• Home
  • Nieuws
  • Mensen
  • Nieuwe Parsons decaan wil modeonderwijs diverser, gelijkwaardiger en eerlijker maken

Nieuwe Parsons decaan wil modeonderwijs diverser, gelijkwaardiger en eerlijker maken

Door Jackie Mallon

bezig met laden...

Scroll down to read more

Mensen |INTERVIEW

Ben Barry start deze zomer als de nieuwe Decaan Mode aan Parsons School of Design in New York. In zijn vorige functie als Hoofd Mode aan Ryerson (Ryerson University is een academische instelling in Toronto, Canada, red.), werd hij een gevestigde waarde als voorvechter van sociale verandering via het modeonderwijs. FashionUnited vroeg hem wat hij verwacht van zijn leidinggevende rol bij een van de invloedrijkste modeprogramma’s van de Verenigde Staten, een baan die hij bij zijn sollicitatie louter als een verre droom zag.

Hoe kijkt u momenteel naar uw aantreden in zo’n gerenommeerde onderwijsinstelling als Parsons?

”Het platform, erfgoed en de expertise die Parsons bezit, leent zich goed voor het opschalen en verbreden van de rechtvaardigheids- en vrijheidsbeweging in het modeonderwijs. Terwijl ik dit zeg, ben ik me goed bewust van mijn privilege, dat mij de autoriteit geeft om gezien en gehoord te worden als leider en aangeworven te worden in een leidinggevende functie. Ik ben toegewijd deze functie te gebruiken om de macht te verdelen op de plekken waar ik die nu zelf bezit.”

U onderscheidt 3 principes die aan de basis liggen van modeonderwijs: inclusiviteit, dekolonisatie, duurzaamheid. Kunt u elk van deze principes toelichten ten aanzien van wat u hoopt te veranderen?

”Modeopleidingen moeten prioriteit geven aan een cultuur van gelijkheid en rechtvaardigheid want deze principes moeten doelbewust zijn opdat er verandering kan plaatsvinden. Toen ik begon als Hoofd Mode aan Ryerson, heb ik met onze studenten, de alumni, het personeel, de docenten, partners en de bredere gemeenschap grondregels opgesteld die onze onderwijsomgeving en ons curriculum moesten vormen. We hebben gezamenlijk de grondregels inclusiviteit, dekolonisatie en duurzaamheid in het leven geroepen als leidraad voor al onze besluitvorming, strategie en activiteiten, waar we tevens verantwoordelijk voor moesten worden gehouden.”

“Ik ben van plan een vergelijkbaar proces op te starten aan Parsons. Ik zie ernaar uit te ontdekken hoe de studenten, alumni, personeel, docenten, partners en andere belanghebbenden op Parsons rechtvaardigheid en bevrijding in het modeonderwijs beschouwen, en beginselen te ontwikkelen waarmee we de gemeenschap richting een nieuw tijdperk in het modeonderwijs kunnen leiden. In mijn ervaring, brengen gezamenlijk opgestelde grondregels iedereen bij elkaar. We bakenen op deze manier onze politieke doelstellingen af, pakken structurele problematiek aan omtrent benadeling, steunen schadeloosstelling en werken actief aan een betere wereld. De totstandkoming van deze beginselen moet de ervaringen van gemarginaliseerde studenten, personeel en docenten centraal stellen. Alle belanghebbende partijen moeten echter betrokken zijn bij het proces om het gevoel te hebben bij te dragen aan verandering.”

Verbaast het u hoeveel docenten, zelfs degenen die tekstboeken schrijven die op grote schaal gebruikt worden, oude zienswijzen in stand houden in hun leslokalen?

”De meeste docenten hebben dezelfde eurocentrische geschiedenis meegekregen in hun eigen opleiding en vergelijkbare vakken gevolgd, of dezelfde vaardigheden geoefend die ze nu meegeven aan hun studenten. Als gevolg hiervan weten ze mogelijk niet hoe ze niet-witte huidskleuren moeten schetsen, hoe ze patronen moeten creëren voor grotere maten of voor trans- of niet-binaire mensen (zich niet identificeren met de binaire geslachten, man en vrouw, red.), of hoe ze mode kunnen beschouwen buiten het anglo-europese wereldbeeld. De zienswijzen en ervaring van de meeste mode docenten, maar dit geldt niet voor allemaal, zijn gevormd door het feit dat ze wit zijn, geen handicap hebben, cisgender (ook wel cissexueel; zich identificeren met het geslacht waarin men geboren is, red.), en slank. Ze zijn vaak koppig in het erkennen dat het ze ontbreekt aan kennis of in het bevragen van wat ze altijd gedaan hebben. Zij horen tenslotte de experts te zijn. Ik zeg dit als een witte, cisgender man die dagelijks bezig is zijn eigen vooroordelen te bevragen. Ik heb een diploma in Gender Studies (Genderstudies, de studie die de geslachten vergelijkt en analyseert, red.), maar veel collega’s van de faculteit hebben niet deze opleiding gevolgd.”

Hoe kunnen onderwijsinstellingen dit op een betekenisvolle manier aanpakken?

”Scholen moeten workshops aanbieden over sociale rechtvaardigheid en inclusiviteit voor personeel en docenten. Deze workshops dienen te onderzoeken hoe een cultuur van witte superioriteit, intersectionele, raciale onrechtvaardigheid en andere ongelijkheden aanwezig is op modeopleidingen, moeten bewustwording aanmoedigen wat betreft de ongelijke verdeling van emotionele lasten in sociaal rechtvaardigheidswerk, en zich erop toeleggen te leren over en les te geven in modegeschiedenis en praktijken buiten het eurocentrische modesysteem. Hoewel sommige van deze workshops verplicht zouden moeten worden gemaakt voor alle docenten, moeten andere vrijblijvend zijn om docenten niet opnieuw een trauma te bezorgen door ze te ‘leren’ over hun levenservaring.”

“Docenten uit ondervertegenwoordigde groepen dienen aangeworven te worden in permanente, full-time functies om kennis mee te nemen naar onderwijsinstellingen. De meeste baanvereisten voor leden van de faculteit nemen de systemische barrières niet in acht die bestaan in het onderwijs en met betrekking tot werkgelegenheid. Modeopleidingen moeten vacatures ontwikkelen die de sollicitaties van individuen uit zwarte, inheemse en andere ondervertegenwoordigde gemeenschappen aanmoedigen, en gestimuleerd worden opnieuw na te denken over kwalificaties, los van de anglo-europese opvattingen van succes. Vacatures dienen bijvoorbeeld community work (werk in de gemeenschap, met het doel gemeenschappen de middelen en kracht te geven hun eigen problemen het hoofd te bieden, red.), mentorschap van jongeren en micro-ondernemen te beschouwen als equivalenten van diploma’s, lesgeven aan de universiteit en banen bij grote modemerken.”

Hoe hoopt u toegang tot modeopleidingen uit te breiden naar gemeenschappen waarin jonge mensen het mogelijk niet eens beschouwen als een haalbare carrière?

”Veel zwarte, inheemse jongeren en andere jongeren van kleur hebben geen toegang tot dezelfde training en ondersteuningsmechanismen als hun witte medestudenten wat betreft het samenstellen van een portfolio, en dit is nog meer het geval voor hen die daarnaast ook queer (parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met de binaire geslachten man en vrouw, en niet heteroseksueel zijn, red.), non-binair zijn of een handicap hebben. Ik hoop bijvoorbeeld een programma op te zetten dat de zwarte Parsons alumni tewerk stelt in het organiseren van workshops voor zwarte jongeren via lokale middelbare scholen en groepen binnen de gemeenschap. Tijdens deze workshops zouden de alumni lesgeven in inleidende modevaardigheden en de rol van mentor vervullen voor jongeren die zich willen aanmelden voor Parsons.”

“Ik ben ook van plan samen te werken met de gemeenschap om cultureel relevante groepen te vormen binnen Parsons. Aan Ryerson hebben we een <em>Black Fashion Students Association</em> op poten gezet om zwarte studenten en alumni de ruimte te bieden onderwerpen te bespreken die betrekking hebben op zwarte mensen die in de modebranche werken, en zwarte modeprofessionals uit te nodigen om hun ervaringen te delen en de studenten te begeleiden. We hebben ook The Beading Circle in het leven geroepen, een plek waar inheemse en niet-inheemse studenten een groep kunnen vormen en zich verbonden kunnen voelen op basis van gemeenschappelijke overeenkomsten en door middel van het werken met kralen. Natuurlijk zal geen van deze initiatieven leiden tot meer diversiteit in het studentenbestand zonder dat er studiebeurzen worden gecreëerd. De combinatie van raciale- en klasse-barrières die voor veel studenten bestaat, zorgt voor hogere bedragen wat betreft collegegeld. Voor veel studenten is een opleiding daarom buiten bereik of het zorgt ervoor dat ze meerdere baantjes moeten hebben om het collegegeld en het benodigde materiaal te kunnen betalen. Als gevolg van dit alles zijn ze uitgeput en hebben ze minder tijd en energie om zich op hun schoolwerk te concentreren dan hun witte medestudenten.”

Wat neemt u mee van het afgelopen jaar waarin u modeonderwijs op afstand heeft gegeven?

”De pandemie heeft ons gedwongen ons dagelijks leven te vertragen, zeker aan het begin van de gezondheidscrisis. Omdat zoveel geplande evenementen en activiteiten zijn gecanceld, heb ik meer tijd en ruimte gehad om te reflecteren: op te gaan in lezen, kijken en luisteren, lange wandelingen maken en genieten van niets doen. Ik wil graag meer aandacht geven aan het onderbreken van de hectische sleur van werk en leven in het modeonderwijs. Ik hoop de intense snelheid waarin het modeonderwijs beweegt en de hoeveelheid opdrachten te verminderen, om zo meer tijd vrij te maken en meer waarde te geven aan ideevorming en het denkproces wanneer docenten en studenten aan projecten werken.”

”Bij het lesgeven op afstand werd ik continu geïnspireerd door de manier waarop zowel de studenten als de docenten mededogen en zachtaardigheid centraal stelden. Ze erkenden dat iedereen te kampen had met andere uitdagingen, of ze zich nu in andere tijdzones bevonden, financiële stress ervaarden of zich ongerust maakten over de toestand in de wereld, of zelfs meer rechtstreeks, over een familielid. In plaats van zich te houden aan strenge roosters en plannen, stelden zowel de studenten als de docenten zich flexibel op. Ik hoop dat we vasthouden aan deze geest van een goede verstandhouding met elkaar en het respecteren van elkaars menselijkheid als de essentie van hoe modeopleidingen fungeren en evolueren als gemeenschappen.”

De docenten van vandaag zijn vaak ondergewaardeerd, overspannen en oververmoeid. Voeg hier nog de missie aan toe eeuwenoude machtsstructuren te ontmantelen. Hoe ontspant u?

”Ik begin mijn dag graag op de bank met een kop koffie en een boek dat ik voorhanden heb (Ik ben net begonnen in Aesthetics of Excess van Jillian Hernandez), of zet wat muziek op (doorgaans Whitney Houston, Toni Braxton of een andere R&B diva uit de jaren 90), pak mijn oogpotloden erbij en zorg voor een at-home fashion show. Maar mijn favoriete manier om te ontspannen na een lange dag is toch wel naar het hondenpark gaan met mijn hond Apple en mijn man Daniel.”

Foto’s voorzien door Parsons, The New School.

Moderedacteur Jackie Mallon is tevens onderwijzer en auteur van Silk for the Feed Dogs, een roman die zich afspeelt binnen de internationale modebranche.

Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.COM. Vertaling en bewerking naar het Nederlands: Veerle Versteeg.


Ben Barry
Diversiteit
Fashion Education
ONDERWIJS
Parsons
Parsons School of Design