CPB voorspelt economische krimp van zes procent en verdubbeling van werkloosheid
bezig met laden...
Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de Nederlandse economie dit jaar met zes procent zal krimpen als gevolg van de coronapandemie. Dat is te lezen op de website van de NOS. Volgend jaar volgt beperkt herstel: dan groeit de economie met drie procent. In de tussentijd zal de werkloosheid verdubbelen. Dit verwachtingspatroon ligt niet ver van het ‘donkere scenario’ dat het CPB in maart schetste. Dat scenario liet een krimp van 7,7 procent zien.
Het CPB benadrukt dat het gaat om voorspellingen, op basis van de huidige situatie. Hoe de economie zich daadwerkelijk zal ontwikkelen, is afhankelijk van het verloop van de coronapandemie. Het herstel kan enerzijds versnellen, als verdere versoepeling van de coronamaatregelen optimisme onder consumenten teweegbrengt. Het CPB houdt er ook rekening mee dat consumenten het geld dat ze tijdens de coronacrisis hebben bespaard, volgend jaar extra kunnen uitgeven. Dan stijgen mogelijk de investeringen van bedrijven, en blijft de werkloosheid beperkt.
Voorwaarde voor deze positieve uitwerking is dat er geen tweede besmettingsgolf komt. Mocht dat toch gebeuren, dan kan de economie juist verder krimpen. De krimp loopt dan door tot in 2021. De werkloosheid zal in dat geval stijgen naar tien procent en de staatsschuld kan oplopen tot ruim 75 procent van het bbp. Mocht in landen waarmee Nederland handel drijft het herstel uitblijven, dan zal dat de Nederlandse economie ook negatief beïnvloeden, meldt het CPB.
De ramingen van het CPB zijn belangrijk voor het kabinet. "Er zijn heel veel instituten en economen die voorspellingen doen. Maar dit is de raming waar het Nederlandse kabinet mee rekent," aldus economie-verslaggever Nik Wouters in het NOS-artikel. De gevolgen van de economische ontwikkeling zijn bepalend voor de overheidsbegroting. Mocht de huidige voorspelling van het CPB kloppen, dan dalen de belastinginkomsten, neemt het aantal werkloosheidsuitkeringen toe, en moet er meer geld worden uitgegeven om bedrijven gedurende de crisis overeind te houden. Het CPB noemt die consequenties ‘groot, maar draaglijk’.