• Home
  • Nieuws
  • Retail
  • Verkiezingen: Deze stellingen en standpunten kwamen naar voren tijdens het Nationaal Retail Debat

Verkiezingen: Deze stellingen en standpunten kwamen naar voren tijdens het Nationaal Retail Debat

Door Sylvana Lijbaart

bezig met laden...

Scroll down to read more
Retail|VERSLAG
Nationaal Retail Debat in Zeist op 6 november. Credits: Sylvana Lijbaart / FashionUnited

Het is algemeen bekend dat de Tweede Kamer verkiezingen dit jaar gepland staan op 22 november, nadat het kabinet officieel op 12 juli dit jaar omviel. En dat net op een moment wanneer er veel in Nederland speelt: de inflatie bereikt ongekende hoogten, er is sprake van een arbeidstekort en de huurprijzen rijzen de pan uit. Dit ontgaat ook de retailbranche niet. Jan Meerman, directeur van INretail, stelt dan ook: “De retail staat onder druk. De politiek moet er iets aan doen. Er is geen voldoende aandacht voor de retail. Sterker nog, het lijkt alsof we het pinbonnetje geworden zijn van de Tweede Kamer. Wij betalen voor de keuzes die de politiek heeft gemaakt. De politiek moet ondernemingsvriendelijk worden.”

INretail organiseerde op maandag 6 november het Nationaal Retail Debat waar zes partijen met elkaar in gesprek gingen aan de hand van vier stellingen die werden opgedragen door ondernemers uit de winkelstraat. FashionUnited reisde af naar Zeist en was aanwezig bij het debat.

Het debat vindt plaats in het inspirerende INretail-gebouw waar een lange, witte tafel staat opgesteld waar alle vertegenwoordigers van politieke partijen plaats aan nemen. Aanwezig zijn SP (Gerrie Elfrink), GroenLinks/PvdA (Joris Thijssen), D66 (Gerben Wijnja), VVD (Arend Kisteman), CDA (Frank Buijs) en BBB (Henk Vermeer). Het aanwezige publiek bestaat uit vertegenwoordigers van retailverenigingen, retailers en pers. Voor geïnteresseerden die niet aanwezig konden zijn, was er een livestream te volgen die tevens terug te kijken is op Vimeo.

Loonkosten moeten omlaag

De afgelopen jaren zijn de kosten voor ondernemers flink gestegen. Neem bijvoorbeeld de loon-, huur- en energiekosten. Deze kosten moeten wel terug te verdienen zijn. “We zien in de retail steeds meer ondernemers die in de problemen raken, omdat zij deze kosten niet meer kunnen betalen. Het is een probleem. Het lijkt erop dat het komende jaar de lonen in de kleding- en schoenenbranche zeker met tien procent kunnen stijgen, bovenop de stijgingen die we al doorgemaakt hebben”, vertelt Vincent Barink, eigenaar van een schoenenwinkel in Arnhem. En dus stelt Barink dat de lonen niet verder moeten stijgen, maar dat de loonbelasting juist omlaag moet. “Zo houden werknemers meer geld over om van te leven en kunnen wij, als ondernemers, verder met hun bedrijf.”

De SP is het eens met deze stelling. De loonbelasting moet omlaag. Volgens Elfrink moet iedereen met een modaal inkomen of lager meer overhouden. “Daarnaast moet het minimumloon omhoog”, vindt de SP’er. De partij BBB vult daarop aan: “Op korte termijn kunnen wij niet zomaar de inkomstenbelasting omlaag gooien. We moeten stappen maken in het minimumloon om te zorgen dat mensen voldoende koopkracht houden. Maar, een hele snelle stijging van het minimumloon zal de burger niks opleveren.” Vermeer geeft toe dat de overheid het anders aan moet pakken. “De toeslagen moeten eruit en we moeten zorgen dat een extra uur werken weer extra geld oplevert.”

Het CDA is het niet eens, maar ook niet oneens. “Wij willen het minimumloon laten stijgen totdat we in 2028 op de 16 euro per uur uitkomen, maar we zien ook het voordeel van het verlagen van de inkomstenbelastingen”, aldus Buijs. Ondernemerschap moet lonen, vindt hij. Anderzijds vindt de CDA’er dat de overheidsfinanciën in balans moeten zijn en doelt op het ophalen van genoeg belasting.

D66 stelt de ‘werkende armen’ te helpen door het minimumloon te laten stijgen. “Deze groep betaalt bijna geen belasting. Sterker nog, die groep krijgt toeslagen en help je dus niet met lagere belastingen.” Voor de middeninkomens moeten de inkomstenbelastingen wél verlaagd worden, merkt Wijnja op. “Zo loont het weer om te werken.” Ook de VVD is voor het laten stijgen van het minimumloon, maar niét met een percentage van meer dan twintig procent. “Zorg er vooral voor dat de belastingen naar beneden gaan. Op die manier wordt het weer interessant voor mensen om meer te gaan werken en pakken we tegelijkertijd het arbeidstekort aan”, aldus Kisteman.

Duurzaamheid moet haalbaar en betaalbaar zijn

Voor de tweede stelling staat Daan Broekman, eigenaar van de Rode Winkel en Thom Broekman in Utrecht, op uit het publiek. De modeondernemer wil graag verduurzamen, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Zo duurde het tien jaar om een bouwvergunning te krijgen bij de gemeente. “Die vergunning kregen we nu dus een half jaar te laat, want we betalen nu vijf procent rente, in plaats van twee procent”, vertelt hij. Bovendien maakt Broekman een puntentelling op. Hij wil boven zijn winkel namelijk appartementen bouwen. Wordt het sociale huur of middenhuur? “Ik denk dat ik de laatste ondernemer ben die überhaupt gaat bouwen, omdat de risico’s te hoog zijn én 25 procent van de appartementen boven je winkel sociale huur moet zijn.” Verduurzamen kost zóveel dat het eigenlijk geen zin heeft, stelt Broekman. Daarmee volgt de stelling: “Ondernemers willen wel verduurzamen, maar het moet haalbaar en betaalbaar zijn.”

Dat verduurzamen haalbaar en betaalbaar moet zijn, vindt ook de VVD. “Het heeft geen nut om regels en wetten op te leggen. Ondernemen moet leuk blijven”, aldus Kisteman. Groenlinks/PvdA betoogt dat er geen keuze is om te verduurzamen of niet. “We moeten ons aanpassen aan de plannen en de grenzen, maar bedrijven moeten het wel mee kunnen maken. Wij willen dat de subsidies, die vooral bij grote bedrijven terechtkomen, ook bij het MKB (het midden- en kleinbedrijf) terechtkomen. Maar, we gaan vooral niet sleutelen aan de doelen die we hebben staan”, vertelt Thijssen. “Het moet makkelijker worden om een lening aan te gaan, ook voor lagere rente.” Het CDA wijst op verschillen tussen wetgeving en regels op lokaal en landelijk niveau. “Maar wij willen op landelijk niveau zeker betere financiering voor het MKB om te verduurzamen”, aldus Buijs. D66 roept op een loket te openen. “Verduurzaming gaat gebeuren en daar kunnen we niet omheen. Het gaat erom dat we ondernemers moeten helpen met hoe ze verduurzaming aan moeten pakken. Er moet een loket komen waar vragen over verduurzaming en vragen over subsidies gesteld kunnen worden. Daarnaast moet er een groene financiering komen en moet er gekeken worden naar de regels.” De overheid moet nu naast de ondernemers gaan staan, aldus Wijnja. De SP vindt dat er beslissingen gemaakt moeten worden uit het oogpunt vanuit de ‘gewone’ ondernemer en niet vanuit het oogpunt van een multinational. De VVD is het daar niet mee eens.

Banken moeten financiering beschikbaar stellen

Dan is het de beurt aan Dirk-Jan van Tellingen, eigenaar van een meubelwinkel in Zeist. Van Tellingen merkt dat het als ondernemer moeilijk is om financiering bij de bank te krijgen. “Ik mis de passie voor het ondernemen bij de bank. Vroeger was het ‘de NMB [bank voor het MKB, red.] denkt met u mee’. Nu is het: ‘de bank zegt nee’.” Omdat de meubelondernemer geen financiering bij de bank kon krijgen, vroeg hij zijn schoonfamilie om hulp. “Dat was echt het laatste wat ik wilde doen, maar ik had geen keuze”, aldus Van Tellingen. De stelling: “De overheid moet banken dwingen financiering beschikbaar te stellen.” Volgens de meubelondernemer is het noodzakelijk dat er een creatieve manier van financieren komt waarbij de overheid een rol speelt.

De SP en GroenLinks/PvdA zijn het daarmee eens. “Amateurs beroven de bank en professionals verbreken de regels”, begint Elfrink zijn betoog. De SP’er doelt hierop dat de bankenwereld zichzelf van alles toe-eigent die niet van hem is. “Wij moeten als samenleving zelf kunnen bepalen wat we nodig hebben in ons land. We moeten controle hebben over de munt en de geldvoorraad. We moeten de bank dus kunnen dwingen.” Dat is volgens Elfrink mogelijk door een Nederlandse bank op te richten die de opdracht krijgt te investeren in het MKB. “Als er dan mensen zijn die toch via een commerciële bank willen cashen, mag dat ook. Maar het doel is wel de Nederlandse bank aantrekkelijker te maken dan een commerciële bank.” GroenLinks/PvdA wil InvestNL [het investeringsverikel vanuit de overheid, red.] ombouwen naar een investeringsbank voor het MKB.

D66 vindt het dwingen van banken om financiering beschikbaar te stellen een ‘onzalig idee’. “We hebben al te weinig concurrentie tussen banken, we hebben meer banken nodig. We moeten het makkelijker maken om een nieuwe bank te beginnen.” Wijnja wil juist dat het makkelijker wordt fans, familie en vrienden mee te laten financieren. “Het levert hen een fiscaal voordeel op en ondernemers krijgen een rentevoordeel.” De VVD is voorstander van een MKB-bank. “De overheid moet zich niet gaan bemoeien met wie wel of geen financiering mag ontvangen. Help de ondernemers en vooral met datgene waar zij te weinig kennis over hebben. Wij gaan banken niet verplicht om financiering uit te delen”, aldus Kisteman. Het CDA zit in het midden en wil meer invloeden van het middenveld en allerlei financieringen samenbrengen in een MKB-bank. Buijs noemt de British Business Bank als voorbeeld. “Die bank draait als een tierelier. Deze bank heeft een geweldige motor opgeleverd voor de Britse middenstand. De Britse economie is nu vergelijkbaar met Tsjechië en in het VK hebben ze gezien dat dat aangepakt moet worden. Datzelfde zien we in Nederland ook, maar wij willen niet dat de invloed van de overheid op banken groter wordt. We willen dat ondernemers makkelijker terecht kunnen bij een bank die voor het MKB staat.” Ook het BBB vindt dat er een MKB-bank moet komen.

Regionale ondernemers zijn vergeten in eerder overheidsbeleid

De laatste stelling komt van Janwillem Burgering, directeur bij NSO (een brancheorganisatie voor de tabaksdetailhandel), die zich zorgen maakt over de grensregio's. “We zijn te veel naar de Randstad getrokken en de grensregio’s hebben laten stikken.” Dat komt volgens de NSO-directeur vooral omdat de belastingen in Nederland veel te hoog zijn. “Er is geen enkele belasting die lager is dan in ieder Europees land.” De stelling: “Ondernemers in de grensregio’s verdwijnen door foutief overheidsbeleid.”

Om het kort te houden, is iedere partij het hiermee eens. Zo geeft het CDA toe dat retailers grote problemen hebben om hun klanten vast te houden. “Zo’n beetje alles is goedkoper over de grens”, aldus Buijs. De VVD erkent dat de regio’s vergeten zijn en wil kijken naar nieuwe wetgeving. Maar, we moeten niet vergeten dat er ook al veel wordt ondernomen in regio’s, vindt Kisteman. “Neem bijvoorbeeld de aanpak voor winkelgebieden. Het is wel zo dat we beter naar de aanpak moeten kijken.” D66 wil meer toerisme gaan inzetten om dit probleem aan te pakken en onderstreept dat het veel beleid zal vragen, maar dat het wel écht nodig is. Ook BBB is het ermee eens en onderstreept nog eens dat er tijdens de coronacrisis zo’n 500 miljoen euro extra aan accijns binnenkwam. GroenLinks/PvdA knikt ook, maar heeft nog geen plan van aanpak. Tenslotte sluit de SP af met het idee belastingen te verlagen. “Ondernemers verdwijnen inderdaad door foutief overheidsbeleid.” Daar voegt het CDA nog aan toe dat belastingen Europees afgesproken zouden moeten worden. Kortom, het probleem van een gefaald overheidsbeleid wordt erkend, maar is niet zomaar op te lossen. Wel is duidelijk dat de politiek ervoor openstaat dit probleem aan te pakken.

En daarmee komt het debat tot een einde. De directeur van INretail vindt dan ook dat er nog weinig concreet is. “We zoeken naar concrete voorstellen, dus dat wil ik de vertegenwoordigers van de politieke partijen meegeven. Bovendien: Maak van MKB de norm. Maak wetgeving vanuit het oogpunt van het MKB. Als jullie niet oppassen, maken jullie het ondernemerschap zo onaantrekkelijk. Het moet leuk zijn om ondernemer te zijn en dat is het nu niet. Daar heeft de overheid een groot aandeel in. Het MKB is nu een pinautomaat van de overheid, hou daarmee op!”

verkiezingen