Vraagtekens bij komst nieuwe outletcentra
bezig met laden...
Is het wel verstandig om een outletcentrum te openen in deze tijd? Dat is de vraag die veel winkeliers, gemeenten en provincies bezig houdt. Ja, zeggen gemeenten, er worden extra bezoekers naar de stad getrokken en er komt meer werkgelegendheid. Nee, zeggen winkeliers en vastgoedeigenaren van bestaande winkels, er is al genoeg leegstand. En dus komt er meer onderzoek naar de potentiele waarde van de outletcentra, meldt de Telegraaf.
De ontwikkeling van het outletcentrum bij het TT circuit in Assen staat voorlopig on hold. De gemeente en Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe hadden er wel oren naar, hun conclusies baserend op een rapport van onderzoeksbureau Ecorys. Verwacht wordt dat er zo’n 10.000 bezoekers per week op af zullen komen. Er wordt gerekend op 1,5 miljoen bezoekers per jaar, zowel binnenlandse als buitenlandse bezoekers.
Het nieuwe outletcentrum zou de ontwikkelingen in de regio aanjagen, en hoewel het centrum 6 kilometer buiten de binnenstad zou verrijzen, zou dat juist de stroom bezoekers naar de binnenstad trekken. Dat er vijftig kilometer verderop ook een outletcentrum bij Winschoten zou komen, deed niet ter zake. De ondernemers waren een stuk minder blij; met 17.500 nieuwe vierkante meters winkeloppervlak in de regio zagen zij de bui al hangen. De Statenfracties van onder meer GroenLinks en CDA, en Brancheorganisatie INretail stonden eveneens aan de ondernemerskant, en dus werden er kritische vragen gesteld tijdens het debat met de Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. "Er is nu al vijftien procent leegstand in de binnenstad van Assen, dat is het dubbele van het landelijke gemiddelde. Een outletcentrum zal een negatief vliegwieleffect hebben", schetste een spreker tijdens het debat.
Het had effect; het college heeft besloten dat er eerst meer onderzoek moet worden gedaan naar de effecten van zo’n outletcentrum op bestaande winkels. Gedeputeerde Tjisse Stelpstra: "We gaan kijken wat de effecten zijn van zo'n outletcenter. Daarbij kijken we verder dan alleen Assen. Als we daar duidelijkheid over hebben, komt de vraag waar het zou kunnen." INretail laat in een reactie op het besluit weten: “Het zal duidelijk worden dat er geen toekomst is voor een outlet als tegelijkertijd ingezet wordt op het behoud en versterken van de aantrekkingskracht van de binnesteden en dorpscentra.” Toevoegend: “Het groen licht geven voor de komst van een factory outlet is voor bestaande winkeliers een paard van Troje.”
Veel discussie over toekomstige outletcentra
Ook andere toekomstige outletcentra staan ter discussie. Zo werden er in Winschoten en Zevenaar al verhitte debatten gevoerd over het nut van een toekomstig outletcentrum. Onlangs werd er groen licht gegeven aan de Spaanse projectontwikkelaar Neinver voor het outletcentrum Halfweg bij Amsterdam, maar daar ging een jarenlange strijd aan vooraf. Vooralsnog wordt dit het vierde outletcentrum in Nederland, na Roosendaal, Lelystad en Roermond. Outletcentrum Halfweg zal zo’n 18.000 vierkante meter aan winkeloppervlakte hebben, waar zeker 150 winkels komen. Eerder nog maakten outletcentra Roosendaal en Lelystad bekend dat ze flink gaan uitbreiden. Dit jaar start ‘de tweede fase’ van het outletcentrum in Roosendaal: de bouw van 45 extra winkelpanden, waarmee de verkoopoppervlakte met ruim de helft wordt vergroot. De vraag om extra winkeloppervlakte komt vooral vanuit de merken, maar ook vanuit de regionale economie waarin Rosada een belangrijke pijler vormt.
‘Provincies moeten strenger optreden bij plannen voor outletcentra’
Tegenstanders, vaak winkeliers en vastgoedhouders van bestaande panden wijzen op de leeglopende winkelcentra in de binnenstad. De leegstand bedraagt landelijk zo’n 7,5 procent, maar in sommige gebieden is het aantal leegstaande winkels al opgelopen tot 20 procent, schrijft de Telegraaf. Een outletcentrum zou voor nog meer leegloop zorgen, met een verpauperde binnenstad als gevolg.
Gemeenten zijn veelal positief over outletcentra, want zo’n centrum zorgt voor meer werkgelegenheid, en ze verwachten dat consumenten van ver komen voor afgeprijsde designerkleding. Ontwikkelaars menen dat tegenstanders slechts de innovatie tegenhouden, en dat ze de belangen behartigen van de zittende retailers, die verantwoordelijk zouden zijn voor de leegloop van de stadscentra door vast te houden aan ouderwetse winkelconcepten.
De provincies moeten veel strenger gaan optreden bij de komst van nieuwe outletcentra, stellen tegenstanders. Zo moeten provincies meer naar de grote lijnen kijken en bepalen hoeveel ruimte er is voor extra winkels en vaker gebruik moeten maken van hun bevoegdheid om plannen van tafel te vegen. Detailhandel Nederland deed onderzoek naar verkiezingsprogramma’s van provinciebesturen en concludeerde dat provincies wel degelijk het licht hebben gezien. Zo zouden provincies strenger sturen op het bijbouwen van winkels en regionale afstemming van gemeenten. “Na de ontwikkeling van het outletcentrum in Halfweg is de outletgroei in Nederland voorbij,” zegt Detailhandel Nederland in de Telegraaf.
Volgens Cees-Jan Pen, Devastgoedlector aan de Fontys Hogescholen, krijgen gemeenten een te rooskleurig beeld voorgeschoteld. In de Telegraaf zegt hij: “Het gebeurt nog te vaak dat een ontwikkelaar met een maquette langskomt bij een gemeente en die direct om is. Je hoort bij al die plannen mooie vergezichten over werkgelegenheid, de banen vliegen je om de oren. Maar wat er aan werkgelegenheid op de ene plek bijkomt in de retail, gaat op een andere plek verloren. Die markt als geheel groeit niet. Maar daar hoor je nooit iemand over.”
Nederland heeft momenteel drie outletcentra. In 2001 werd Bataviastad in Lelystad geopend. Designer Outlet in Roermond is de grootste van Nederland. In 2006 opende factory outlet centrum Rosada in Roosendaal. In 2017 wordt naar verwachting de nieuwe outlet in Halfweg (Amsterdam) geopend. De beheerder van Rosada in Roosendaal wil in 2018 een outletcentrum openen in Zevenaar.