Eerst de vrouw, dan de kleren: de hand van Phoebe Philo
bezig met laden...
Phoebe Philo gaat het zelf doen. Na een denderend decennium als hoofdontwerper bij Chloé en Celine (toen nog: Céline), gevolgd door vijf jaar oorverdovende radiostilte, is het in september zo ver: dan lanceert Phoebe’s eigen modehuis, opgericht met steun van luxeconcern LVMH. Het label zal haar naam dragen. En dat is niet zomaar een naam: de woorden Phoebe en Philo zijn tegenwoordig genoeg om duizenden modefans in katzwijm te laten vallen. Maar waar staat de naam Phoebe Philo nu eigenlijk voor? Wat heeft haar werk tot dusver gekenmerkt en wat kunnen we van haar label verwachten?
Een stout kind uit Londen
Phoebe Philo werd geboren in Parijs als kind van Britse ouders. Toen ze twee was verhuisde het gezin naar Londen, waar Philo opgroeide. In haar tienerjaren was ze naar verluidt al bezig met het pimpen van haar eigen kleding. Dat ze na de middelbare school ging studeren aan de gerenommeerde mode-academie Central Saint Martins, lag dan ook in de lijn der verwachting. Philo studeerde in 1996 af. Haar afstudeercollectie, zo blikte The Guardian enkele jaren later terug, werd gekenmerkt door ‘Latino invloeden en giga gouden juwelen’ en toonde volgens de krant Philo’s ‘kunde op het vlak van zowel snit als styling’.
Aan de academie was Philo bevriend geraakt met Stella McCartney, die een jaar voor Philo was afgestudeerd en op haar vijfentwintigste aan de slag was gegaan bij het klassieke Franse modehuis Chloé. Niet lang nadat Philo klaar was bij Central Saint Martins voegde ze zich bij McCartney. Officieel was ze daar ontwerpassistent, maar volgens het Britse maandblad The Face was Philo daarnaast de ‘stylist, vriendin, casting-adviseur, therapeut, muze en rechterhand’ van McCartney bij Chloé.
Het was op het eerste gezicht een gekke combinatie: het beschaafde Chloé, gestuurd door twee jonge, rebelse meiden uit Londen. McCartney droeg oversized colberts, Philo een set gouden tanden. “We waren onafscheidelijk,” zei McCartney in 2014 tegen Time Magazine over haar samenwerking met Philo. “In Parijs werkten we zij aan zij, de stoute kinderen uit Londen in het modehuis Chloé.”
De Chloé-jaren
McCartney drukte een flinke stempel op Chloé. Ze combineerde eigentijdse stijlen met vintage invloeden en brutale prints. De voorjaarscollectie 2000 is hiervan een goed voorbeeld: er waren pakken bij met puntige revers en opengewerkte tops met franjes, maar ook een piepkleine gouden bikini en een T-shirt met een opdruk van een doodskop met konijnenoren. McCartney’s collecties waren doorspekt met invloeden uit de clubscene en elementen van lingerie. ‘Speels, sexy romantisch’ en ‘uitgesproken Brits’, schreef AnotherMag over haar collecties. “Een combinatie van Savile Row-vakmanschap en girl power cheekiness.”
Al was ze officieel ‘tweede vrouw’, Philo zou destijds ook een aanzienlijke rol hebben gespeeld in het ontwerpen van de collecties. Toen McCartney in 2001 bij het merk vertrok om haar eigen label te starten, bleef Philo aan als hoofdontwerper. Hoewel Philo al een paar jaar bij het huis werkzaam was, zorgde ze in haar eentje voor een nieuwe omslag bij Chloé. Haar werk was minder direct, minder rock ‘n roll, en ging meer richting soepele, nonchalante elegantie. Haar eerste eigen show voor Chloé in 2002 toonde veel luchtig wit met weelderige bloemen en opengewerkte stoffen. De looks waren nog steeds sexy, maar minder expliciet en uitdagend.
Philo bleek een haarfijn instinct te hebben voor wat er in het leven van jonge vrouwen speelde en wat daarvoor nodig was. “Phoebe Philo raakt een snaar die bijna niemand anders kan raken”, schreef Vogue-criticus Sarah Mower over de voorjaarscollectie van het jaar 2005: “Een groove van losse, nonchalante lieftalligheid.” Daarin figureerden losvallende jurkjes, rokjes en blouses in glanzende stoffen, met kanten randjes en en met ruches. Opvallend genoeg was het resultaat niet dromerig of delicaat maar juist ongedwongen en cool, door de combinatie met casual sjaaltjes en militaire jasjes en de halfopen knoopsluitingen. De collectie had ‘de onbeschrijfelijke ‘it’-factor’, aldus Mower.
Die ‘it-factor’ had ook de Paddington, een tas van soepel leer waaraan een groot slot bungelde, die Philo in 2005 introduceerde. De tas werd gedragen door de sterren van die tijd, zoals de zussen Hilton, Nicole Richie en Mischa Barton. In het jaar dat de tas geïntroduceerd werd, steeg de omzet van Chloé wereldwijd met zestig procent.
Gedurende haar vijf jaar bij Chloé hield Philo continu de vinger aan de pols. Van chique zomershorts tot feestelijke colberts en zachte wintermantels met zakken, steeds weer trof Philo het gouden midden tussen schoonheid en functionaliteit, elegantie en nonchalance. Haar collecties bleven bovendien vernieuwend. Zelfs de laatste collectie die Philo voor het modehuis maakte verleende aan Chloé nog een ‘frisse vorm, proportie en levenskracht’, zo schreef Mower destijds. De voorjaarscollectie 2006 bevatte witte A-lijnjurken met broderie, strokenrokken en nette jasjes, gebaseerd op het oma-chique van de jaren zestig maar onmiskenbaar modern door de heldere lijnen van de snits.
Philo verliet Chloé in 2006 om zich te kunnen richten op haar gezin. Die stap was niet gebruikelijk voor een vrouw aan de top van haar carrière, maar wel begrijpelijk. Daarnaast was deze typerend voor hetgeen waar Philo als mens en ontwerper voor stond: eerst de vrouw, dan de kleding.
Bij Céline
De vroege jaren nul werden getekend door een celebrity-cultuur waarin faam en weelde openlijk tentoon werden gespreid via dure tassen, strass-stenen en grote zonnebrillen. Maar mode is en blijft een systeem van reacties - dus kwam ook hier de keer in, met de opkomst van minimalistische mode in de tweede helft van het decennium. Tekenend voor die ontwikkeling is de lancering van Cos, de minimalistische keten van H&M, in 2007. De opkomst van dit minimalisme werd versterkt door de kredietcrisis die volgde. Die betekende een terugkeer naar tijdloze looks met minder opsmuk en een lagere ‘price per wear’. “The new mood in fashion is serious”, kopte Vogue.
Er diende zich ook een ander vrouwbeeld aan: het meer realistische imago van een werkende vrouw, die niet zo veel op had met glitter en glamour, maar eenvoudige stukken wilde die praktisch waren en comfortabel, maar toch klasse uitstraalden. In 2008 trad Philo aan bij het luxe sportswearmerk Céline - en gaf vrouwen precies dat.
Haar eerste collectie was de resortcollectie 2010. Deze werd meteen met gejuich ontvangen. ‘Zelfverzekerd’, ‘spot-on’ en ‘vrouwvriendelijk’, beschreef Nicole Phelps de collectie op Vogue Runway. De collectie was piekfijn gesneden en elegant, zonder al te veel poespas, maar met geraffineerde details als voorzichtig asymmetrische zomen en stoffen met een subtiele metaalglans. Een contrast met de meer exotische jetset-looks van voorgangers Michael Kors en Ivana Omazic, met hun tropische plantenprints, oceaankleuren en verwijzingen naar de tennis- en autosport.
Philo was in de tussentijd zelf een paar jaar ouder geworden, en daarmee was ook haar hand van ontwerpen veranderd. Dat bleek ook uit de voorjaarscollectie van 2010, een van lange pantalons met wijde tops en simpel ogende leren jurkjes. Minder laagjes, minder knoopjes, minder riempjes, meer focus op belijning en op materiaal. “Ik dacht: ik ruim een beetje op,” zei Philo zelf over de collectie. Zelf beschreef ze haar nieuwe pad als ‘hedendaags minimalisme’. Sarah Mower zag de ‘precieze lijnen en de simpele formule van luxueuze, sportieve elementen’ als de uitkomst van ‘een missie om klassieke functionaliteit sexy te maken’. De kracht van de collectie straalde misschien niet van de catwalkfoto’s af, schreef Mower, ‘maar iedere jonge vrouw in de zaal voelde het’. Na afloop van de show ging er volgens de criticus een collectieve zucht van begeerte door het publiek. Die begeerte zou zich later naar torenhoge verkoopcijfers vertalen.
Voor elk moment
Met de collecties die daarop volgden sloeg Philo keer op keer de spijker op de kop. Van de werkvloer tot de eettafel, naar de club en terug: het Céline van Philo was er voor elk moment van de dag. Flatteuze broeken, elegante blouses, stevige breisels, gestructureerde mantels, vrouwen konden er alle kanten mee op. De aanvankelijke zwaarte van de recessie trok weg, impulsaankopen keerden terug, maar het werk van Philo bleef ingetogen. De kalme zelfverzekerdheid van haar werk ging voorbij aan de kredietcrisis, evenals de vraag van vrouwen naar de moderne, veelzijdige luxe die Philo bood.
De collecties van Philo waren er niet alleen voor elk moment van de dag, maar ook voor vrouwen in allerlei fasen van hun leven. Dat laatste maakte Philo duidelijk in de fotocampagnes van Céline, waarvoor modellen van uiteenlopende leeftijden werden gevraagd. In 2015 poseerde de Amerikaanse schrijver Joan Didion, toen tachtig jaar, voor Céline in een zwarte jurk en levensgrote zonnebril.
Philo refereerde soms zelf naar haar werk als zijnde minimalistisch, zoals bij de presentatie van de voorjaarscollectie 2010. Ook door anderen werd ze als minimalist bestempeld vanwege haar beperkte gebruik van versiersels en prints. Maar wie Philo’s werk als puur minimalistisch beschouwt, benadrukt de serieuze kant van haar werk en mist de durf en de speelsheid die in de loop der jaren de kop opstaken.
Voor het voorjaar van 2013 introduceerde Philo grote slippers en knalgele, fluffy pumps, in 2014 een collectie met graffiti-achtige prints en geometrische uitsnijdingen. De voorjaarscollectie van 2017 bevatte een jurk met een opdruk die was afgeleid van een Yves Klein-schilderij. Steeds vaker kwamen er felle kleuren en oversized silhouetten voorbij, hier en daar zelfs een conceptueel grapje, zoals pumps die eruit zagen als blote voeten met roodgelakte teennagels (voorjaar 2013) of riemen in de vorm van uitvergrote kettingschakels, bezaaid met glittersteentjes (najaar 2016). Philo’s laatste show voor Céline, kort voor haar plotselinge vertrek in 2018, toonde zowel klassieke draperieën als gedeconstrueerde jassen met Balenciaga-esque schouders.
Een eigen handschrift
Het handschrift van Philo, kortom, laat zich niet makkelijk in een paar woorden vatten. Haar werk groeide in de jaren bij Chloé en Céline sterk mee met haarzelf als vrouw, maar ook met de vrouwen om haar heen, van jong en ongedwongen tot zelfbewust en artistiek. De vraag wat Philo’s eigen label zal brengen kan misschien het best worden vertaald naar de vraag: waar hebben vrouwen van nu behoefte aan? In de nasleep van Covid-19 en met aanhoudende geopolitieke onzekerheid is dat enerzijds comfort - soepele silhouetten, fijne materialen - maar ook kleding die zelfvertrouwen en kracht geeft in een situatie die nog altijd wankel is. Hoe Philo daar precies op in zal spelen, is evengoed onvoorspelbaar. Tijdens haar lange carrière heeft ze laten zien niet alleen aan bestaande behoeftes te kunnen beantwoorden, maar er ook op vooruit te kunnen lopen. September zal uitwijzen hoe Philo dat zal doen als ze het zelf voor het zeggen heeft.