Nieuw Antwerps retailconcept: collectief van dertig opkomende Belgische merken

Spaepen en De Grom zijn retail explorers, die nieuwe businessmodellen en concepten in retail testen. Modebibliotheek Les ReBelles d'Anvers was hun eerste concept in 2016, een uniek uitleensysteem waar ze duurzame mode aanboden. Uit dit experiment leerden Les Rebelles dat verkoop een pijnpunt is voor beloftevolle labels: grote oplagen, snelle levertijden, hoge huurkosten van een winkelpand … . Edo Collective neemt al die struikelblokken weg zodat iedereen de kans krijgt om te ondernemen. Het resultaat is een collectief van kennis en samenwerking dat zelfsturend en zelfondersteunend is, genaamd Edo Collective.

FashionUnited nam een kijkje bij Edo Collective en had een tête-à-tête met de bezielers voor een stand van zaken.

Edo Collective wordt gepromoot als een showroom, winkel en eventruimte. Wat kan je vertellen over het retailconcept?

De Grom: "Het Edo Collective stapt weg van de fast fashion marktregels en bepaalt volledig het eigen ritme en dat zie je in onze showroom annex winkel. Alle merken die deel uitmaken van het collectief gaan duurzaam, circulair en slow te werk. Die missie willen we nog meer naar buiten uitdragen via evenementen in het pand met de deelnemende merken. Zo staan er clean beauty masterclasses van Astrid Nieuwborg en workshops boekbinden met redo papers op de agenda. We organiseren ook maandelijkse meet & greets met de designers en makers."

Hoe kijken jullie terug naar de opstartperiode?

Spaepen: “We hebben geleerd dat je veel lawaai moet maken. De retailwereld blijft veranderen, we moeten disruptief denken om goede ideeën te vertalen naar een duurzaam businessmodel. Het is allemaal heel snel gegaan. In december kregen we groen licht voor het project, in maart tekenden we het huurcontract van het pand, begonnen we met de inrichting en zochten we naar een eerste groep van lokale en duurzame labels die mee in Edo Collective wilden stappen. De zomer, een vrij rustige periode, was het perfecte moment om alles te proefdraaien en het business model verder te verfijnen.”

De Grom: “Dit deden we in overleg met de voorlopige 25 mode-, interieur- en lifestyle labels. Op een tweewekelijkse avond bespraken we onze werking, deelden we onze kennis en ervaring, legden we onze bekommernissen op tafel en nodigden we experten uit om te praten over thema’s (PR, logistiek …) die de deelnemers van het Collective bezighielden.”

Naast showroom en winkel staat het collectief voor uitwisseling onder de vorm van circulaire services. Zijn er al concrete services ontstaan?

Spaepen: “Samen met de makers en designers zijn we nog aan het bekijken hoe ze naast verkoop elkaar kunnen ondersteunen in hun groei. Deze oplossingen kunnen gezamenlijk ingericht worden om individuele kosten te drukken (kunnen we samen een repair service of een kledinginzamelpunt inrichten?) of individueel (PR-advies, boekhoudkundig advies, fotografen ...). Labels die zich aansluiten bij Edo krijgen het recht (niet de plicht) om deel te nemen aan de uitwisseling van materialen, kennis … die binnen het collectief plaatsvindt en tot het service pakket dat in overleg wordt samengesteld.”

De Grom: “Tijdens een brainstorm avond kwam bijvoorbeeld al concreet naar voren om duurzaam en terugverstuurbaar verpakkingsmateriaal te creëren. Dat moeten we nog verder uitwerken, rekening houdend met budgetten en productietijden.”

Een ander concreet idee is dat het Collective een zelfsturende groep wordt. Hoe proberen jullie dit te bereiken?

Spaepen: “Momenteel ondersteunen wij de labels in hun verkoop en staan ze per beurtrol zelf in de winkel, zodat ze de verschillende aspecten van winkelbeheer onder de knie krijgen, van stockbeheer tot facturatie en klantenomgang. Een groot voordeel van dit systeem is dat ze de rest van de tijd kunnen gebruiken om met de creatieve kant van hun zaak bezig te blijven. Op termijn gaat onze rol verkleinen in de winkel en gaan we nog enkel optreden als mentor en mee nadenken over de toekomst van het collectief.”

De Grom: “En dat is nodig. We blijven tot volgende zomer op deze locatie omdat de eigenaar andere plannen heeft met het pand. Belangrijke vragen zullen dan gesteld worden, waar we ons nu al mee bezig moeten houden: Wat is de toekomst voor het Collective? Gaan we op zoek naar een ander pand? …”

Hoe gaan jullie dit financieel blijven ondersteunen?

Spaepen: “Voor de opstart van Edo kregen we financiële steun van Vlaanderen Circulair, het knooppunt en de inspirator voor de circulaire economie in Vlaanderen. We rekenen in de toekomst niet op extra subsidies, omdat er niet veel opties zijn voor mode. Dat geeft ons een boost om een business model uit te werken dat niet alleen zelfsturend is, maar ook zelfondersteunend. Beloftevolle starters kunnen een plekje huren bij Edo Collective. De huurkosten worden niet bepaald door het aantal vierkante meters, maar wel door de actieve bijdrage van de deelnemende merken. Er zijn verschillende formules, maar eigenlijk komt het erop neer dat de kosten lager worden naarmate een ontwerper meer tijd kan vrijmaken om de winkel open te houden en/of mee evenementen organiseert en voor een langere periode deel wil uitmaken van Edo.”

Wat zijn jullie toekomstplannen?

De Grom: “Uiteindelijk is het belangrijk dat het duurzame, slow en circulaire businessmodel van Edo Collective op lange termijn rendeert. Na een eerste succesvolle opstart in Antwerpen, willen we het concept op termijn introduceren in andere steden. De laagdrempeligheid trekt beloftevolle labels over de streep om mee in dit concept te stappen. Het samenbrengen van zoveel talent onder één dak versterkt ook ieders aanbod. Daarnaast staan we ook open voor kruisbestuivingsprojecten met creatievelingen uit andere sectoren.”

De ruim dertig opkomende duurzame Belgische mode-, interieur- en lifestyle labels van Edo Collective stellen zichzelf voor aan het grote publiek tijdens het openingsweekend 14 en 15 september.

Van onze Belgische correspondent. Het artikel verscheen woensdag 4 september op FashionUnited.be.

Foto’s: Edo Collective, credit Kykykongkong