Teder en Alegra worden één aan de Keizersgracht: "Onbekende merken hebben tijd nodig"
bezig met laden...
Onder de parterre aan de Keizersgracht 122C zit de nieuwe luxeboetiek van twee ondernemers die elkaar al even kennen: Bianca Boezewinkel Rivera, oprichter van het Latijns-Amerikaanse (LATAM) merkagentschap Alegra Collective, en Tosca Soraya Otten, de ontwerper achter kledingmerk Teder. Wat hen bindt is een gedeelde overtuiging dat mode méér moet doen dan esthetisch pleasen. In de nieuwe winkel - de eerste voor beide merken - staat die missie voorop.
De tekst gaat door onder de afbeelding
Creative concept space
Wat opvalt wanneer je de ruimte binnenstapt, is dat het geen klassieke winkel is. In de zaak met een selectief assortiment uitgestald op minimalistische displays worden ook evenementen georganiseerd en workshops gegeven. Er wordt vergaderd en ook ontworpen. Boezewinkel Rivera noemt het daarom een ‘creative concept space’.
In haar voormalige showroom aan de Elandsstraat werd al wel op afspraak gewinkeld. Ze voelde de behoefte om de deuren wijder open te zetten. “Ik wil dat mensen hier binnen durven te lopen zonder meteen het gevoel te hebben dat ze iets móéten kopen.” Bovendien zijn de merken waar ze mee werkt Latijns-Amerikaans en in de hoofdstad vaak nog onbekend. “Des te meer moet je ze kunnen zien, voelen, passen om de merkverhalen te leren begrijpen.”
De ondernemers vonden elkaar via een WhatsApp-groep met nog veel meer duurzaamheidsprofessionals. Boezewinkel Rivera miste zichtbaarheid en een vaste basis met een retailvergunning - een bekend verhaal voor Otten, die met haar studio op de derde verdieping aan de Vondelstraat verstopt zat. “Amsterdamse huren zijn crazy,” zegt Boezewinkel Rivera. “Als single founder is het fijn om die lasten niet alleen te hoeven dragen, maar ook om samen te sparren, successen te vieren én struggles te delen.”
Het was zoeken naar een locatie, tot het pand aan de Keizersgracht zich aandiende: souterrain, maar met een verrassend goede lichtinval. Het werd strak opgeleverd en was meteen bruikbaar. De verhuurder, Iris Maree, zelf tassenontwerpster, stapt mogelijk later nog in.
De tekst gaat door onder de afbeelding
Geef het tijd
Aan het begin van de week dient de creative concept space als kantoor en ontwerpruimte; op donderdag, vrijdag en zaterdag gaan de deuren open voor winkelpubliek. Boezewinkel Rivera staat er meestal alleen. “Tosca heeft twee kleine kinderen, dus ik vang het nu grotendeels op, en dat vind ik ook leuk.”
Een belangrijk onderdeel van het concept zijn de evenementen: pre-orderavonden, stylingsessies, en intieme bijeenkomsten waar klanten kunnen passen en als ze willen, bestellen. “Nieuwe, nog onbekende merken hebben tijd nodig,” zegt Boezewinkel Rivera. “Minimaal één jaar, zeg ik altijd. Tijdens zo’n event gebeurt er echt iets. Mensen raken enthousiast en achteraf krijg ik berichtjes: kan ik nog eens langskomen?”
Verfrissing uit LATAM
In de ruimte hangen de stukken van Alegra’s zorgvuldig samengestelde merkencollectief. Voorlopig zijn dat Canella, schoenen gemaakt van paiche, een vis uit het Amazonegebied. Inverna, gespecialiseerd in self-aged fur: alpacawol van dieren die door weersomstandigheden zijn omgekomen in de Andes. Veplen, met een collectie geïnspireerd op de weefkunst van basketry, rieten mandwerk vertaald naar luchtige linnens met handgemaakte details uit Lima. Amarena, eveneens gebaseerd op riet-technieken, maar dan toegepast op tassen. “Sommige mensen vinden dat ingewikkeld,” zegt Bianca, “maar anderen zien juist de schoonheid ervan. De vacht krijgt een tweede leven.”
In een concept space mag ook niet-mode liggen. Bijzonder trots is Boezewinkel Rivera op de onyx (half-edelsteen) schalen van het Mexicaanse merk La Maro, die net zoveel vertellen over de Latijns-Amerikaanse esthetiek als over het vakmanschap. “Ik noem het retail, maar eigenlijk is het een wereld die we laten zien.” Bezoekers reageren vaak verrast. “Ze herkennen de designs niet direct als Latijns-Amerikaans. Ze zeggen vooral: ‘het is verfrissend, ik kende dit nog niet’, en dat hoor ik graag.”
Teder voor het vrouwenlijf
Achterin de zaak staat de nieuwe collectie van Otten, ‘Becoming Water’, geïnspireerd op de poëzie van water, dat net als de vrouw en haar lichaam continu van vorm verandert. De stukken houden rekening met die transformaties - je moet er als vrouw in kunnen bewegen. Technisch geeft ze dat vorm met modulaire details: mouwen kunnen eraf, rokken kunnen helemaal open (te dragen als sjaal) en tops kunnen op meerdere manieren worden geknoopt. “Ik denk altijd na over hoe je met één stuk meerdere kanten op kunt,” zegt de ontwerpster, “hoe het makkelijker kan voor vrouwen.” Comfortabele, meestal natuurlijke stoffen ondersteunen dat gevoel. In de nieuwste collectie: zijde-linnen-katoenmixen uit Türkiye en BCI-katoenjacquard uit Portugal.
In de kleding zitten simpele details verborgen die pas na de uitleg hun genialiteit tonen. Een signatuur is de watersleeve, geleend uit de Chinese theatertraditie: een (te) lange golvende mouw die in beweging een soort rimpelend water lijkt. “Die zit er sinds mijn eerste collectie al in.” De reden? “Hij biedt schoonheid en bewegingsvrijheid.”
De grootste vooruitgang voor Otten is dat ze meer vrouwen ziet bewegen in haar kleding. “In het atelier was er geen ruimte voor retail. In de zaak zie ik mijn designs tot leven komen.”
De tekst gaat door onder de afbeelding
Talentenbundel
In de gesprekken met de founders valt op hoe de twee elkaar aanvullen. Waar Boezewinkel Rivera goed is in het scheppen van een community en het vertellen van merkverhalen, beheerst Otten de kunst van het kijken, om te leren welke designs het best werken voor haar klant.
De openingstijden zijn nog rommelig, maar mensen bellen regelmatig aan uit nieuwsgierigheid. (De Keizersgracht is geen typische winkelstraat). “Het is nogal een rollercoaster,” zegt Boezewinkel Rivera, “maar we zitten hier op onze plek en ik heb geleerd van het ondernemen: de aanhouder wint.”