailers strookt niet met werkelijkheid

In het rapport van BCG en WRC tonen retailers zich zelf over het algemeen optimistisch. Ongeveer zeventig procent van de respondenten beschouwt duurzaamheid als een ‘prioriteit’ voor hun bedrijf en vrijwel alle deelnemers geloven dat duurzaamheid de komende vijf tot tien jaar een belangrijke waardefactor zal worden. Ook denkt 57 procent van de respondenten in de afgelopen drie tot vijf jaar al genoeg geïnvesteerd te hebben om hun klimaatdoelstellingen te halen.

De bevindingen van BCG en WRC laten echter een ander beeld zien. Verreweg de meeste retailers hebben wel grote ambities, maar hebben hun duurzaamheidsdoelstellingen nog niet volledig geïntegreerd in hun overkoepelende strategie of in de dagelijkse activiteiten van het bedrijf.

Veertig procent van de retailers loopt inderdaad op schema wat betreft het terugdringen van de CO2-uitstoot die het bedrijf zelf produceert (ook wel bekend als Scope 1-uitstoot) en de CO2 die wordt uitgestoten bij de opwekking van energie die het bedrijf inkoopt (Scope 2-uitstoot). En 38 procent van de bedrijven loopt op schema met het verminderen van plastics en verpakkingsmateriaal. Voor de meerderheid van de bedrijven valt op al deze vlakken echter nog veel te winnen.

Een van de grootste probleemgebieden is momenteel de hoeveelheid CO2 die vrijkomt in de agricultuur: 69 procent van de bedrijven heeft zelfs nog geen plannen opgesteld om de uitstoot in deze schakel van de keten te verminderen. Nog eens veertien procent heeft wel plannen, maar maakt geen progressie. Bedrijven letten onvoldoende op de CO2-uitstoot die komt kijken bij de productie van onderdelen of grondstoffen die zij inkopen bij derden (Scope 3-uitstoot). Zo´n 65 procent zet hier geen stappen in. Ook ondernemen bedrijven te weinig actie om waterverspilling te voorkomen: slechts 12 procent van de respondenten heeft een strategie die in lijn is met het Parijsakkoord.

BCG en WRC: ‘Stel progressie boven perfectie’

Waarom blijven bedrijven zo achter? De meerderheid heeft geen duidelijke systemen geïmplementeerd om de verduurzaming binnen het bedrijf te meten, zo schrijven BCG en WRC. Daardoor boeken bedrijven niet alleen traag vooruitgang, maar is het ook lastig ze ter verantwoording te roepen. Daarnaast zegt 67 procent van de respondenten dat er te weinig data beschikbaar zijn over bestaande duurzaamheidsoplossingen. Tegelijkertijd wijzen BCH en WRC erop dat een aantal grote spelers al laat zien dat het zelf inzamelen van data ook werkt - en dat de juiste mindset soms belangrijker is dan een volmaakte dataset.

Het kan voor bedrijven makkelijk zijn om zich afwachtend op te stellen, maar BCG en WRC moedigen hen juist aan om actie te ondernemen. In het rapport beschrijven zij drie stappen die bedrijven kunnen zetten. De eerste stap is het prioriteren van duurzaamheid in de bedrijfsstrategie. Dat betekent: duidelijke doelen stellen, helder communiceren, en uitvoerbare programma’s ontwikkelen. De tweede stap is het integreren van verduurzaming in de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf, door progressie consequent en systematisch bij te houden en geregeld te berichten over de ontwikkelingen. De derde stap is het hervormen van het bedrijf, van de toeleveringsketen tot de manier waarop het gefinancierd wordt. Samenwerking met bedrijven die door dezelfde processen heen gaan, kan daarbij motiverend werken.

Het belangrijkste, concluderen BCG en WRC, is dat er gefocust wordt op progressie - niet op perfectie. Zeker voor bedrijven die in een vroege ontwikkelingsfase zitten en waarvoor een grootschalige transformatie nog ver weg lijkt, moet het motto zijn: ‘kleine stappen, snelle overwinningen’. Al die kleine stappen en veroveringen samen ‘zullen voor echte beweging zorgen en van waarde zijn voor individuele spelers en de industrie’.

Duurzaamheid
ipcc
klimaatverandering
parijsakkoord