• Home
  • Nieuws
  • Beurzen
  • Het streven naar duurzaamheid neemt nieuwe vormen aan tijdens Kingpins

Het streven naar duurzaamheid neemt nieuwe vormen aan tijdens Kingpins

Door Marthe Stroom

bezig met laden...

Scroll down to read more
Beurzen|VERSLAG
De beursvloer van denimbeurs Kingpins in evenementenlocatie SugarCity aan de Halfweg in Amsterdam. Beeld: FashionUnited

Voor degenen die denimbeurs Kingpins deze week de eerste keer bezoeken, is de ingang van de beurs vanaf het nabijgelegen treinstation makkelijk te vinden. Een rits aan in denim geklede mensen stroomt dezelfde richting uit en nog voordat de beurs opent vormt zich al een rij voor de ingang van de evenementenlocatie SugarCity in Amsterdam. Ook dit jaar weer komen de bezoekers van overal, sommigen nog met hun rolkoffer aan de hand. In de rij worden foto’s genomen van de meest opvallende all-denim outfits. De opgewekte sfeer en het zicht van bekenden die elkaar buiten in de rij al tegenkomen, wekt de verwachting van een levendige editie.

Bij het verkennen van de beursvloer, waar net als vorig jaar bijna honderd exposanten te vinden zijn, blijkt dat oplossingen voor duurzaamheid deze editie leidend zijn. Hoewel dit onderwerp al meerdere jaren relevant is, neemt het nu nieuwe vormen aan, zo blijkt uit gesprekken met standhouders. Merken durven hierin volgens hen vaker de volgende stap te zetten in de vorm van tijd of geld. Zo worden ook langer bestaande technieken waar de laatste tijd meer animo voor is ontstaan, extra in de spotlight gezet. Bezoekers en standhouders spreken over aankomende Europese wetgeving omtrent duurzaamheid en de verwachtingen van Gen Z. Termen als zero-waste, lage-uitstoot en deadstock zijn overal te zien, vaak in samenspel met een breed scala aan certificaten. De stands die geen duurzame beloftes promoten, springen er als uitzondering uit.

Net als tijdens de laatste editie, komen onderwerpen als inflatie en problemen in de toeleveringsketen weinig aan bod. De aanwezigen gaan uit van een herstellende trend op korte termijn of zien de uitdagende economische omstandigheden inmiddels meer als business as usual. Hoewel standhouders - wanneer FashionUnited ze ernaar vraagt - erkennen dat het de zaken nog steeds bemoeilijkt, focussen zij zich liever op de mogelijkheden.

Een deel van Kingpins' Most Sustainable Product (MSP) collectie, ontworpen door Piero Turk, gefabriceerd door Denim House en gewassen door Tonello. Beeld: FashionUnited.

Standhouders op Kingpins: ‘Merken nemen steeds vaker de volgende stap voor duurzaamheid’

“Iedereen wilt duurzaamheid”, dat is de boodschap die bij vrijwel alle stands die FashionUnited bezoekt als eerste aan bod komt. Ook Melahat Ustundag, verantwoordelijk voor verkoop en marketing bij Kilim Denim, vertelt hoe inmiddels iedereen naar duurzame technieken vraagt. Een laatste ontwikkeling is volgens haar dat vooral biologisch afbreekbare kleding sinds kort in trek is. “Daarom pushen we dit soort innovaties extra.” Kilim maakt onder andere gebruik van Asahi Kasei's innovatie Roica V550, het eerste afbreekbare stretch garen, dat ook gebruikt wordt in collecties van Artisitic Milliners, Candiani en Prosperity, elk getoond op de beurs.

Bij de stand van garenproducent Asahi Kasei vertelt assistent-manager van de Roica divisie Hiroaki Shinohe dat het Roica V550 garen oorspronkelijk helemaal niet bedoeld was als innovatieve duurzaamheidsoplossing. In 2016, “toen de duurzaamheidstrend een boost doormaakte”, besloot Roica het alternatieve garen te testen op afbreekbaarheid, zo legt hij uit. Zodoende werd het in de markt gebracht als duurzame optie. De promotie van het garen begon al zo’n vijf jaar geleden, maar het gebruik van biologisch afbreekbare materialen was volgens Shinohe toen nog niet zo “booming” als nu, waardoor grootschalig succes achterbleef. “Merken zochten toen meer naar gerecyclede materialen, zoals de pre-consumer gerecyclede Roica EF.” Inmiddels is de interesse in biologisch afbreekbare materialen sterk gegroeid, zo zegt Shinohe, de observatie van Ustundag beamend. Maar, dit hangt volgens hem wel af van het materiaal. “In de katoen en tencel markt is dit veel voorkomend, maar voor polyamide en polyester gaat het vooral nog om gerecyclede materialen. Synthetische materialen kunnen niet zo makkelijk gecombineerd worden met V550.”

Ook hennep wordt sinds kort vaker overwogen als de volgende stap in het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen, zo vertelt Marta Cabo, ontwerpleider van Artistic Denim Mills (ADM). “Hier op de stand bespreken we vooral stoffen, constructie en duurzaamheid. Iedereen wil weten hoe het duurzamer kan. Gerecycled katoen is hierbij een goede start, maar sommige merken gaan een stap verder, met bijvoorbeeld hennep.” De hoge kosten van Hennep zijn voor een hoop merken volgens Cabo echter nog een belemmering. "Als het betaalbaarder zou zijn, zou iedereen het gebruiken. Ik hoop dat we het in de toekomst in meer winkels zullen zien hangen."

Franse hennepproducent Marmara Hemp lijkt hierop in te spelen met hun "eerste gecertificeerde duurzame gekatoeniseerde hennepvezel”. Op het eerste gezicht roept deze beschrijving, die op een poster aan de stand staat, vragen op. Want wat is een gekatoeniseerde hennepvezel eigenlijk? Volgens Hervé Denoyelle, Marmara’s vice president sales en marketing, is dit de vraag die hij die middag het meest heeft gekregen. In een notendop is gekatoeniseerde hennep een hennepvezel die zo is aangepast dat het op dezelfde wijze gesponnen kan worden als katoen, legt Denoyelle uit. “Omdat katoen op grotere schaal gebruikt wordt, maakt dit hennep betaalbaarder. Er zijn immers vele duizenden katoenfabrieken op de planeet, een stuk meer dan hennepfabrieken.”

Denoyelle bevestigt Cabo’s visie dat hennep steeds vaker overwogen wordt door merken die hun duurzaamheid willen ontwikkelen. “Deze technologie bestaat al een tijdje, maar het valt op dat er de laatste tijd meer vraag naar is.” Ondanks inflatie en problemen in de toeleveringsketen, zijn merken zich volgens Denoyelle steeds bewuster van hun verantwoordelijkheden. “Er is natuurlijk nog steeds veel greenwashing, maar ik denk dat de initiatieven vaker oprecht zijn. Dit komt vooral door hoe consumenten zich opstellen. Zij hebben steeds meer kennis.” Wel is prijs volgens hennepproducent nog steeds een belemmerende factor, “maar dat is juist waar ons product een rol kan spelen.”

Tas en broek aan de stand van Marmara Hemp. Beeld: FashionUnited

Wetswijzigingen zetten denim-spelers ertoe nieuwe opties te verkennen

Sourcing platform Material Exchange lanceert op de openingsdag van Kingpins hun ‘deadstock depot’, een nieuw digitaal platform waar hun netwerk van molens deadstock tonen, die kledingmerken vervolgens kunnen bestellen. Het is druk bij de stand en de hoofd strategie van het bedrijf, Ben Felton, zegt dat ze tot dusver een goede dag hebben. “Deadstock is een groot probleem, dat pas recentelijk begrepen is. Met Gen Z die steeds meer afstand neemt van fast fashion denk ik dat we bij een punt zijn beland waar merken bereid zijn meer drastische manieren van duurzame productie te proberen. Maar, ze willen nog niet alles omgooien. Daarom kijken merken nu vooral naar bijvoorbeeld limited editions om de markt te testen op nieuwe duurzame technieken. Het is nog niet commercieel genoeg om er echt in te duiken. Dit soort bewegingen staan nog in de kinderschoenen, maar maken een groei door.”

Regelgeving en wetgeving is hierbij volgens Felton een belangrijke factor. “Veranderingen in wetgeving dwingen merken als het ware om nieuwe duurzaamheidsmethodes te testen." Hierbij is volgens hem niet alleen interesse van merken zelf, maar ook vanuit de overheid. Zo vertelt Felton dat er eerder die dag nog een overheidsvertegenwoordiger aan zijn stand te stond. Van welk land lichtte hij liever niet toe, maar Felton gaf wel weg dat de bezoeker de productie-industrie vertegenwoordigde en iets met deadstock wil doen om afvalproblemen op te lossen.

Ook bij een hoop andere stands komen aankomende wetgevingen aan bod. Nienke Steen, hoofd kleding, textiel en schoeisel bij Cradle to Cradle Products Innovation Institute, ziet nieuwe regelgeving als nodig om consument en massa mee te krijgen. “Jongeren zoeken niet snel dure, innovatieve collecties op, dat is qua budget vaak niet haalbaar. In plaats daarvan zoeken zij het nu in de tweedehandshoek. Door middel van wetgeving kunnen grootschalige oplossingen ontstaan die dan ook weer beter betaalbaar zijn.”

Op de beurs worden ook meer toegankelijke manieren getoond om denim-ontwerpen duurzamer te produceren. Zo wil denim-fabriek Crescent Bahuman het onnodig opsturen van samples voorkomen met hun ‘handfeel index’. “Een probleem met denim is dat je de stof echt moet voelen om te beslissen of je ermee verder wilt”, zo vertelt Abdullah Zia, assistent vice president van Crescent Bahuman. “Daarom ontwikkelden we een rating voor hoe zacht de katoen is. Zo kunnen mensen aan de hand van een foto en beschrijving toch een goede indruk krijgen. Het initiatief is geboren in de corona periode, maar we willen ermee doorgaan omdat het de CO2-voetafdruk kan verminderen.” Ook Zia is echter wel realistisch over de tijd die het kost om een duurzame methode tot de norm te maken. “Het zal nog zeker twee tot vijf jaar duren voor de tool echt wordt opgepakt. Er is een barrière om te doorbreken.”

Al met al gaf Kingpins een duidelijke voorstelling van de mate waarin de denim-industrie stappen zet naar een duurzamere werkwijze. Technologieën en materialen die voorheen door fabrieken en merken als te hoog gegrepen beschouwd werden, zien zij nu langzaam maar zeker als steeds toegankelijker. Ontwikkelaars van nieuwe technologieën en methodes voorzien eenzelfde pad voor hun producten, of het nou om simpele- of complexe oplossingen gaat. Het kost tijd om wat nieuw is tot de norm te laten groeien, maar de gesprekken die op de beursvloer gehouden worden, lijken hier in elk geval al bij te helpen.

Denim looks tentoongesteld in de Kingpins ‘Vintage Showroom’. Beeld: FashionUnited
Lees ook:
Denim
Kingpins
Kingpins Amsterdam
Spotlight