Adieu Virgil, welkom Nigo: mannenweek Parijs tussen afscheid en wedergeboorte
bezig met laden...
De mode wordt nu al enkele jaren door elkaar geschud. Terwijl de sector zich bezint over, onder meer, duurzaamheid en racisme, heeft de pandemie alles nog een stuk complexer gemaakt. De traditionele modeweek overleeft, maar is ook getransformeerd. De kalenders lijken op het eerste gezicht lichter, met minder catwalkshows. Tegelijk is het aantal presentaties, soms met modellen, soms met alleen kleren op paspoppen of op een rek, sterk toegenomen.
Veel middelgrote en kleine merken blijven kiezen voor video. Dat is veiliger en goedkoper. Zolang veel buyers en journalisten überhaupt niet reizen, zijn films een oplossing. Maar voor wie het reizende modecircus ter plekke volgt, tellen ze eigenlijk al niet meer mee. Je kunt niet de hele dag van showroom naar catwalk rennen, en tussenin ook nog eens YouTube scannen.
Zowel in Milaan als in Parijs waren de modeweken eerder intiem. Met kleinere zalen, vaak voor ultraselect gezelschap (bij Kenzo zat de frontrow volgepakt met celebrities en was er geen enkele journalist uit Nederland of België welkom; ook Jil Sander en Fendi kozen voor een strikte anti-Benelux politiek en bij Missoni werden we zelfs op het laatste nippertje ‘uninvited’ van een doorsnee showroompresentatie, om veiligheidsredenen).
Tegelijk kregen de modeweken een meer publieke component, vooral in Parijs. Instagram opende een pop-up ruimte waar iedereen selfies kon maken in een door een influencer bedacht decor. Het event vond plaats bij 35-37, de nieuwe ruimte van Dover Street Market in de Marais, waar ook duurzaam schoenenlabel Viron en mannenmerk Phipps pop-ups installeerden, de laatste met zijn vintage lijn, Phipps Gold Label. Elders in Parijs opende Sarah Andelman, van de intussen welhaast mythische concept store Colette, een efemeer winkeltje, Just A Space, met boeken, kunst en food.
Bye-bye en hallo
Er hing een weemoedige waas over de modeweken. Er werd veel afscheid genomen:
Van de Italiaanse mannenontwerper Nino Cerruti, bij wie Giorgio Armani ooit zijn carrière begon. Hij stierf, 91 jaar oud, enkele weken na de vereffening van het label dat zijn naam droeg en waar hij sinds circa de eeuwwisseling niet langer bij betrokken was.
Van André Leon Talley, de Amerikaanse gigant die in zijn opulente tunieken jarenlang troonde op de front rows van New York, Milaan en Parijs, als verslaggever slash icoon van onder meer Vogue.
Van cultontwerper Manfred Thierry Mugler, die gisteren stierf in de laatste zucht van de modeweek.
Tussenin zei de modewereld ook ‘adieu’ aan Virgil Abloh, de belangrijkste mannenontwerper van zijn generatie. Niet omdat Abloh zo’n geniale ontwerper was, maar wel vanwege de impact die hij heeft gehad op de textielindustrie én de wereld erbuiten.
De tekst gaat verder onder foto's
Louis Vuitton toonde zijn achtste en laatste collectie voor het label in een decor dat verwees naar The Wizard of Oz, de Hollywoodklassieker die ook zijn debuut voor Vuitton had geïnspireerd, met een luchtblauw huis in de wolken.
Het was meer een herdenkingsplechtigheid dan een défilé, met dansers, acrobaten, muzikanten en een glansrol voor het team van Abloh. Op het eind waren er engelen, en stonden alle participanten stil, de blik naar de hemel gericht. Het orkest speelde voort.
Wie erbij was (er waren twee shows, één voor de pers en één voor ‘friends and family’), had het over een diep ontroerend moment. De showroom van Vuitton, waar het défilédecor deels was nagebouwd, gaf een objectiever beeld op de collectie. Die ging, zoals gewoonliijk bij Abloh, alle richtingen uit, met begerenswaardige accessoires, en hier en daar een prachtig stuk (bloemenprints, borduursels van klassieke schilderijen).
Neemt Nigo straks de scepter over van Abloh?
De Japanse stijlgoeroe Nigo, 51, debuteerde bij Kenzo, waar hij Felipe Oliveira Baptista opvolgt. Die laatste designer moest het label herlanceren aan het begin van de pandemie, wat op zich al niet voor de hand lag, maar Oliveira Baptista bleek überhaupt geen goede match voor het label.
Nigo, die de Japanse streetwearlabels A Bathing Ape en Human Made begon en heeft samengewerkt met iedereen van Uniqlo tot Louis Vuitton, was een soort Abloh avant la lettre, en is er tegelijk ook een discipel van: een streetwearlegende die evenveel zakenman is als creatief genie, altijd cool, zonder schrik van wat populisme. Het was overigens Nigo die Abloh ooit heeft voorgesteld aan Michael Burke, hoofd van Vuitton.
Ye — voorheen gewoon Kanye West — en zijn recente speelkameraad Julia Fox zaten front row bij de show in Galerie Vivienne, de overdekte passage waar Kenzo in 1970 zijn boetiek Jungle Jim opende. Ze droegen matching denim (zij in Schiaparelli, dat vandaag de coutureweek opende). En iets verder, onder anderen J Balvin, Pusha T, Pharrell Williams en Tyler The Creator.
De kleren waren precies wat je van Nigo kon verwachten: speels, vrolijk en commercieel, met verwijzingen naar Parijs (berets), Japan (kimono’s en souvenir jackets) en het erfgoed van Kenzo (onder meer papaverprints).
De tekst gaat verder onder foto
Veel stelde het allemaal niet voor, maar de collectie was wel goed nieuws voor Kenzo. Het knoopt terug aan met het concept van Humberto Leon en Carol Lim, na twee jaar windstilte. Nigo is een stuk minder progressief dan zijn Amerikaanse voorgangers, maar hij heeft wel de volledige hip hop crowd achter zich. Kenzo neemt binnen de LVMH-groep de rol van Vuitton over: een gelijkaardige esthetiek voor een gelijkaardig publiek van streetwearfans, maar aan goedkopere prijzen. Daar wint iedereen bij.
Er waren andere, minder spectaculaire debuten in Parijs. Lukhanyo Mdingi, een Zuid-Afrikaanse finalist van de LVMH Prize, opende de mannenweek met een overtuigende presentatie, met vrolijk gekleurd knitwear.
Een andere prijswinnaar, Bianca Saunders, recipiënt van de prix ANDAM, verhuisde van London Fashion Week naar Parijs (net als Teppei Fujita van het Japanse Sulvam, die zijn atelier vestigde in een kantoortje vlakbij het hoofdkwartier van Yohji Yamamoto, waar hij ooit nog assistent is geweest).
De tekst gaat verder onder foto
Van Belgen en Japanners
De Parijse modekalender telt gewoontegetrouw veel Belgische en Japanse ontwerpers en labels. Die kozen, nog steeds, overwegend voor videopresentaties, wat toch voor een zekere leegte zorgde. Dries Van Noten filmde zijn presentatie in een herenhuis in Saint-Germain-des-Prés (met kussende koppels en ‘Dream Baby, Dream’ van Suicide op de soundtrack); Jan Jan Van Essche ging opnieuw in zee met regisseur Ramy Moharam Fouad; Walter Van Beirendock toonde zijn meer agressieve kant en werkte samen met brillenmaker Komono.
De enige Belg met een liveshow was Glenn Martens, maar zijn label Y/Project is dan ook gehoofdkwartierd in Parijs. Hij huurde een immens goederendepot aan de verre rand van Parijs en gaf al een vooruitblik op zijn couturecollectie voor Gaultier, die later deze week wordt onthuld: hypnotiserende trompe l’oeil prints van naakte lichamen op pakken, tops, broeken en jurken.
De tekst gaat verder onder foto
Comme des Garçons en Junya Watanabe bleven in Tokyo. De video van Watanabe, een hommage aan Jay Kay van nineties-popsensatie Jamiroquai, was een van de hoogtepunten van het seizoen. Enkele moedige labels — Issey Miyake Homme Plissé en Facetasm — zetten een presentatie op met hulp van lokale teams, geen gemakkelijke opgave.
Het jonge label Namesake uit Taiwan regisseerde ook een evenement van op afstand, met een filmprojectie, basketbalspelers en een optreden van een jazzgroep in een kelder: een geslaagde kennismaking met een label dat nu al naam maakt in de wereld van hypebeasts.
De jongens en meisjes van Youths In Balaclava waren wel overgekomen uit Singapore voor afspraken met buyers en journalisten. De reis, vertelden ze in hun showroom, was afmattend geweest.
De big boys
Hier en daar leek het alsof alles was zoals vroeger, niet in het minst bij Dior, dat een efemeer gebouw neerzette op place de la Concorde en daarin de naburige Pont Alexandre III nabouwde. De collectie behoefde die overdreven grandeur niet. Creatief directeur van de mannencollecties Kim Jones werkte voor het eerst niet samen met een kunstenaar: hij greep naar de archieven van Christian Dior, naar de jaren veertig en vijftig, met een zee van grijs als gevolg (en een felopgemerkte collab met Birkenstock). Het was de beste collectie van Kim Jones voor Dior sinds zijn debuut bij het huis, maar tegelijk ook een beetje een fantasie in de traditie van de Netflix-serie Emily in Paris: een geïdealiseerd beeld van Franse elegantie.
De tekst gaat verder onder foto
Rick Owens, Loewe en de jonge ontwerper Louis Gabriel Nouchi hadden zin in seks, van hardcore bij Owens (‘urinal’ stond te lezen op één top) tot iets lichters bij Jonathan Anderson van Loewe (die ook een tuniek met kittenprint showde). Zowel Owens als Anderson speelden met licht. De eerste plaatste lampen op de hoofden van zijn gemaskerde gladiatoren, de tweede had met LEDs gedecoreerde pakken. LGN, het label van Nouchi, maakt furore met ondergoed en lanceerde een badpakkenlijn met slips en body’s, geshowd door een eerder inclusieve casting van goed geoliede mannen.
Er waren in Parijs ook grote shows van onder meer Hermès en Ami.
In Milaan knoopte Prada opnieuw aan met de grote shows in de Fondazione Prada (voor de tweede keer na de damesshow in september). Het was de eerste toegewijde mannenshow van het merk sinds Raf Simons Miuccia Prada vervoegde als co-ontwerper, met een rits beroemde acteurs in de casting, onder wie Kyle MacLachlan en Jeff Goldblum. De garderobe was behoorlijk mannelijk en oversized, met stoere, breedgeschouderde lederen mantels zoals Simons er ooit al toonde bij Jil Sander.
Nog in Milaan was Dsquared terug, met een toespraak van stichters Dean en Dan Caten voor de show. Bij Dolce e Gabbana draaide zo goed als de hele show om een performance van popster Machine Gun Kelly. Zegna en Philipp Plein ontvingen in hun respectieve showrooms, een heel verschil met de superproducties die we van beide labels gewend zijn. Zegna organiseerde een filmprojectie voor een vijftigtal toeschouwers, waarvan een stuk of veertig Italiaans was. Na de film gaven CEO Gildo Zegna en artistiek directeur Alessandro Sartori een persconferentie, gevolgd door een presentatie met veertien modellen. Sartori introduceerde zijn herinterpretatie van het pak, dat minder formeel is dan het klassieke zakenuniform. Het was een raar, een beetje triestig moment. Je waande je in de vergaderzaal van een goedkoop hotel.
Lemaire maakte in Parijs misschien het mooiste statement van de modeweek. Christophe Lemaire en Sarah-Linh Tran showden in de Ateliers Berthier, een oud entreprot van theaterdecors. Aan de wand hing een gigantische, meterslange foto van een wolkenlandschap. Toen de show begon, werd de foto langzaam richting plafond uitgerold. En zo verscheen de zon, en daaronder een strand en de zee. Het was alsof er een nieuwe dag begon. De wereld draait door en alles komt goed.